Nu ook salarislimiet voor semipublieke organisatie
Met het indienen van de laatste fase van het wetsvoorstel normering topinkomens wil minister Plasterk ook alle semipublieke topsalarissen een halt toeroepen. Geen enkel salaris dat van belastinggeld of premies mag dan nog hoger zijn dan een ministerssalaris.
Met de laatste uitbreiding van de Wet normering topinkomens (WNT) moeten nu alle veelverdieners van semipublieke organisaties eraan geloven. Minister Plasterk wil met zijn wetsvoorstel WNT3 ervoor zorgen dat niemand met een salaris, dat uit belastinggeld of zorgpremies bestaat, meer dan een minister verdient. Voor 2017 is dat 181 duizend euro per jaar. Een eenvoudiger versie van de WNT is al een aantal jaren geleden ingevoerd, maar er zijn nog steeds honderden topambtenaren en hoge semi-ambtenaren die meer dan het ministerssalaris.
Zeer hoge beloningen
‘Organisaties die een publieke taak uitvoeren, betaald met belasting- of premiegeld, moeten maatschappelijk aanvaardbare salarissen betalen’, vindt de minister. ‘Het stellen van een maximale bezoldigingsnorm draagt bij aan het vertrouwen in en maatschappelijk draagvlak voor de publieke en semipublieke sectoren. Met deze wet wordt een eind gemaakt aan zeer hoge beloningen, bijvoorbeeld voor managers die niet als topbestuurder aangemerkt worden en voor wie dus geen maximum geldt.’ Overigens voegt de minister toe dat het mogelijk blijft een uitzondering te maken.
Geen limiet
Voor consultants, communicatieadviseurs, interim-managers, juristen en andere door de overheid ingehuurde specialisten geldt de WNT alleen als zij binnen 18 maanden zes maanden of meer de functie van een topfunctionaris vervullen. Zo niet, dan is er geen limiet wat betreft hun beloning. Soms gaat het om enkele tonnen per persoon per jaar. En ook medisch specialisten vallen, zoals eerder besloten in het Zorgakkoord, buiten het wetsvoorstel. Evenals luchtverkeersleiders, in navolging op het advies van de commissie Vreeman.
14 procent boven norm
Ondanks het feit dat de Wet normering topinkomens al in 2013 is ingevoerd zit momenteel nog 14 procent van de leidinggevende topfunctionarissen boven de norm. Dat percentage is even hoog als in 2014. Het gaat om 1224 leidinggevende topfunctionarissen en 109 toezichthoudende topfunctionarissen die nog in een overgangssituatie zitten. Bij vrijwel allemaal is het salaris van boven de 178 duizend vooralsnog dus geoorloofd. Maar in 17 gevallen is er wel een overtreding geconstateerd. De toezichthouders van de Wet normering topinkomens onderzoeken deze gevallen.
Bezoldigingen toegenomen
Voorheen mochten publieke topmensen nog 130 procent van een ministerssalaris verdienen. Dat werd in 2015 verlaagd naar 100 procent met uitbreiding van de wet, de WNT2. Die wordt met de WNT3 verder uitgebreid zodat nog meer medewerkers een lager maximumloon ontvangen. Hoewel de salarisnorm dus is aangescherpt is dat juist de reden van het hoge percentage veelverdieners, aldus de minister. ‘Een automatisch gevolg hiervan is dat het aantal bezoldigingen is toegenomen in de sectoren waar deze norm van kracht is geworden.’
Minister Plasterk heeft het wetsvoorstel WNT3 naar de Raad van State gestuurd.
Wanneer voldoet onze Koning eens aan de WNT norm...