VNG en WSGO doen loonbod van 4 procent

Na het cao-overleg op woensdag 4 oktober hebben de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Werkgeversvereniging Samenwerkende Gemeentelijke Organisaties (WSGO) een loonbod van 4 procent voorgesteld. Dit is de helft van de 8 procent salarisverhoging die vakbonden FNV, CNV en CMHF op 22 september eisten voor gemeenteambtenaren.

Breed scala aan thema’s besproken

Naast de loonsverhoging zijn bonden en werkgevers in gesprek gegaan over diverse andere onderwerpen voor de gemeentelijke cao 2024. Deze omvatten voorstellen met betrekking tot de arbeidsmarkt, flexibel werk, inzet van zzp’ers, werkdruk en vitaliteit, vakantie en verlof, evenals sociale zekerheid.

FNV dringt aan op koopkrachtbehoud

In het voorgaande overleg op 22 september benadrukte de vakbonden de noodzaak van afspraken over automatische prijscompensatie in de cao om koopkrachtbehoud en -verbetering voor alle gemeentelijke medewerkers te waarborgen. Na een nominale verhoging van 100 euro, pleitte FNV voor een verdere loonstijging van 8 procent. De vakbond stelt tevens voor het minimumloon te verhogen naar 16 euro, gezien de impact van de hoge inflatie op de inkomens van gemeenteambtenaren in lagere salarisschalen.

Arbeidsmarkttoelage en verlofdagen in de schijnwerpers

De VNG streeft naar een verhoogde arbeidsmarkttoelage van 15 procent om gemeenten een betere positie te geven op de krappe arbeidsmarkt. CNV wil deze toelage zelfs verhogen naar 20 procent en de mogelijkheden voor toekenning verruimen. De vakbonden pleiten ook voor een toename van het aantal verlofdagen om aantrekkelijker te zijn als werkgever. FNV streeft naar 72 extra verlofuren per jaar, terwijl CNV het verlof gelijk wil trekken aan dat van het Rijk: 64 uur.

De volgende onderhandelingsronde staat gepland op maandag 30 oktober.