Ongeschikt als lid van rekencommissie
'In de clinch' is een rubriek waarin jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht belicht.
Als er ruzie in een rekenkamercommissie uitbreekt, trekken vier leden zich terug. Een vijfde lid wil blijven. Hoewel dit lid niet direct schuldig is aan het conflict, wil de gemeenteraad toch het lidmaatschap beëindigen. Kan dat?
'In de clinch' is een rubriek waarin jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht belicht.
Als het conflict binnen een rekenkamercommissie (RKC) begint op te laaien, licht Manuel Solinge* – een van de vijf leden – de gemeenteraad in. Die zet een ‘verkenner’ aan het werk om de achtergronden, mogelijke oorzaken en oplossingsrichtingen te onderzoeken. De voorzitter van het presidium verklaart het rapport van de verkenner voor geheim – reden dat de gemeente waar dit speelde niet is bekendgemaakt.
Op basis van de Verkenning nemen vier van de vijf leden van de RKC vrijwillig ontslag. Solinge niet – die wordt er vervolgens door de gemeenteraad uitgezet, wat hij aanvecht. Zo wil hij niet dat hij wordt ‘ontslagen’, maar dat desnoods zijn ‘lidmaatschap wordt beeindigd’. De rechtbank Midden-Nederland buigt zich over deze zaak die, ondanks de geheimhouding, niet achter gesloten deuren plaatsvindt, zoals de raad wilde.
Solinge vindt dat hij niet ongeschikt is als lid van de RKC. Dat blijkt immers nergens uit de Verkenning. Het conflict binnen de RKC kan hem niet worden verweten, hij probeerde slechts misstanden aan de kaak te stellen die juist waren ontstaan door de ongeschiktheid van andere RKC-leden. Solinge probeerde de grote onderlinge verschillen van mening en inzicht op te lossen.
Volgens de gemeenteraad, die zich ook baseert op het advies van de commissie bezwaarschriften, valt er op Solinges inhoudelijke inbreng in de RKC niets aan te merken. Maar hij kan niet goed in de RKC samenwerken en soortgelijke problemen gaan zich mogelijk ook voordoen met Solinge in een (nieuwe) RKC. Kortom: hij is niet langer geschikt als lid van de RKC, ook al wees de verkenner Solinge nadrukkelijk niet aan als de schuldige achter het conflict. De RKC functioneerde in totaliteit niet en de verkenner adviseerde de gehele RKC te vervangen.
Daarop besloot de raad alle leden te ontslaan. Vier ervan vertrokken vrijwillig, het lidmaatschap van Solinge is nu wegens ongeschiktheid beëindigd – conform de Verordening Rekenkamercommissie. De rechtbank ziet het toch anders: er ontbreekt in de ontslagmotivering een specifiek op Solinge toegesneden onderbouwing van zijn ongeschiktheid. De raad heeft immers betoogd dat Solinge slechts als lid van de toenmalige RKC ongeschikt is bevonden, maar niet als individu, los van de toenmalige RKC. Dan kan de Verordening niet worden ingeroepen om het lidmaatschap van Solinge te beëindigen.
De rechtbank weegt het advies van de commissie bezwaarschriften wel zwaar. Daaruit blijkt dat Solinge vergaderingen van de RKC meermaals voortijdig verliet, dat hij tijdens vergaderingen en gesprekken een offensieve houding aannam en ondoordacht communiceerde. Daaruit mocht de raad concluderen dat Solinge niet (langer) geschikt is om lid van de RKC te zijn, zowel niet in de toenmalige als in een toekomstige.
Met deze gedragingen beschikte Solinge niet over de noodzakelijke competenties (op het gebied van communicatie en samenwerking) die nodig zijn voor het lidmaatschap van een RKC. Dat hij het optreden van de RKC aan de kaak stelde, deed hij vast met de beste bedoelingen, maar dat gebeurde niet op een constructieve en passende manier. Zo had ook Solinge een aandeel in het disfunctioneren van de toenmalige RKC en daarvan moet hij de consequenties dragen, aldus de rechtbank (uitspraak 20 oktober 2020). Beëindiging van het lidmaatschap blijft in stand.
* De naam is gefingeerd.
ECLI:NL:RBMNE:2020:4461
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.