Professionele ontwikkeling is de hartslag van elke organisatie

Medewerkers en de kennis die zij bezitten zijn van onschatbare waarde bij de groei en toekomstbestendigheid van organisaties. Innovaties, wet- en regelgeving en snel veranderende branches maken dat we onze kennis continu moeten bijhouden. Leren en ontwikkelen zorgt ervoor dat die kennis altijd up-to-date is en daardoor onmisbaar is. Maar hoe staat het ervoor met die ontwikkeling in Nederland? Wij vroegen het aan medewerkers, managers en HR-professionals in onze jaarlijkse Learning & Development Monitor. In dit artikel deel 3 van de resultaten.

We hebben gekeken hoe het leren en ontwikkelen georganiseerd is in de volgende sectoren: de bouw, het onderwijs, de zorg, de overheid en de zakelijke dienstverlening. Hoe verhouden zij zich onderling en welke afstand of voorsprong hebben zij tot het landelijke gemiddelde.

Aandacht voor ontwikkelen

Bij 61% van werkenden in zakelijke dienstverlening is er minimaal 1 keer per kwartaal aandacht voor leren. Bij zorg is dit 56%, onderwijs 53% en overheid 43%. Ter vergelijking, in de bouw is dat slechts bij 39% het geval. Een kwart van de bouwbedrijven besteedt volgens medewerkers zelfs nooit aandacht aan leren en ontwikkelen.

Nu leren en ontwikkelen een vaste waarde aan het worden is, zien we dat steeds meer organisaties het ontwikkelaspect vaker en beter mee weten te nemen in beoordelingsgesprekken. Bij 65% van de organisaties in de zakelijke dienstverlening is leren en ontwikkelen vaste prik in ontwikkel- en beoordelingsgesprekken, meer dan gemiddeld (60%). Bij zorgorganisaties is dit 60%, onderwijs 57% en overheidsorganisaties 52%.

Ook heeft het niet halen van opleidingsdoelstellingen de meest gevolgen in zakelijke dienstverlening (39% vs 29% gemiddeld). In de zorg (25%), onderwijs (20%) en bij de overheid (21%) zijn er minder vaak gevolgen voor medewerkers. Bijvoorbeeld voor bonus, promotie of salaris.

Ongebruikt leerbudget

Het hoogste leerbudget vinden we met €1.225 in de zakelijke dienstverlening, in 2021 was dat nog €1.000. Terwijl onderwijsmedewerkers slechts €750 budget te besteden hebben. In de zorg en overheid is het leerbudget gelijk: €1.000. Zorgmedewerkers maken een flinke sprong in het budget, in 2021 was er slechts €500 beschikbaar. Het leerbudget van overheidsmedewerkers is gelijk gebleven.

Meebetalen aan opleiding

Hoe kijken werkgevers naar het meebetalen aan opleidingen door medewerkers? Zorgorganisaties zijn aanvoerder als het aankomt op meebetalen. Zo verwacht 47% van de zorgorganisaties dat medewerkers meebetalen, gevolgd door overheid (44%), zakelijke dienstverlening en onderwijs (41%). Vanuit medewerkers klinkt een heel ander geluid. Onderwijsmedewerkers verwachten het minst vaak geld van hun werkgever te krijgen voor opleidingen. Bij 66% van de onderwijsmedewerkers is er een duidelijke voorkeur dat de werkgever de kosten voor professionele ontwikkeling volledig betaalt. Op afstand gevolgd door zorg (75%), overheid (76%) en zakelijke dienstverlening (81%).

In het onderwijs is al weinig geld beschikbaar voor leren maar daar wordt ook nog eens weinig gebruik van gemaakt. Bij 41% van de onderwijsinstellingen blijft meer dan de helft van het leerbudget ongebruikt. Gevolgd door zorg (33%), overheid (33%) en zakelijke dienstverlening (32%).

Bijna driekwart van de zorgmedewerkers (74%) weet niet hoeveel budget zij tot hun beschikking hebben. Onder HR-professionals is dit meer dan de helft (52%). De overige ondervraagde sectoren liggen dichter bij elkaar: binnen de overheid en het onderwijs weten 46% van de HR-professionals niet hoeveel budget er beschikbaar is. Onder medewerkers is dit respectievelijk 69% en 63%. In de zakelijke dienstverlening gaat het iets beter, hoewel niet heel veel: 45% van de HR-professionals en 61% van de medewerkers kan namelijk niet vertellen hoeveel persoonlijk leerbudget zij tot hun beschikking hebben.