Gezondheidsrisico’s ambtenaar ter discussie
Het beroep van ambtenaar is veelal niet gevaarlijk, maar er zijn in de werkomgeving altijd risico’s aanwezig. Wie gezondheidsschade lijdt, wil daarvoor graag enige compensatie of genoegdoening. Als de werkgever aansprakelijk is voor de schade, dan dient deze de schade te vergoeden. Maar wanneer is de overheidswerkgever precies aansprakelijk?
Ook ambtenaren lopen gezondheidsrisico’s op de werkvloer. Nu moeten ze hun schade zien te verhalen bij de bestuursrechter, na 2020 – met de invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren – wordt dat de burgerlijke rechter. Dat heeft voor hen voor- én nadelen.
Een medewerker van de gemeentelijke technische dienst die een zwaar voorwerp op zijn voet laat vallen. Een ambtenaar die op weg naar een subsidieaanvrager met zijn fiets een ongeval krijgt. Een ambtenaar die met een burn-out thuis zit.
Beroepsziekte
Het beroep van ambtenaar is veelal niet gevaarlijk, maar er zijn in de werkomgeving altijd risico’s aanwezig. Wie gezondheidsschade lijdt, wil daarvoor graag enige compensatie of genoegdoening. Als de werkgever aansprakelijk is voor de schade, dan dient deze de schade te vergoeden.
Maar wanneer is de overheidswerkgever precies aansprakelijk? Welke zorgplichten heeft de werkgever om deze risico’s te voorkomen? Wanneer is sprake van goed werkgeverschap? Wie moet wat bewijzen? De antwoorden op die vragen zijn na 2020 – als de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) is ingevoerd – wat anders dan onder het huidige ambtenarenrecht. Ambtenaren die een bedrijfsongeval of beroepsziekte hebben gekregen, worden er met de Wnra soms beter en soms slechter van.
Zorgplicht
‘Op dit moment hebben ambtenaren voordeel van de rechtspositieregelingen’, zegt Lianne van Vliet, advocaat en MfN-geregistreerd mediator ambtenarenrecht en arbeidsrecht, die ook veel ontslagzaken doet. ‘De huidige rechtspositieregelingen blijven van toepassing zolang er geen nieuwe cao is. Voor ambtenaren is het belangrijk dat deze rechtspositieregelingen behouden blijven, want schending van de zorgplicht van de werkgever is daar nu geen strikte vereiste. Er wordt dus nu eerder, op basis van de rechtspositieregeling, een recht op vergoeding van schade door de overheidswerkgever aangenomen, wat voordelig is voor de ambtenaar. Zouden deze rechtspositieregelingen niet meer gelden, dan zal er een discussie ontstaan, waarbij een overheidswerkgever zal zeggen: “Ik heb voldaan aan mijn zorgplicht, dus ik hoef geen schadevergoeding te betalen.” Daarom is het voor de ambtenaar van belang, dat deze rechtspositieregelingen blijven bestaan. ‘Of dit gebeurt is afhankelijk van het resultaat van de cao-onderhandelingen’, aldus Van Vliet.
Nieuwe bewijsregels
Een ambtenaar die gezondheidsschade heeft opgelopen, zal moeten aantonen dat zijn werkgever daarvoor aansprakelijk is. Op dat punt gaat er wat veranderen. In het huidige ambtenarenrecht geldt de zogenoemde vrije bewijsleer: de bestuursrechter is vrij invulling te geven aan de verschillende aspecten van het bewijsrecht, tenzij de wet anders bepaalt. Zo beslist de bestuursrechter vaak zelf over de bewijslevering, de bewijslastverdeling en de bewijswaardering. De bestuursrechter heeft meer ruimte allerlei aspecten mee te wegen. Het civiele bewijsrecht daarentegen is strikter en meer in wettelijke regels vastgelegd. De civiele rechter is lijdelijk. Dat betekent onder meer dat hij die feiten en rechten aan zijn beslissing ten grondslag mag leggen waar hij in het geding kennis van heeft genomen of die zijn gesteld en zijn komen vast te staan. ‘Kun je in het civiele recht niet aan je bewijs voldoen dan is een negatieve uitkomst vrijwel zeker het gevolg’, aldus Van Vliet. ‘Na 2020 krijgen ambtenaren met die nieuwe bewijsregels te maken. Dat maakt het er voor hen niet gemakkelijker op.’
Psychisch letsel
Zal de bewijslast voor ambtenaren die werken met schadelijke stoffen wat zwaarder worden, dat geldt weer niet voor ambtenaren die te maken hebben met psychisch letsel dat is opgelopen op de werkvloer. Op dit moment wordt aansprakelijkheid van de overheidswerkgever pas aangenomen als vaststaat dat de ambtenaar werkzaam was onder ‘excessieve’ omstandigheden. Volgens Van Vliet worden ‘excessieve’ omstandigheden op de werkvloer niet snel aangenomen.
Neem de bijstandsambtenaar die psychische klachten had ontwikkeld na een telefonische bedreiging: het excessieve element kon niet worden aangetoond, zodat de gemeente niet aansprakelijk was. Dat gold ook voor de ambtenaar die extra werk kreeg omdat hij tijdelijk een collega moest vervangen en vervolgens een burn-out opliep. Dat zijn ‘normale werkomstandigheden’, oordeelde de Centrale Raad van Beroep.
Het goede nieuws voor ambtenaren is, zegt Van Vliet, dat het ervoor hen na 2020 beter uitziet. ‘Excessieve en buitensporige omstandigheden zijn alleen vereist in het huidige ambtenarenrecht, niet in het civiele recht. Voor ambtenaren verdwijnt dit criterium dus. Als die moeilijke hobbel om excessieve omstandigheden aannemelijk te maken is verdwenen, kunnen ambtenaren psychische schade die op het werk is opgelopen eerder aantonen. Dat is voor hen een groot voordeel.’
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 12 van deze week (inlog)
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.