‘Slimmere industriepolitiek EU voor gemeenten broodnodig’

Ze waren wethouder of gedeputeerde. En sinds deze week Europarlementariër. Binnenlands Bestuur spreekt drie van hen. Vandaag: Jeannette Baljeu.

Voor onszelf zorgen

Een slimmere Nederlandse en Europese industriepolitiek is broodnodig om te zorgen dat Europa haar technologische voorsprong behoudt en tegelijk een circulaire econome opbouwt. In een onstabiele wereld moeten we als Europa weer voor onszelf kunnen zorgen. Dat vindt in juni gekozen Europarlementariër Jeannette Baljeu (VVD), die haar werkkamer in het provinciehuis van Zuid-Holland verruilt voor een werkplek in het Europees Parlement. Deze week is ze in Straatsburg benoemd. Europese ervaring heeft ze al: ze zat eerder in het Europees Comité van de Regio´s, het EU adviesorgaan van lokale en regionale overheden.

Knellende regels

In welke parlementaire commissies ze precies gaat zitten, is nog niet bekend, maar focus op het bedrijfsleven, bijvoorbeeld via verbeteringen van de interne markt, ligt voor de hand denkt ze: in Rotterdam was ze als wethouder onder meer verantwoordelijk voor de haven. In Zuid-Holland, waar ze sinds de verkiezingen van 2017 gedeputeerde was, werkte ze onder meer aan de transities van de haven, de industrie en de luchtvaart en daarnaast aan de portefeuilles water en klimaatadaptatie. Vanuit die ervaring weet ze goed dat sommige Europese en nationale regels knellen op het lokaal en regionaal niveau.

Ingewikkeld traject

Zo ziet ze problemen met de uitvoering van de Bijmengverplichting  voor gerecycled plastic. Het doel is volgens Baljeu goed, maar de weg er naartoe weerbarstig. Vanaf 2027 in Nederland en 2030 in de gehele EU wordt er regelgeving van kracht waarbij bijmenging van gerecycled plastic bij nieuw plastic verplicht wordt.  Innovatieve hoogwaardige recyclebedrijven hebben de kennis en kunde die nodig is voor de toekomst, meent ze, maar kunnen qua prijs niet concurreren tegen zogenaamde ‘virgin plastics’, nieuw plastic gemaakt van fossiele grondstoffen die op dit moment gedumpt worden op de Europese markt. Het Rotterdamse Umincorp werd hier al slachtoffer van en ging failliet. Jeannette Baljeu: ‘Het is zaak om als Europa en Nederland slimme industriepolitiek te voeren, om niet nu onze technologische voorsprong en innovatieve bedrijven te verliezen.’ Ook vindt ze dat bedrijven meer geholpen moeten worden om afval te hergebruiken als grondstof. Nu is daar een zogenaamde einde-afvalverklaring voor nodig, die van veel nationale en Europese regels afhankelijk is en in landen verschillend wordt uitgevoerd. Dat is voor bedrijven, klanten of investeerders een ingewikkeld traject dat weinig rechtszekerheid biedt, meent Baljeu.

Samenwerking

Baljeu hoopt dat ze aan dit soort onderwerpen wat kan doen in het Europees Parlement in Straatsburg en Brussel. Verhuizen gaat ze niet, ze blijft in Rotterdam wonen. Ze heeft er wel enorm veel zin in, hoewel ze redelijk kortgeleden, in 2023, was herkozen in Zuid Holland. ‘Vroeger zei ik altijd: ik wil naar Europa om een bijdrage te leveren aan de samenwerking van landen. Ik had me echt voorgenomen deze periode als gedeputeerde vol te maken, maar deze kans is te mooi om te laten schieten.’