Raadsleden ontevreden over verlofregeling
Uit een enquête onder raadsleden blijkt dat een meerderheid vindt dat de verlof- en vervangingsregeling niet in hun behoefte voorziet.
Een meerderheid van de raadsleden (58 procent) is niet tevreden over de huidige verlof- en vervangingsregeling, omdat deze niet in hun behoefte voorziet. Iets meer dan een derde wil graag een simpelere regeling en iets minder dan driekwart wil graag soepelere termijnen en een uitbreiding van de mogelijke verlofvormen.
Aanzien niet ten goede
Dat blijkt uit een enquête onder 814 raadsleden van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden (NVvR). Die werd uitgevoerd naar aanleiding van het kabinetsstandpunt dat in maart 2024 bekend werd gemaakt door toenmalig BZK-minister Hugo de Jonge. Die wilde weliswaar de verloftermijnen versoepelen, maar zag niets in een uitbreiding van het aantal verlofvormen voor raadsleden, omdat dit het aanzien en de herkenbaarheid van de volksvertegenwoordiging niet ten goede zou komen.
Ruimere verlofregeling belangrijk
Op 12 februari 2025 vergadert de Tweede Kamercommissie Binnenlandse Zaken over het kabinetsstandpunt. Eerder adviseerde het Adviescollege Rechtspositie Politieke Ambtsdragers (ARPA) al over de verlof- en vervangingsregeling en vond een ruimere verlofregeling voor raadsleden juist van groot belang. Ook betreurde het adviescollege het dat de door hem geopperde verlofvormen voor raadsleden niet werden gevolgd. De bepleite ruimere invulling van de gronden waarvoor langer durend verlof kan worden aangevraagd, zoals (mantel-) zorgverlof en verlof bij pleegzorg of adoptie, zou ook voor volksvertegenwoordigers mogelijk moeten zijn.
14 procent van de raadsleden is wel eens een periode afwezig geweest om een situatie waarvoor ze geen verlof konden aanvragen
Alsnog ziekteverlof
Ook zeven van de tien raadsleden is voorstander van uitbreiding van de verlofvormen, blijkt uit de enquête. De NVvR tekent een reactie van een raadslid op dat aangaf dat er geen vervanging mogelijk was, toen deze een ‘pittige’ mantelzorgtaak voor diens moeder moest vervullen. Nu is het raadslid notabene zelf overspannen en was genoodzaakt alsnog ziekteverlof op te nemen. Overigens was bijna driekwart van de ondervraagden ook voorstander van het voorstel van De Jonge om de verlofperiode te wijzigen van drie keer zestien weken naar één keer zestien weken met mogelijkheid tot verlenging met ten minste vier weken.
Lege zetel
Uit het onderzoek blijkt verder dat 14 procent van de raadsleden wel eens een periode afwezig is geweest om een situatie waarvoor ze geen verlof konden aanvragen. Dan blijft een zetel dus leeg. Bij het grootste deel van de raadsleden (65 procent) die verlof hebben aangevraagd, zouden versoepelde termijnen beter hebben aangesloten op hun situatie. Van alle raadsleden die geen gebruik konden maken van de verlof- en vervangingsregeling, zegt een derde dat dit wel het geval was geweest als er uitgebreidere verlofvormen waren geweest, 17 procent had dit gedaan als de termijnen versoepeld waren en een kwart zegt dat een regeling met versoepelde termijnen beter bij hun situatie had aangesloten.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.