Te lange vakantie is reden voor ontslag
'In de clinch' is een rubriek waarin jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht belicht.
Zonder toestemming verlengt een Amsterdamse ambtenaar haar vakantie. Daarna weigert ze om te gaan werken, omdat ze zich ziek voelt. Mag het college haar ontslaan, gezien haar leeftijd, staat van dienst en positie op de arbeidsmarkt?
'In de clinch' is een rubriek waarin jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht belicht.
Zes weken vakantie in Suriname, Carla Goedheid* ziet het wel zitten. Twee dagen voordat haar verlof afloopt (half februari 2018), boekt ze haar terugvlucht om. De retourdatum wordt een maand later.
Daags na aankomst meldt ze zich bij haar leidinggevende ziek, later die dag neemt ze dat weer terug. Ze heeft haar ticket verlengd wegens ziekte van haar vader. Snel daarna volgt een verantwoordingsgesprek, weer een dag later meldt zij zich echt ziek. De bedrijfsarts vindt dat zij arbeidsgeschikt is, Goedheid wordt opgedragen te komen werken, anders heeft dat rechtspositionele gevolgen. Omdat zij het niet eens is met de bevindingen van de bedrijfsarts, komt ze niet.
Het college stuurt een laatste waarschuwing. Nu ze weer niet komt, legt het college haar met onmiddellijke ingang de disciplinaire straf van ontslag op wegens zeer ernstig plichtsverzuim. Daarbij speelt ook dat Goedheid in 2014 was berispt om dat zij toen ook haar verblijf in Suriname zonder toestemming had verlengd. De rechtbank Amsterdam lijkt daar minder aan te tillen en vernietigt het ontslagbesluit.
Wat Goedheid had gedaan was zeker plichtsverzuim maar onvoorwaardelijk ontslag is een te zware sanctie. Daarbij kijkt rechtbank ook naar de lange staat van dienst van Goedheid (zij werkt sinds 1998 op het Amsterdamse gemeentehuis), haar leeftijd, haar positie op de arbeidsmarkt en de gevolgen voor haar op persoonlijk en financieel vlak. Het strafontslag kan beter voorwaardelijk worden opgelegd, met een proeftijd.
Het college houdt vast aan het onvoorwaardelijk strafontslag, en tekent hoger beroep aan. De Centrale Raad van Beroep rekent het ongeoorloofde verlof in 2014 Goedheid wel zwaar aan. Ook toen voerde het college gesprekken met haar, waarbij ze aangaf bang te zijn haar baan te verliezen. Ze erkende dat zij niet had gehandeld zoals van haar mag worden verwacht. Vanwege haar privésituatie besloot het college te volstaan met een berisping – volgens de Raad een duidelijke waarschuwing aan Goedheids adres om zich voortaan te gedragen overeenkomstig de voorschriften. Ondanks deze waarschuwing besloot zij wederom zonder toestemming haar vakantie in Suriname te verlengen.
Dat zij vervolgens na terugkeer bij herhaling weigerde het werk te hervatten, getuigt volgens de Raad ook van eigenzinnig gedrag, waarmee Goedheid aangeeft zich niet te willen voegen naar de regels waaraan zij zich heeft te houden. Het college heeft haar in diverse brieven nadrukkelijk gewezen op mogelijke rechtspositionele gevolgen, indien zij de oproepen om het werk te hervatten zou negeren. Het college mocht verlangen dat Goedheid, een door de bedrijfsarts arbeidsgeschikt bevonden ambtenaar, medewerking zou verlenen aan redelijke opdrachten om weer aan het werk gaan. Ze heeft – met bijvoorbeeld een second opinion – niet aangetoond dat ze wel arbeidsongeschikt was.
Een officiële berisping, meerdere waarschuwingen, het wijzen op rechtspositionele consequenties – Goedheid was een gewaarschuwd mens. Daarom was, gezien de aard en de ernst van het plichtsverzuim, de door het college gekozen zwaarste straf van onvoorwaardelijk ontslag niet onevenredig. Het college mocht de belangen van de gemeente prevaleren boven die van Goedheid. Haar leeftijd, lange staat van dienst en haar positie op de arbeidsmarkt maken de Raad (uitspraak 17 december 2020) niet milder.
* De naam is gefingeerd.
ECLI:NL:CRVB:2020:3269
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.