Re-integreren, anders geen ontslagpremie
In de clinch is een rubriek waarin jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht belicht. In dit dossier vindt u alle bijdragen bij elkaar.
Een ambtenaar van de Belastingdienst neemt na burn-out-klachten vrijwillig ontslag, en krijgt een stimuleringspremie mee. Waarom wordt hij tijdens een re-integratietraject alsnog ontslagen?
In de clinch is een rubriek waarin jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht belicht.
Een burn-out bij de Belastingdienst, dat is wat Ronald Heitema* overkomt. Twee weken nadat hij zich daarvoor ziek meldt tekent hij een vaststellingsovereenkomst waarin staat dat hij vrijwillig ontslag neemt, en over twee jaar zal vertrekken. Hij krijgt een stimuleringspremie van bijna 37 mille bruto.
Na zijn ziekmelding moet hij wel naar de bedrijfsarts. Die adviseert Heitema regelmatig contact te houden met zijn werkgever om zo een terugkeer te vergemakkelijken. Vervolgens nodigt die werkgever – de staatssecretaris van Financiën – Heitema uit voor een gesprek met zijn leidinggevende en de re-integratiemanager. Heitema laat weten niet te kunnen komen vanwege zijn ziekte.
Een week later wordt hij opnieuw uitgenodigd en weer meldt hij zich met dezelfde reden af. Een derde verzoek om naar de afspraak te komen negeert hij. De bedrijfsarts laat dan weten dat er geen medische beperkingen waren om bij dat gesprek weg te blijven, dat er arbeidsmogelijkheden zijn en dat is geadviseerd een expertiseonderzoek in te stellen. Ook bij een vierde gesprek over zijn re-integratie komt Heitema niet opdagen en is hij telefonisch niet bereikbaar.
Dan wordt het serieus. Uitnodigingen krijgt hij niet meer, het worden dienstopdrachten. Vijfde geplande gesprek: geen Heitema, zelfs geen tegenbericht. De staatssecretaris is er klaar mee, verklaart zijn bezoldiging voor vervallen en vaardigt een tweede dienstopdracht uit: ga nú praten met de plaatsvervangend directeur en HR-adviseur. Als Heitema weigert, kan ontslag volgen en komt de stimuleringspremie te vervallen. Hij is in geen velden of wegen te bekennen. Dan pakt de staatssecretaris door. Omdat Heitema tijdens zijn arbeidsongeschiktheid stelselmatig niet bereikbaar was, adviezen van de bedrijfsarts niet opvolgde, onvoldoende meewerkte aan zijn re-integratie en dienstopdrachten niet uitvoerde, wordt hij ontslagen.
Bij de Centrale Raad van Beroep verweert Heitema zich door te betogen dat een gesprek over zijn re-integratie en werkhervatting slechts kan plaatsvinden nadat de bedrijfsarts een probleemanalyse en een plan van aanpak heeft gemaakt. Die had daarvoor te weinig informatie en stelde daarom een expertise voor. Dat heeft de staatssecretaris niet laten uitvoeren, zodat niet Heitema maar juist de staatssecretaris het advies van de bedrijfsarts niet opvolgde. Zonder expertise is niet bekend of en in welke mate hij medisch beperkt is voor re-integratie.
Daarom was er, aldus Heitema, een goede grond geen gehoor te geven aan de uitnodigingen en ‘onredelijke’ dienstopdrachten. De Raad verwerpt dit in zijn uitspraak van 2 mei 2019. De bedrijfsarts had immers laten weten dat Heitema – ondanks zijn ziekte – best naar de gesprekken had kunnen komen, en dus geen reden had de dienstopdrachten te negeren. Het niet opvolgen van de adviezen van de bedrijfsarts en het niet-naleven van de regels over re-integratie zijn goede redenen om de bezoldiging stop te zetten, aldus de Raad.
Ook mocht de staatssecretaris hem ontslaan, want Heitema maakte zich schuldig aan ernstig plichtsverzuim. De staatssecretaris had hem nadrukkelijk gewezen op de gevolgen als hij niet op de gesprekken zou verschijnen en wat het zou betekenen als hij niet zou meewerken aan zijn re-integratie. Heitema was een gewaarschuwd man die niettemin zijn eigen plan trok. Voor hem is duidelijk: ook in de periode van twee jaar voordat hij vrijwillig met ontslag kan gaan, moet hij meewerken aan zijn re-integratie – anders volgt onvrijwillig ontslag.
* De naam is gefingeerd.
ECLI:NL:CRVB:2019:1551
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.