Ga respectvol om met gezag leidinggevende
Een leidinggevende die op zijn ondergeschikten ‘schiet’ – daar hoef je toch geen respect voor op te brengen? Daarom wilde een Amsterdamse ambtenaar niet naar zijn chef voor het jaarlijkse voortgangsgesprek. Waarom werd die ambtenaar daarvoor toch gestraft?
'In de clinch' is een rubriek waarin jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht belicht.
De geschiedenis lijkt zich in het geval van Henry Polsman*, gemeenteambtenaar te Amsterdam, te herhalen. In 2015 wordt hij door het college berispt omdat hij tweemaal een uitnodiging van zijn leidinggevende voor een gesprek negeert, hij een ‘onbehoorlijke’ mail naar zijn chef stuurt en niet correct verlof opneemt.
Twee jaar later. Polsman weigert meer dan eens om het verslag van een planningsgesprek te ondertekenen en hij wil niet deelnemen aan een voortgangsgesprek. Hem wordt voorwaardelijk ontslag toegezegd, met een proeftijd van één jaar.
Later dat jaar. Polsman moet opnieuw op een planningsgesprek verschijnen maar zegt per mail het vertrouwen op in zijn leidinggevende. Als het college hem een dienstopdracht geeft om te komen, is hij weliswaar aanwezig maar op het verslag van dat gesprek wil hij niet reageren. Wel laat hij de gemeentesecretaris weten dat hij de gang van zaken rond de verslaglegging ongebruikelijk en niet respectvol vindt, en dat hij zich eraan stoort dat de gemeente niet alle kosten op zich neemt van de mediation die beide partijen over het strafontslag zouden gaan voeren – daarom heeft Polsman de mediation niet geaccepteerd. Omdat hij geen vertrouwen heeft in zijn chef legt hij zijn werk neer. Hij wil pas weer komen als er een ‘bekwame leiding is die een inclusieve cultuur uitdraagt’. Pas nadat hij weer een dienstopdracht krijgt gaat Polsman aan de slag, omdat anders zijn salaris wordt stopgezet.
Ook een nieuw voortgangsgesprek met zijn leidinggevende laat hij lopen: Polsman laat weer weten dat hij zijn leidinggevende niet als zodanig accepteert. Die heeft hem niet alleen met ontslag bedreigd, hij heeft ook met een luchtdrukgeweer op collega’s geschoten – tijdens een paintball-teamuitje. Met dergelijke leidinggevenden wil Polsman niet samenwerken.
Het college is er dan klaar mee en schorst hem met onmiddellijke ingang, met behoud van bezoldiging. Later maakt het college het voornemen kenbaar om het opgelegde voor waardelijk strafontslag ten uitvoer te leggen. Steeds weigeren om op gesprek te komen, mails aan zijn leidinggevende en de gemeentesecretaris die als ‘niet respectvol’ worden aangemerkt – dat is doorgaand ontoelaatbaar gedrag, wat plichtsverzuim oplevert.
Vruchtbare samenwerking met deze ambtenaar zit er volgens het college zo niet in. Bij de rechtbank Amsterdam vindt Polsman geen gehoor, en probeert de Centrale Raad van Beroep achter zich te krijgen. Die vindt de schorsing terecht, want een concrete verdenking van plichtsverzuim is in het algemeen voldoende om een ordemaatregel te treffen, zeker als aan de integriteit van de ambtenaar moet worden getwijfeld en het vertrouwen zozeer is geschaad dat het niet aanvaardbaar is dat hij zijn werk blijft doen. De eerste schorsing mét behoud van bezoldiging was terecht, de tweede schorsing zonder bezoldiging ook.
En dat geldt ook voor het voorwaardelijk opgelegde strafontslag. Polsman mag dan een eigen ‘levensfilosofie’ hebben ontwikkeld, maar die verdraagt zich niet met de ambtelijke hiërarchische verhoudingen binnen de gemeente. Hij doet dan, om zijn hachje te redden, een beroep op de Universele verklaring voor de rechten van de mens. Dat veegt de Raad in zijn uitspraak van 16 april 2020 snel van tafel: aan dat verdrag kunnen geen rechtstreeks concrete aanspraken worden ontleend.
* De naam is gefingeerd.
ECLI:NL:CRVB:2020:968
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.