Advertentie
digitaal / Column

Digitale overheid ontbrak in verkiezingsdebatten

Alle keuzestress en de campagnekoorts liggen inmiddels achter ons. De verkiezingen gingen over belangrijke zaken. Het eigen risico, rekeningrijden, de AOW leeftijd; onderwerpen die moeiteloos een plek veroverden in het prime time lijsttrekkersdebat. Over de toekomst van de digitale overheid debatteerden de heren en dames niet.

20 maart 2017

Alle keuzestress en de campagnekoorts liggen inmiddels achter ons. De verkiezingen gingen over belangrijke zaken. Het eigen risico, rekeningrijden, de AOW leeftijd; onderwerpen die moeiteloos een plek veroverden in het prime time lijsttrekkersdebat. Over de toekomst van de digitale overheid debatteerden de heren en dames niet.

Niet het meest sexy onderwerp, dat begrijp ik. Maar wel een onderwerp van groot belang voor onze democratie. Dat dat belang in de nabije toekomst groeit, blijkt uit de politieke agenda. De Wet open overheid (Woo) ligt in de Eerste Kamer, de Wet Generieke Digitale Infrastructuur (Wet GDI) is in voorbereiding en de Tweede Kamer heeft gevraagd om een aanpassing van de Archiefwet aan de digitale tijd.

De Wet GDI heb ik niet eerder besproken. Ik verzeker u dat het belang van deze wet voor een toekomstbestendige overheid niet kan worden overschat. Vertrekkend PvdA-Kamerlid Astrid Oosenbrug, de zelfverklaarde voorvechter van de digitale overheid, diende succesvol haar motie in over het belang van open standaarden ten behoeve van een betere informatievoorziening voor burgers. Dit resulteerde in het opnemen van een gebruiksverplichting in het wetsvoorstel GDI.

Vanuit mijn belang bij duurzaam toegankelijke overheidsinformatie juich ik deze ontwikkeling van harte toe. Waarom zijn open standaarden zo belangrijk? De gemiddelde levensduur van een informatiesysteem is zeven jaar. Daarna wordt de informatie gemigreerd naar een volgende systeemversie of een volledig nieuw systeem. Iedere informatiespecialist weet hoeveel moeite het kost zo’n migratie uit te voeren. Helemaal zonder open standaarden. Zo komt men er op dit soort momenten regelmatig achter dat het betreffende systeem niet eens over een exportfunctie beschikt.

Bedenkt u daarbij dat de wettelijke overbrengingstermijn voor te bewaren informatie 20 jaar is. Erfgoedwaardige overheidsinformatie ondergaat dus ongeveer drie systeemmigraties voordat het überhaupt in beheer van een archiefinstelling komt. Eenmaal daar aangekomen houden wij deze informatie voor de eeuwigheid toegankelijk voor de burger. Deze opgave is voor digitale informatie een stuk groter dan voor papier.

Maar zelfs als alle overheidsorganisaties vanaf morgen alleen maar open standaarden gebruiken vergt het voor de reeds gecreëerde digitale archieven de nodige flexibiliteit. Het eDepot van het Nationaal Archief en de Regionaal Historische Centra is zo ontworpen dat deze kan voorzien in het beheer van alle mogelijke digitale bestandsformaten.
 

Echter, de inspanning in tijd en geld om niet-open bestandsformaten adequaat te beheren is aanzienlijk groter dan bij informatie die is opgeslagen op basis van open standaarden. Mijn verwachting is dan ook dat de GDI en haar open standaarden ons op termijn veel geld bespaart en de duurzame toegankelijkheid van deze informatie aanzienlijk verbetert. Alle reden dus om u als gemeente of provincie alvast te laten informeren naar de standaarden die naar verwachting verplicht worden gesteld. Zeker als u van plan bent een oud systeem te vervangen door een nieuw systeem. Uiteindelijk is het goedkoper voor de overheid én goed voor de burger dus... daar hadden de politici in de verkiezingstijd toch aardig mee uit de voeten gekund.

Marens Engelhard

Algemene rijksarchivaris 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie