Het leven begint bij … 46!
45-plussers die op zoek zijn naar werk hebben het niet gemakkelijk. Werkgevers hebben liever jongere werknemers. Maar met de vergrijzing is deze groep met veel ervaring en kennis hard nodig.
Na een prachtig kroningsfeest (PMB Gemeente Amsterdam bedankt!) is Koning Willem-Alexander nu een week of drie in functie. De eerste officiële plichtplegingen zijn achter de rug. Het ‘maiden’-gesprek met de premier is gevoerd, de hand van IMF-president Christine Lagarde geschud, de oorlog herdacht en de bevrijding gevierd. Een mooie start van Willem’s eerste echte baan. Gek genoeg op een leeftijd waarop veel anderen juist moeten vrezen voor een onverhoopt einde aan hun loopbaan.
In een land waar werkgevers een 45 plusser soms echt al te oud vinden, is een koning van 46 ineens iemand ‘in de kracht van zijn leven’. Begrijp me niet verkeerd; met dat laatste ben ik het – als leeftijdsgenoot van onze koning – natuurlijk zeer eens. Maar hoe anders is het in de echte wereld. Grofweg 190.000 mensen boven de 45 jaar hebben momenteel een WW-uitkering. Dat is 22 procent meer dan eind 2011 het geval was. De ervaringen van werkzoekende 45 plussers zijn bepaald niet vrolijk makend. Ik hoor en lees hun verhalen steeds vaker en de teneur is als volgt: meer dan 50 sollicitatiebrieven verstuurd en nooit voor een gesprek worden uitgenodigd. Werkgevers zouden ze te duur, te inflexibel en ziekteverzuimgevoelig vinden. Vaak wordt er dan toch maar voor zichzelf begonnen, maar meestal is dat geen luxe-keuze.
Voor luxe-keuzes moeten we terug naar de jaren tachtig. Niet geheel toevallig is in die tijd ook het negatieve beeld van de oudere werknemer ontstaan. Ook toen was de werkloosheid groot en net als nu, vooral onder jongeren. Vervroegde uittreding van ouderen was destijds hét wondermiddel om de zaak weer op gang te trekken. Dit beviel blijkbaar zo goed dat het een verworven recht werd. Rondom je 50e ging je eens nadenken over het einde van je loopbaan en welke leuke ‘niet-werk’ dingen je daarna eens zou gaan doen. We hebben onszelf daarmee sneller oud gemaakt dan goed voor ons is en dat speelt ons nu nog parten.
Toch zal dit beeld ‘om’ moeten. Iemand van 45 is tegenwoordig ongeveer op de helft van zijn loopbaan en goed gevuld met duurbetaalde kennis en ervaring. Een desinvestering dus, om daar als maatschappij geen gebruik meer van te maken. Daarnaast zullen de babyboomers, die jaarlijks in steeds grotere getalen afscheid nemen, vooral door deze groep moeten worden opgevolgd. Ook jongeren gaan natuurlijk profiteren van de ruimte die zal ontstaan, maar hun aantal en ervaring is simpelweg te beperkt om het hele gat te vullen. De 45 plusser moet zichzelf dan ook scherp houden voor de arbeidsmarkt. En volgens hoogleraar arbeidsmarktbeleid Ton Wilthagen kunnen organisaties maar beter te boek komen te staan als ‘ouderenvriendelijk’. We hebben elkaar straks allemaal weer hard nodig en nu is het moment om het tij te laten keren.
Niet alleen onze jonge koning dient daarbij als goed voorbeeld. Ook zijn nu nog vergrijsde hofhouding zal daarin voorop gaan lopen. Een aantal veertigers zal hier binnenkort hun intrede doen om de zaak te verjongen. Enkele ouwe getrouwen blijven aan want hun ervaring en wijsheid kan nog niet worden gemist. Als ze nu ook nog – naast hun enige trainee Amalia – wat andere jonge starters een kans geven, dan zijn ze daar binnenkort helemaal generatieproof!
@melissaschouman (p&o-projectmanager, gemeente Amsterdam)
Me dunkt, de cijfers spreken voor zichzelf.