Ambtenaren grootste gemeenten het minst fit

Steeds meer medewerkers van de gemeente Rotterdam zitten ziek thuis. Inmiddels kampt de Maasstad met een gemiddeld ziekteverzuim van 7,2 procent op jaarbasis. Met name het langdurig verzuim neemt toe. De toename van het ziekteverzuim in Rotterdam gaat tegen de landelijke trend in, maar is wel weer in lijn met de andere drie grote steden van de G4.

Interventies

Dat blijkt uit de gemeentebegroting 2025. Het verzuim was eind augustus 0,3 procent hoger dan eind april 2024. En bijna anderhalf procent boven de streefwaarde voor dit jaar. De stijging is vooral zichtbaar in het langdurig verzuimpercentage. Deze is vanaf eind 2023 0,44 procent gestegen.

In de eerste acht maanden van 2024 is het verzuimpercentage in totaal met bijna een half procent gestegen ten opzichte van december 2023. Er zijn en worden volgens de gemeente wel interventies gepleegd om het verzuimproces te optimaliseren. Maar aangezien het grootste aandeel in langdurig verzuim zit, duurt het langer voordat een positief effect zichtbaar wordt in het voortschrijdend verzuimpercentage.

Landelijk gemiddelde

De toename van het ziekteverzuim in Rotterdam is feitelijk tegen de landelijke trend in. Het landelijke ziekteverzuim daalde van 5,6 procent in 2022 naar 5,3 procent in 2023. Ook bij gemeenten daalde het ziekteverzuimpercentage van 6,7 naar 6,5 procent. Dat is dus nog steeds aan de hoge kant vergeleken met het landelijk gemiddelde, maar ook met het landelijke ziekteverzuimpercentage van 6,0 procent in het openbaar bestuur.

Werkdruk

De Rotterdamse cijfers zijn wel weer in lijn met de andere drie grote steden. Bij alle gemeentegrootteklassen daalde het ziekteverzuim, behalve bij de G4. In die G4 steeg het ziekteverzuimpercentage van 7,2 procent in 2022 naar 7,4 procent in 2023. In vergelijking met de andere gemeentegrootteklassen steeg bij de G4 naast extra lang verzuim ook het aandeel lang verzuim iets.

Langdurig verzuim heeft volgens A&O fonds Gemeenten werkdruk en -stress als voornaamste oorzaak. Bedrijfsartsen geven aan dat dat voor liefst twee op de drie gevallen geldt. In 2022 stonden fysieke en fysiologische aandoeningen nog op dezelfde hoogte als werkdruk en stress, maar die staan inmiddels met 64 procent als oorzaak op de tweede plek.