‘Vergunningverleners? Ze - zijn - er - niet'
Behalve gemeenten en provincies kampen ook hun uitvoeringsorganisaties steeds meer met personeelstekorten.
Behalve gemeenten en provincies kampen ook hun uitvoeringsorganisaties steeds meer met personeelstekorten. Ze moeten noodgedwongen hun werkwijze aanpassen. Bij Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) is dat niet anders.
Eén vacature, één sollicitant. Martin den Boer gooit zijn armen vertwijfeld in de lucht. ‘Hoeveel keus heb je dan?’, verzucht de teamleider Bodem, emissies en afval in het gloednieuwe onderkomen van de Omgevingsdienst aan de Eusebiusbuitensingel in Arnhem. Maar in dit geval niet getreurd; het bleek gelukkig wel iemand te zijn die aan het opgestelde profiel voldeed. ‘Maar nu heb ik dus acht vacatures, waarop ik tien reacties kreeg. En niet één met ervaring.’
Dit soort scores begint onderhand normaal te worden binnen de uitvoeringsorganisatie die is belast met de bescherming van de leefomgeving en het milieu. De kerntaken zijn het verlenen van vergunningen, toezicht en handhaving voor de provincie Gelderland en tien gemeenten. Er werken 220 mensen. Net als bij de andere Omgevingsdiensten in ons land, regent het er vacatures.
Voldoende reden om een brainstorm te beleggen hoe met deze situatie om te gaan. Want duidelijk is, zo zegt plaatsvervangend directeur Annette Prent, dat het er in de toekomst eerder slechter dan beter op wordt. Op basis van de gevorderde gemiddelde leeftijd van de huidige bezetting ligt die toekomst niet eens zo heel ver weg. ‘Over drie à vijf jaar verwacht ik een aanzienlijke uitstroom van collega’s die met pensioen gaan’, zegt ze. De vervangingsvraag die daardoor ontstaat in combinatie met het demografische beeld in ons land, maakt de uitdaging om op een krappe arbeidsmarkt toch voldoende geschikt personeel te vinden nog groter dan die nu al is.
Want het personeelstekort doet zich behoorlijk voelen. Sherwin Zandwijken draait er niet omheen. De teamleider Advies en Toetsing Bouw weet niet waar hij nieuwe vergunningverleners moet zoeken, laat staan halen. Naar hen is, mede door de grote bouwopgave in ons land, ontzettend veel vraag. ‘Alleen ... ze – zijn – er – niet’, beklemtoont Zandwijken elk woord. Ze worden ook niet ‘gemaakt’, zoals dat bij loodgieters, leraren of artsen bijvoorbeeld wel het geval is. ‘Er bestaat in ons land geen opleiding of school voor vergunningverleners. Ja, er zijn wat modules bij de Bestuursacademie en cursussen bij de BOB voor ambtenaren bouw- en woningtoezicht.’
Eigen opleiding
Dus startte de Omgevingsdienst Regio Arnhem maar een eigen opleiding. ‘We moeten het steeds meer hebben van mensen zonder ervaring’, zegt Zandwijken. ‘Wie we aannemen? Kijk, het is fijn als ze een beetje affiniteit met de bouw hebben. Ik bedoel, als je bij wijze van spreken een kozijn niet van een deur kunt onderscheiden, beginnen we er niet aan. Maar wie affiniteit heeft met de bouw, komt met cursussen en training on the job meestal een heel eind.’ Geworven wordt er op de HAN (de Hogeschool Arnhem-Nijmegen) en de Agrarische Hogeschool, onder meer door er gastcolleges te geven over wat werken voor de Omgevingsdienst inhoudt.
Als je hier werkt, heb je te maken met De Graafschap, NEC en Vitesse
Prent en haar collega Manfred van Deelen, teamleider bouw en leefomgeving, zijn er van doordrongen dat er nog meer moet gebeuren om de relatief onbekende Omgevingsdienst meer smoel te geven. Hoewel de naam natuurlijk niet bepaald fancy is, ziet Van Deelen tig mogelijkheden voor branding. ‘Als je hier werkt, heb je te maken met De Graafschap, NEC en Vitesse, kijk je achter de schermen mee bij de Zwarte Cross en grote popconcerten zoals dat van Rammstein in het Goffertpark. Daar regel je dan het vuurwerk en/of doe je geluidsmetingen. Of je moet aan de bak bij een incident, en dan werk je samen met politie en brandweer. Echt, hoe leuk is dat!?’
Dat schreeuwt eigenlijk om een flitsend wervingsfilmpje op locatie. Daarmee zul je geheid de interesse van jongeren wekken om intern een opleiding tot bijvoorbeeld handhaver te volgen. Het kost een paar centen, maar dan heb je ook wat: de banken zullen vollopen, en de organisatie wordt voorzien van het noodzakelijke nieuw bloed.
Leaseauto
En toch lukt het om nieuw bloed aan te trekken, maar de kunst wordt steeds groter om die jongens en meiden te behouden. Er zijn namelijk op de krappe arbeidsmarkt de nodige kapers op de kust die jagen op het nieuw verworven bezit: detacheerders. Zandwijken spuugt het woord bijna uit. ‘Echt waar, mijn medewerkers krijgen wekelijks mailtjes van detacheringsbureaus met de vraag of ze niet bij hen willen komen werken. Sommigen kunnen de verleiding weerstaan, anderen vallen voor de 800 à 900 euro extra die ze er kunnen verdienen en de leaseauto die ze wordt aangeboden. Hoe lang bied je weerstand tegen zo’n aanbod als je een huis wil kopen en een gezinnetje wil stichten?’
Zandwijken weet exact waarover hij praat. De teamleider is net vier zelf opgeleide krachten kwijtgeraakt aan ‘die detacheerders’. Worden ze een jaar aan de hand genomen door ervaren Omgevingsdienstcollega’s om de beginselen van vak van vergunningverlener te leren, peren ze ‘m gelijk na het eerste beste aanbod. Zo’n trainee via een clausule langer vastleggen, mag van de wetgever sinds vorig jaar niet meer. Het gezicht van de teamleider spreekt boekdelen. ‘Maar hé’, zegt Zandwijken het volgende moment trots, ‘ik heb er wel vier weten te houden. Die hoefden niet die leaseauto en dat extra geld. Zij kozen voor de goede werksfeer hier.’
Wij kunnen geen 1000 euro netto extra bieden, geen leaseauto
De wereld zou er volgens Annette Prent zonder detacheerders een stuk beter uitzien. Enigszins gechargeerd stelt ze dat het personeelsprobleem in haar sector dan in één klap niet meer zou bestaan. ‘Kijk, wij kunnen geen 1000 euro netto extra bieden, geen leaseauto. We zitten nu eenmaal vast aan de gemeente- cao’, zegt Den Boer. ‘Hooguit kunnen we wat spelen met een periodiekje extra. Maar dat is het dan ook.’
Flitsvergunningen
Een filmploeg is intussen bezig met het opnemen van een promo op de werkvloer. ‘Zetten we in ter ondersteuning van onze wervingscampagne voor nieuw personeel op LinkedIn. Die campagne doen we als Gelderse Omgevingsdiensten’, legt communicatieadviseur Maarten Leseman uit. Door handhavers en vergunningverleners te laten vertellen wat hun werk inhoudt, hopen ze de buitenwereld een concreter beeld te geven waar de Omgevingsdienst zoal voor staat.
Het is een van de andere pogingen die worden ondernomen om op deze krappe arbeidsmarkt toch nog aan mensen te komen. Intussen broeden Prent en de teamleiders op meer mogelijkheden, zoals het vragen aan parttimers meer uren te draaien. Op de eerder genoemde brainstorm kwam bijvoorbeeld het idee naar voren om medewerkers die met pensioen zijn gegaan te vragen weer aan boord te komen. Mede om die reden zijn oud-medewerkers uitgenodigd bij de officiële opening van de nieuwbouw, medio september. Wie weet vallen ze voor ‘het clubgevoel’ dat de Omgevingsdienst wil uitstralen. ‘Je zou hun ervaring heel goed kunnen gebruiken voor het begeleiden van trainees’, zegt Martin den Boer. ‘Al is het maar een paar dagen per week.’
Hoewel het personeelstekort nu volgens Prent nog meevalt, dwingt dat toch het maken van keuzes af in wat de Omgevingsdienst wel en wat niet meer – of anders – oppakt. Om zo veel mogelijk te voorkomen dat vergunningaanvragen langer blijven liggen, werkt het team Advies en Toetsing Bouw sinds enige tijd met zogeheten flitsvergunningen voor aanvragen van bijvoorbeeld dakkappellen en uitbouwen. Die worden minder scherp getoetst dan vergunningaanvragen waarbij de veiligheid en gezondheid in het geding is, of waarbij het gaat om grotere werken zoals de transitie van een kantoorgebouw naar een complex van 70 woningen.
‘Maken we die keuze niet, dan duurt het afgeven van een vergunning voor een dakkapel misschien wel twaalf weken. Daar wordt geen burger blij van. Met een flitsvergunning kan het in twee à vier weken zijn afgehandeld’, zegt Sherwin Zandwijken. Andere keuze is het prioriteren bij handhaving. Dit om volgens Martin den Boer met volle aandacht de controles op een paar complexe objecten te kunnen blijven doen. Door meer en beter gebruik te maken van data is volgens hem ook winst te behalen. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij controles van afvalbedrijven. ‘Gewoon slimmer gebruik maken van informatie die er via data al is.’
Externe inhuur
Maar ondanks die inzet op eigen opleidingen, het slimmer handhaven, het weer binnenhalen van gepensioneerden en het verlenen van wat extra periodiekjes ontkomt ODRA er niet aan, vaker gebruik te maken van externe inhuur om al het werk gedaan te krijgen. Het gaat dan vooral om handhavers en juristen. Dat heeft uiteraard wel gevolgen voor het huishoudboekje van de Omgevingsdienst. Annette Prent: ‘Die externen vormen een aanslag op de begroting. Inhuur is duurder, veel duurder dan eigen personeel. Voor specialisten betaal je het volle pond. Er is begroot op een flexibele schil van 15 procent tegen een bepaald uurtarief. Intussen laat de markt de uurtarieven stijgen. Gevolg: de tien gemeenten en de provincie krijgen meer kosten op hun bord. Voor een grote gemeente als Arnhem valt dat misschien wat makkelijker te betalen, maar voor bijvoorbeeld Rozendaal, Duiven, Westervoort is dat een stuk lastiger.’
Dat aan ophoging van de begroting straks niet valt te ontkomen, heeft nog een andere oorzaak: de steeds mondiger wordende burger. Die accepteert, vergeleken met vroeger, steeds minder, en klaagt eerder. ‘Ik juich het toe dat mensen zich niet alles meer laten welgevallen, maar soms slaat het wel een beetje door’, zegt Zandwijken. Dan komen er bijvoorbeeld stapels Woo-verzoeken binnen vanwege een afgegeven vergunning voor een dakkapel – een burenruzie die men probeert via de Omgevingsdienst uit te vechten. ‘Dat levert ons dus heel veel extra werk op’, vult Martin den Boer aan. De mondige burger wil, terecht of onterecht, meer controles, meer handhaving. Gemeenten doen er goed aan te beseffen dat dit extra inzet vergt, al dan niet met inschakeling van dure externen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.