Sneller ontslag, ruimere vergoeding
Volgend jaar gaat de Ambtenarenwet op de schop. De nieuwe Wnra maakt het ontslaan van ambtenaren niet eenvoudiger. De Wet arbeidsmarkt in balans, die ook in 2020 in werking treedt, doet dat wél. Daar staat een ruimere financiële compensatie tegenover.
Consequenties Wet arbeidsmarkt in balans
Veranderingen leiden tot onzekerheid. Dat geldt zeker voor de Ambtenarenwet die – negentig jaar na invoering – op de schop gaat. Ambtenaren worden dan ‘gewone’ werknemers. En ze kunnen met de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) gemakkelijker worden ontslagen, zo is de teneur op menig publieke werkvloer. Zo gaat dat in de private sector toch ook?
Hoewel ze begrip voor deze zorgen heeft, spreekt Daisy Kramer, senior jurist arbeidsrecht bij BDO Legal BV, over ‘sentimenten’. Want de feiten wijzen helemaal niet op een eenvoudiger ontslag onder de Wnra. ‘In de loop der jaren zijn het bestuursrecht, dat het ontslag van ambtenaren regelt, en het civiele arbeidsrecht, dat het ontslag van werknemers in de private sector regelt, naar elkaar toegegroeid. In beide gevallen geldt: de ontslaggrond moet voldragen zijn en deze moet kunnen worden onderbouwd.’ De ontslaggronden voor ambtelijk personeel staan in allerlei rechtspositieregelingen, en die gronden veranderen na 2020 niet.
Zal er inhoudelijk vooralsnog niets veranderen aan het ontslagrecht, procedureel wel. Ontslagkwesties worden na 2020 niet meer door de bestuursrechter, maar door de kantonrechter behandeld. Kramer ziet dat juist als een voordeel voor ambtenaren. ‘Beide rechters zijn laagdrempelig. Er geldt geen verplichte procesvertegenwoordiging, je hebt dus geen advocaat nodig. Maar de kantonrechter schept eerder duidelijkheid. Vernietigde de bestuursrechter het ontslagbesluit, dan moest het bestuursorgaan een nieuw besluit nemen. Dat leidde tot onzekerheid, en ambtenaar en overheidswerkgever zaten nog jaren aan elkaar vast – vaak met tegenzin. Een procedure bij de kantonrechter is korter en schept sneller zekerheid.’
Extra hobbel
Ook Geeke Hissink, advocaat arbeidsrecht bij Hekkelman Advocaten | Notarissen, ziet voordelen in het civiele arbeidsrecht voor ambtenaren – hoewel zij erkent dat de kantonrechter doorgaans even streng toetst als de bestuursrechter. ‘De toetsing van een ontslagbesluit geschiedt achteraf, door de bestuursrechter. Dat wordt straks een toetsing vooraf, door de kantonrechter of het UWV. Dat zal er na 2020 toe leiden dat er geen al te lichtzinnige ontslagaanvragen worden ingediend. Want als de kantonrechter het ontslag afwijst, moet je wel met elkaar verder, en dat voelt niet prettig. Die extra hobbel is gunstig voor ambtenaren.’
Ook ziet Hissink dat voor alle werknemers de ontslagdreiging sinds de Wet werk en zekerheid (Wwz) uit 2015 wat is afgenomen – en dat zal dan ook gelden voor ambtenaren na 2020. ‘De Wwz kent een limitatief aantal ontslaggronden. Bij iedere ontslaggrond moeten alle relevante factoren worden aangevinkt, de ontslaggrond moet immers voldragen zijn. Dat is kenne lijk een hele opgave voor werkgevers, want sinds 2015 is het aantal ontbindingen van arbeidsovereenkomsten afgenomen.’ Toch is er inmiddels wat veranderd en moeten ook ambtenaren vrezen dat zij na 2020 gemakkelijker kunnen worden ontslagen, net als ‘gewone’ werknemers. Eind mei heeft de Eerste Kamer namelijk ingestemd met het wetsvoorstel Wet arbeidsmarkt in balans (Wab), een wet die gelijk met de Wnra in werking treedt.
De Wab introduceert een nieuwe ontslaggrond, de zogeheten cumulatiegrond. ‘Op dit moment kan iemand pas worden ontslagen als er wordt voldaan aan één goed onderbouwde wettelijke ontslaggrond’, zegt Kramer. ‘De Wab maakt het mogelijk dat ontslag kan volgen als meerdere ontslaggronden afzonderlijk niet voldragen zijn, maar de optelsom wel. Zo hoeft een licht verstoorde arbeidsverhouding nog geen reden te zijn voor ontslag. Net te mager functioneren ook niet. Maar sámen kan het een reden zijn de arbeidsovereenkomst te beëindigen.’ Kortom, zegt ook Hissink: ‘Ontslag zal makkelijker worden.’
Meer onduidelijkheid
Volgens Kramer zal dit leiden tot meer onduidelijkheid bij (overheids)werkgevers. ‘Voorheen wisten ze wel of een ontslaggrond voldragen was. Maar of gecombineerde gronden voldoende zijn voor een ontslagaanvraag, moet nog blijken.’ Dat de Wab een extra ontslaggrond introduceert, is misschien niet fijn voor ambtenaren, maar daar staat wel een ruimere financiële compensatie tegenover. Kramer: ‘Na een ontslag kunnen ze recht hebben op de bovenwettelijke vergoeding. Hoewel het de intentie is dat stapeling van vergoedingen moet worden vermeden, denk ik toch dat ambtenaren ook de aanvullende transitievergoeding kunnen ontvangen.’ De rechter kan dan een extra vergoeding toekennen van maximaal 50 procent van de transitievergoeding.
Per saldo kan de Wab zo gunstig uitpakken voor ambtenaren, vermoedt Kramer. ‘Onder het oude systeem gingen ambtenaren in bezwaar tegen een ontslagbesluit. Dat zette de verhoudingen al snel op scherp. Het conflict werd ook juridischer. Nu zullen overheidswerkgever en ambtenaar eerder met elkaar in gesprek gaan, zeker als het gaat over de gecombineerde ontslaggronden. Ze kunnen dan samen overeenkomen onder welke financiële voorwaarden ze afscheid van elkaar nemen. En daar kunnen best hogere vergoedingen uitrollen dan nu nog het geval is.’
Dat laatste kan ook om een andere reden de redding zijn voor ambtenaren die niet optimaal functioneren, denkt advocaat Hissink. ‘Ook hier zul je zien dat de overheidswerkgever niet al te lichtvaardig omgaat met een ontslagaanvraag. Ontslag kan leiden tot een langdurige uitkering, wat voor de overheidswerkgever heel kostbaar kan zijn. Ook wordt hij belast met de reïntegratie van de ex-ambtenaar. Hij moet dan wel heel zeker van zijn ontslagzaak zijn.’ Zolang dat niet het geval is, voorspelt Geeke Hissink, zal de ambtenaar in dienst blijven, wat altijd prettiger is dan thuis op de bank zitten met een zak geld.
Ook bij een reorganisatieontslag kan de Wab best wel eens positief uitpakken voor ambtenaren, denkt juridisch adviseur Daisy Kramer. ‘Het UWV moet toestemming geven een arbeidsovereenkomst te beëindigen, maar houdt daarbij rekening met het zogenoemde afspiegelingsbeginsel. Van ieder leeftijdscohort moeten er voldoende mensen in de organisatie blijven. Dat is voor werkgevers minder aantrekkelijk, want zij kunnen niet zo maar kiezen wie ze zullen laten afvloeien. Wie moet vertrekken, wordt objectief bepaald. Dat is voor ambtenaren een bijkomend voordeel van de Wnra én de Wab.’
Ontslagvergoeding na Wet arbeidsmarkt in balans
Wordt een dienstverband beëindigd en is de werknemer minimaal twee jaar in dienst, dan moet een transitievergoeding worden betaald. Is iemand langer dan tien jaar in dienst, dan is die vergoeding hoger, en dat geldt ook als de werknemer ouder is dan vijftig jaar. Dat was de ‘oude’ regel. Met de Wet arbeidsmarkt in balans verandert dat. De grens van twee jaar wordt verlaten: iedereen heeft recht op een transitie - ver goeding, vanaf dag één van de arbeidsovereenkomst. Die wordt – ongeacht de leeftijd – een derde van het maandloon voor elk kalenderjaar dat de arbeidsovereenkomst heeft geduurd. Ook geldt dat oudere werknemers niet langer recht hebben op een hogere transitievergoeding.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.