Ruim helft van alle gemeenteambtenaren ziet de werkdruk oplopen
De balans tussen de hoeveelheid taken en de personele bezetting raakt in het gemeentehuis steeds verder zoek.
Natuurlijk, er zijn altijd mensen die nergens last van hebben. Hoge werkdruk? Nee hoor, aldus twee op de honderd gemeenteambtenaren. Uit een enquête van Binnenlands Bestuur blijkt dat het merendeel van hun collega’s er wel degelijk gebukt onder gaat. Om precies te zijn 53 procent.
Nijpend personeelsgebrek
Met enige regelmaat en in toenemende frequentie verschijnen er krantenkoppen waarin staat dat het vanwege nijpend personeelsgebrek ‘piept en kraakt’ in gemeente X en Y. Reden voor de redactie van Binnenlands Bestuur poolshoogte te nemen hoe de vlag er in de breedte bij hangt op de gemeentelijke werkvloer. Ruim 1.500 ambtenaren vulden de enquête in, waarin werd gevraagd naar in hoeverre er sprake is van een hoge werkdruk en zo ja, of die zelfs verder aan het oplopen is. Op beide vragen is het antwoord duidelijk. Ruim één op
de twee medewerkers geeft aan dat die werkdruk hoog tot heel hoog is en ook nog eens oploopt.
Externe inhuur
Ze wijzen er diverse oorzaken voor aan, waarvan er twee uitspringen: de hoge werkdruk wijten ze vooral aan de extra taken die de laatste jaren op het bordje van de gemeenten zijn komen liggen en het tekort aan handjes. Er is, zegt een van de respondenten, geen goed personeel te krijgen.
Ze kampen daarnaast met veel langdurige zieken, vergeven uren aan collega’s die mantelzorgers zijn en uitstroom van gepensioneerde collega’s. ‘Mensen hebben meer keuzes en kiezen toch ook voor meer salaris’, weet een ander. Externen inzetten dan maar? Dat gebeurt intussen volop, maar het probleem is dat die vaak eerst nog moeten worden ingewerkt door vaste krachten. Wat weer extra werkdruk geeft. Bijkomend nadeel is dat waar veel ingehuurd personeel wordt ingezet, de teamcultuur er aan onder door gaat. Veel externen doen immers precies en alleen dat waarvoor ze zijn besteld.
Bureaucratie
Veel respondenten geven af op de bureaucratie, de regels en de termijnen waarbinnen ze moeten werken. Maar minstens zo vaak wordt met een beschuldigende vinger naar het management gewezen als veroorzaker van de werkdruk. ‘De leidinggevenden zijn vaak doorgegroeide ‘vakspecialisten’ zonder de vaardigheden, kennis en ambities om aan een organisatie en collega’s leiding te geven’, volgens de een. Te vaak zijn er wijzigingen in de organisatie en wordt er gewisseld van visie. Dat wil zeggen: als die er al is. Een duidelijke lijn wordt hier en daar node gemist.
De directieleden zou geen keuzes durven maken, bang als ze zijn fouten te maken. Een enkeling spreekt zelfs van ‘hysterisch’ leiderschap. ‘Oftewel, overal op gaan lopen en geen “nee” willen zeggen.’
Hype
Een kleine minderheid geeft aan weinig tot heel weinig werkdruk te ervaren, spreekt van een ‘hype’ waar je beter niet aan kan meedoen. ‘En verder niet te veel zeuren: je wordt betaald om prestaties te leveren en een beetje druk hoort daar wat mij betreft bij’, reageert een van hen. En wie er niet tegen kan, moet maar gaan uitkijken naar een andere baan.
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 3 van deze week. (inlog)
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Maar in het zeldzame geval dàt zo'n kandidaat tot de laatste selectieronde weet te komen, gaan mensen met (meer) recente werkervaring en dus geen meerjarig uitkeringsverleden alsnog aan de haal met de baan.
Want zij hebben immers ervaring en een uitkeringsgerechtigde niet. Dat de ervaren kandidaat waarschijnlijk weer snel vertrekt, wordt in alle gevallen voor lief genomen. Maar de gemotiveerde uitkeringsgerechtigde met misschien wat 'vlekjes' en/of achterstand krijgt de kous op de kop en "moet vooral doorgaan met solliciteren" van diezelfde gemeente anders wordt een uitkeringsverlagende maatregel opgelegd.
Er is voldoende potentieel voor handen, maar de wil om deze mensen aan te nemen en kansen te bieden, blijft de grote afwezige. En ja, dan kun je natuurlijk blijven beweren dat er geen goed personeel te vinden is ....
Maar in het zeldzame geval dàt zo'n kandidaat tot de laatste selectieronde weet te komen, gaan mensen met (meer) recente werkervaring en dus geen meerjarig uitkeringsverleden alsnog aan de haal met de baan.
Want zij hebben immers ervaring en een uitkeringsgerechtigde niet. Dat de ervaren kandidaat waarschijnlijk weer snel vertrekt, wordt in alle gevallen voor lief genomen. Maar de gemotiveerde uitkeringsgerechtigde met misschien wat 'vlekjes' en/of achterstand krijgt de kous op de kop en "moet vooral doorgaan met solliciteren" van diezelfde gemeente anders wordt een uitkeringsverlagende maatregel opgelegd.
Er is voldoende potentieel voor handen, maar de wil om deze mensen aan te nemen en kansen te bieden, blijft de grote afwezige. En ja, dan kun je natuurlijk blijven beweren dat er geen goed personeel te vinden is ....