Boa wil medaille, geen legpenning
'In de clinch' is een rubriek waarin jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht belicht.
Een BOA verricht al lange tijd uitvoerende opsporingstaken binnen de politie. Als hij twaalf en een half jaar in dienst is krijgt hij een legpenning. Maar hij wil een hogere onderscheiding: een medaille. Heeft hij daar volgens de rechtbank recht op?
'In de clinch' is een rubriek waarin jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht belicht.
Leuk natuurlijk, een gratificatie voor zijn twaalfenhalfjarige jubileum als bijzondere opsporingsambtenaar. En nog leuker: hij kreeg ook nog de legpenning ‘Trouwe en lang durige dienst binnen de Nederlandse politie’. Maar het was niet leuk genoeg – de BOA wil een medaille.
Han Vessels* is in 2016 geplaatst in een zogenoemde executieve functie. Hij beschikt niet over een politiediploma, maar verricht zijn uitvoerende (opsporings)taken op basis van een BOA-certificaat. Hij is niet formeel aangesteld voor de uitvoering van de politietaak als bedoeld in de Politiewet 2012. Hij valt als BOA wel onder de Politiewet.
Op die medaille heeft hij geen recht, zegt zijn korpschef: alleen medewerkers die zijn aangesteld voor de uitvoering van de politietaak kunnen een medaille ontvangen. Zo staat dat immers in het Besluit medaille trouwe en langdurige dienst Nederlandse politie, en in een interne gedragslijn. Die komt erop neer dat de formele aanstelling doorslaggevend is en niet de feitelijke werkzaamheden.
Vessels ziet het anders: hij is als BOA met de uitvoering van politietaken belast, en valt onder de definitie van ‘ambtenaar’ zoals bedoeld in het Besluit, en komt dus wél voor een medaille in aanmerking. De ruzie over de medaille loopt zo hoog op, dat die belandt bij de rechtbank Noord-Holland. Die stelt, om te beginnen, dat het toekennen van de medaille niet de bevoegdheid is van de korpschef maar van de minister van Justitie en Veiligheid. De korpschef is wel degene die een aanvraag moet indienen bij de Kanselarij der Nederlandse Orden. Dat had deze korpschef niet gedaan, wat hij volgens Vessels wel moeten doen.
Net als Vessels leest de rechtbank dat het Besluit bepaalt dat een medaille wordt toegekend aan de ambtenaar die gedurende een periode van 12½ (en ook 25 of 40) jaar werkzaam is binnen de politie, en daarbij is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak. Klopt, zegt de korpschef: maar dat heeft alleen betrekking op politieambtenaren, omdat die – zo staat in de Politiewet 2012 – zijn aangesteld voor de uitvoering van de politietaak. BOA’s zijn niet als zodanig aangesteld, maar zijn belast met uitvoerende politietaken.
Maar als die uitleg wordt gevolgd, aldus de rechtbank in zijn uitspraak van 17 september 2020, dan komen BOA’s nooit in aanmerking voor een medaille. Er zijn immers geen BOA’s die ook zijn aangesteld voor de uitvoering van de politietaak. Dat roept de vraag op, zegt de rechtbank, waarom BOA’s dan wel uitdrukkelijk als ‘ambtenaar’ in de zin van het Besluit zijn aangemerkt. Was het de bedoeling van het Besluit geweest alleen politieambtenaren die zijn aangesteld voor de uitvoering van de politietaak een medaille toe te kennen, dan zou een dergelijke vermelding onlogisch zijn geweest. Politieambtenaren die louter administratieve werkzaamheden verrichten zijn uitgesloten van toekenning van een medaille, maar dat geldt niet voor BOA’s.
Opgeteld, zegt de rechtbank, heeft de korpschef een te beperkte uitleg gegeven aan het Besluit medaille trouwe en langdurige dienst Nederlandse politie. Hij had dan ook niet mogen weigeren Vessels voor te dragen voor een medaille. De rechtbank draagt de korpschef dan ook op om Vessels alsnog voor te dragen voor de medaille, zodat de Kanselarij deze kan verstrekken.
* De naam is gefingeerd.
ECLI:NL:RBNHO:2020:7169
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.