Advertentie
carrière / Nieuws

Second opinion: geen wachtgelduitkering

'In de clinch' is een rubriek waarin jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht belicht.

29 januari 2021
in-de-clinch.jpg

Nadat een medisch onderzoek uitwijst dat een voormalig wethouder recht heeft op een verlengde wachtgelduitkering, vraagt het college om een second opinion. Mocht het college wel een tweede onderzoek laten uitvoeren? 

'In de clinch' is een rubriek waarin jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht belicht. 

Onno Brugstra* is tussen 1998 en 2014 werkzaam als wethouder. Direct na zijn aftreden wordt hij elders ambtenaar, voor 27 uur per week. Vanaf de eerste werkdag krijgt hij een (wachtgeld)uitkering op grond van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa), voor ruim drie jaar. Brugstra wil dat in 2017 graag verlengen, wat op grond van de Appa mogelijk is – mits er sprake is van algemene invaliditeit.

Om dat te kunnen vaststellen laat het college van B&W van Stadskanaal, waar Brugstra werkt, een medisch en arbeidsdeskundig onderzoek verrichten door Qare Health. De resultaten hiervan – gunstig voor Brugstra – zijn voor het college aanleiding nieuw onderzoek te laten verrichten, deze keer door Remédis Expertises. Uiteindelijk wijst het college het verzoek van Brugstra af: uit de rapportages van Remédis volgt dat geen sprake is van (blijvende) invaliditeit – dus ook geen recht op voortzetting van de Appa-uitkering.

Daar is Brugstra het niet mee eens, de Centrale Raad van Beroep moet de knoop doorhakken. Volgens hem had het college geen geldige reden een nieuw onderzoek (second opinion) te gelasten nu er een gedegen rapport van Qare lag. Het college had het advies uit dit rapport moeten opvolgen, zodat Brugstra in aanmerking zou komen voor de voortgezette wachtgelduitkering. De Raad is het daar niet mee eens. Waarom zou het college, dat twijfelt aan de uitkomst van een onderzoek, niet mogen besluiten tot een nader of tweede onderzoek? Er is geen rechtsregel die zich daartegen verzet. In het besluit, waarin afwijzend is gereageerd op Brugstra’s verzoek, heeft het college gemotiveerd aangegeven wat de redenen zijn geweest om te twijfelen aan de rapportage van Qare en om die reden een tweede onderzoek te laten uitvoeren. En uit dat onderzoek kwam wat geheel anders dan uit het onderzoek van Qare.

Namelijk: Brugstra is niet arbeidsongeschikt. De verzekeringsarts van Remédis concludeert dat Brugstra beperkt is voor het langdurig statisch en dynamisch hoog frequent en zwaar belasten van rug en nek. Ook is hij beperkt voor het langdurig achtereen en momentaan zwaar belasten van de basis van de linkerduim. De vermoeidheid waarover Brugstra klaagt, betekent echter niet dat er sprake is van andere beperkingen. Noch bij het onderzoek van de verzekeringsarts, noch op basis van het sociaal functioneren van Brugstra zijn aanwijzingen gevonden voor het bestaan van moeheid, en voor kennelijke beperkingen die daaruit zouden voortvloeien. Brugstra zelf heeft geen medische gegevens overlegd die tot een andere conclusie leiden.

Er zijn dus wel enkele medische beperkingen, maar is ook een urenbeperking aangewezen? Dat zou kunnen worden gesteld als er bijvoorbeeld sprake is van een stoornis in de energiehuishouding. Volgens de verzekeringsarts zijn daarvoor geen aanwijzingen gevonden, zodat er geen redenen zijn dat Brugstra minder uren inzetbaar zou zijn. De ex-wethouder werpt nog tegen dat het onderzoek van de arts onzorgvuldig is geweest maar dat overtuigt de Raad niet.

Dat rapport is inzichtelijk en consistent, zeker nu deze second opinion is gebaseerd op een verzekeringsgeneeskundig onderzoek, dossieronderzoek, het eigen verhaal van Brugstra en medische gegevens van de huisarts. Ook de Raad oordeelt (uitspraak 7 januari 2021) dat Brugstra geen recht meer heeft op een wachtgelduitkering.

* De naam is gefingeerd.
ECLI:NL:CRVB:2021:55

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie