Van blauwdruk naar action lab
Heb in het afgelopen jaar in meerdere veranderkeukens mogen rondneuzen. Met veel plezier overigens! Om het zittende management te assisteren bij de transformatie van het verticale machtsdenken naar een meer horizontale netwerkfilosofie. Gericht op het operationaliseren van nieuwe organisatievormen gestuurd door waarden als vertrouwen en verbinding.
Met eigenschappen als gelijkwaardigheid, wederkerigheid en openheid. Maar ook gebaseerd op common ground, enthousiasme en gezamenlijke daad- en denkkracht. Gefocust op dat gemeenschappelijke hogere doel. Om zo het denken van eigen instituties om te vormen naar het creëren van publieke waarde voor burger en ondernemer. Of voor leerling en leerkracht, voor patiënt en hulpverlener, voor reiziger, etc.
En dat heeft ook geleid tot zichtbare resultaten. Passend in deze ontwikkeling. Want te denken bijvoorbeeld van de vooraf ingevulde belastingaangifte om zo het aangifteproces voor ons als burgers maximaal te faciliteren? Of het feit dat meer dan 9 miljoen landgenoten DigiD actief gebruiken? Of de nieuwe gemeente Molenwaard die het gemeentehuis gewoon heeft afgeschaft? Of de landelijke informatielijn van Rijkswaterstaat die dagelijks meer dan 250 vragen te verwerken krijgt van betrokken gebruikers…
Maar de schaduwkant is dat nog te veel van die transformaties klassiek worden vormgegeven. Doordrenkt met een ‘wij-weten-wel-wat-goed-voor-u-is’ gehalte. Vanuit indrukwekkende torens voorzien van glimmende bureaus. En laat dat nou net niet de bedoeling zijn. Want de vernieuwing zit ‘m namelijk vanaf dag één in de wijze waarop je het aanpakt. In de sfeer van ‘the medium is the message’. En daarin is geen plaats voor het traditionele blauwdruk-denken. Met langdurige grondige studies voorzien van lijvige rapporten. Die na lang studeren in feite al weer achterhaald zijn in een wereld die bol staat van veranderingen.
Want het realiseren van vernieuwingen in de praktijk van alledag betekent in ieder geval dat we moeten stoppen met insanity: doing the same thing over and over again and expecting different results. Nee, de kunst is op zoek te gaan naar patroondoorbrekende interventies. Want waar patronen worden doorbroken ontstaan hele nieuwe werelden. Om zo nieuwe kansen te kunnen verzilveren. En dat betekent dus anders veranderen. Waarbij we de draai moeten maken van het conventionele veranderen (‘denken-analyse-doen’) naar het meer eigentijdse veranderen (‘see-feel-change’). Met minder aandacht voor one size fits all, procedures en structuren en meer voorrang voor eigen initiatief, tastbare pilots, differentiatie, etc. Belangrijk is om dit als een integrale opgave van en voor de organisatie vorm te geven. Het gaat immers niet alleen om het resultaat zelf, maar ook om het proefondervindelijk ervaring opdoen met die nieuwe manier van werken: the journey is the destination.
En wat daarbij helpt is om als top een paar tegendraadse initiatieven te initiëren. In de sfeer van Covey (‘begin met het einde voor ogen’): operationaliseer een show case, een soort van action lab waarin je laat zien hoe de toekomst van je organisatie er écht uitziet. In de praktijk. Opdat je collega’s het kunnen voelen. Als het ware kunnen proeven. Of ga erop uit: voel wat er leeft. Zoals een ziekenhuisdirectie die zichzelf twee dagen als patiënt liet opnemen in het eigen ziekenhuis. Of selecteer een paar hoofdprocessen. Vanuit het gezichtspunt van de klant of gebruiker: end to end dus. En zorg ervoor dat hier multidisciplinair aan wordt gewerkt. Met een geïntegreerd team dat alle noodzakelijke competenties in zich heeft. Waarbij je in de sfeer van Michael Hammer het re-engineering – het fundamenteel opnieuw ontwerpen van bedrijfsprocessen, met als doel dramatische verbeteringen te realiseren op de belangrijkste prestatie-indicatoren, zoals kosten, kwaliteit, snelheid en service – écht operationaliseert.
Want zeg nou zelf: het gaat toch om het genereren van energie. Om mensen in beweging te krijgen. Waarbij willen en kunnen op één lijn liggen! En ik weet niet hoe het bij jou zit, maar van een dik duf rapport versie negentien gaan mijn ogen niet direct fonkelen. Dat geeft mij niet het ‘Yes-I-can’ gevoel. Bij jouw wel?
ik kies voor het laatste: ik heb waardering voor een ziekenhuisdirectie die als patient hun eigen proces ondergaat. ik word enthousiast van zo'n voorbeeld. maar let wel op je taalgebruik!