Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Zijn lokalo’s wel weerbaar?

De opmars van lokale partijen zet door, laten de gemeenteraadsverkiezingen zien. Dat kan gevolgen hebben voor de politieke weerbaarheid van de nieuw gekozen raden. Bieden lokale partijen net zo goed weerwerk aan lobbyende projectontwikkelaars als hun collega’s van landelijke partijen? 

06 april 2018
bokshandschoenen.jpg

Ondermijning item in nieuwe raden

‘Kopstukken als Buma en Pechtold zetten lokale partijen als beunhazen weg, terwijl wij ons bestuurswerk gewoon goed doen.’ Arjen Lagerweij van Gemeentebelangen Voorst kon zijn ergernis over de smalende houding van enkele landelijke politici tijdens de verkiezingscampagne in de Volkskrant niet bedwingen. Sinds de opmars van Pim Fortuyn is het een bewuste strategie van landelijke politici om lokale politici weg te zetten als prutsers of amateurs, zegt hoogleraar lokale politiek Marcel Boogers. ‘In het begin werd dat bevestigd, maar inmiddels zijn lokale partijen een serieuze machtsfactor. Ze kunnen prima meeregeren.’ Hoogleraar staats- en bestuursrecht Wim Voermans schreef samen met historicus Geerten Waling het boek Gemeenten in de genen.

‘Landelijke partijen zouden naar verluidt beter voorbereide en opgeleide raadsleden leveren’, zegt Voermans, ‘maar dit is een schimmenspel, want dat zijn vaak ook amateurs. Uitzonderingen zijn de carrièretijgers die komen oefenen in een gemeente voor ze aan het echte werk beginnen in een grote gemeente of op landelijk niveau. Maar ik weet niet of je wel zo blij moet zijn met dergelijke duiventilpolitici. Hoeveel meer weerwerk kunnen die bieden?’ Lector ondermijning aan de Avans Hogeschool Emile Kolthoff valt hem bij.

‘Misschien zijn afgevaardigden van lokale partijen daardoor zelfs méér gedreven omdat ze op bepaalde thema’s in de raad komen, terwijl politici voor landelijke partijen soms opportunistische carrièrejagers kunnen zijn. Hun inbedding is echter vaak net zo lokaal. Grote partijen hebben eerder een traditie van ons-kent-ons. Weerbaar maken van politici is een taak van gemeente, veiligheidspartijen en raadsadviseurs.’

Smeergeld
Ook Kolthoff betwijfelt of politici van landelijke partijen in weerbaarheid voorop liggen. ‘Er bestaat voor elk raadslid een risico van buitenaf te worden gecorrumpeerd, bedreigd of geïntimideerd en dat je smeergeld krijgt aangeboden. Maar ik denk niet dat het op plaatselijk niveau veel uitmaakt of je van een landelijke of lokale partij bent. Lokale afdelingen van landelijke partijen geven ook hun eigen kleur aan de partij.’

Natuurlijk hebben landelijke partijen een achterban en een backoffice met expertise. ‘Dat cursusaanbod is handig. Je wordt opgeleid in hoe politiek werkt, al heb ik het idee dat je vooral vergadertechnieken leert en dat het niet gaat over weerbaarheid tegen ongewenste beïnvloeding van buitenaf.’ De opmerkingen van Buma en Pechtold noemt Kolthoff ‘stemmingmakerij’. ‘Veel lokale partijen doen het goed. Het zijn gedreven mensen die net zo veel betekenis hebben voor de gemeente.’

Maar zijn landelijke partijen dan niet beter in staat politiek weerwerk te bieden aan externe financiers, ambtelijke macht en lobbygroepen? Boele Staal, commissaris van de koning in Overijssel, vindt dat een rare veronderstelling. ‘Ik denk dat lokale politici van zowel landelijke als lokale partijen aanlopen tegen de belangen van projectontwikkelaars en makelaars. Deze verdachtmakerij is nergens op gebaseerd. Ik ken voorbeelden van wethouders die te dicht op projectontwikkelaars zaten, maar dat komt niet veelvuldig voor. Er is geen reden om te denken dat lokale partijen meer beïnvloedbaar zijn.’

Staal vindt de opmerkingen van Buma en en Pechtold niet kunnen. ‘Als zij lokalen als beunhazen wegzetten, dan hebben ze geen zicht op lokale politiek.’ De cdk vindt het juist een goede ontwikkeling dat er in Overijssel veel bestuurders van lokale partijen zijn. ‘Zij zijn na de verkiezingen ook vaak met een sterker mandaat teruggekomen.’

Kennis en kunde
Boogers weet dat wordt gesuggereerd dat landelijke partijen weerbaarder zijn, maar volgens hem is dat maar in beperkte mate het geval. ‘Landelijke partijen kunnen terugvallen op kennis en kunde. Hun lokale vertegenwoordigers kunnen terecht voor raad en daad bij het Centrum voor Lokaal Bestuur (PvdA) of de Haya van Somerenstichting (VVD).

Maar je moet dat niet overschatten. Er is nu minder geld, want de partijen zijn minder groot, al er is nog wel een verschil. Lokale partijen hebben een vereniging van lokale politieke groeperingen die trainingen verzorgt, maar waar je geen lastige vragen kunt poneren. Dat kan dus niet in het veilige verband van een politieke partij. Of er meteen weerbaarheidsproblemen ontstaan, betwijfel ik. De gemeenteraad heeft ook andere fracties. Er zijn genoeg checks and balances, ook in de colleges. Het geeft niet zulke grote problemen, maar je moet wel waakzaam zijn.’ Lokale partijen halen hun expertise vaak elders op, weet Voermans. ‘Zelf krijg ik nogal eens vragen op institutioneel gebied. Ik denk dat ze ook economen of vastgoedspecialisten benaderen als op dat vlak iets speelt.’

Tegelijk hebben landelijke partijtoppen volgens Voermans steeds minder betekenisvolle wisselwerking met lokale afdelingen dan vroeger, toen ze letterlijk dreven op lokale bewegingen. Hij ontwaart nauwelijks nog bewegingen van onderop. ‘Van de Nederlanders is 2 à 3 procent lid van een politieke partij. Landelijke partijen krijgen geen voeding meer van onderop en sturen steeds meer van bovenaf op raden. De fundamenten brokkelen verder af. En dat is niet de schuld van lokale avonturiers.’

Volgens Boogers hebben landelijke partijen niet alleen meer ondersteuning, maar zijn ze daar ook meer op gespitst. Lokale misstappen leiden makkelijk tot landelijk gezichtsverlies. ‘Lokale partijen hebben minder financiering en mogelijkheden. De commissie-Veling adviseerde de minister die ongelijkheid recht te trekken, zodat lokale partijen ook financiering en ondersteuning krijgen. Dat is beter voor het hele lokaal bestuur.’

Andere lijntjes
Hoogleraar global and local governance Casper van den Berg stelde in de Volkskrant dat er door de opmars van lokale partijen op den duur andere lijntjes zullen ontstaan tussen lokale overheden en Den Haag. Staal: ‘Dat slaat nergens op. In de grote steden zal het vaak de burgemeester zijn die een ingang in Den Haag heeft. Kleine gemeenten zijn meer afhankelijk van het provinciaal bestuur dat voorlopig wel op landelijke partijen zal blijven steunen. Een wethouder ruimtelijke ordening van een lokale partij krijgt gewoon ingang. Lokale politici van landelijke partijen kennen ze immers ook niet in Den Haag. Het gaat om de omvang van de gemeente. Lutjebroek komt vanwege de grootte niet zo snel aan tafel.’

Boogers vult aan dat wat Buma of Rutte als zwakte zien, door lokale partijen juist als hun kracht wordt ervaren. ‘Zij hebben niets te maken met landelijke belangen, ze zijn onafhankelijk en geworteld in het lokale.’ Politici van lokale partijen hebben dan geen rechtstreekse toegang in Den Haag, ‘maar Joost Eerdmans krijgt daardoor misschien juist wel meerdere Kamerleden aan de lijn, terwijl een Groen- Links-wethouder niet zo snel een VVDKamerlid te spreken krijgt.’

Voermans haalt een uitspraak van Pechtold aan van vier jaar geleden: de lokale partij is een snelweg zonder afslag naar Den Haag. ‘Dat is heel gortig. Is de Haagse audiëntie puur voor nationaal vertegenwoordigde partijen open? Dat mag nooit zo zijn. Den Haag moet zich heroriënteren op wat er gebeurt in gemeenten.’

Volgens Voermans groeit lokaal een tegenmacht tegen het nationaal bestuur. ‘Gemeentebesturen worden belangrijker, inwoners lijken het eigenaarschap van de lokale democratie terug op te eisen. De drie decentralisaties zijn geslaagd: een sociaaleconomische opgave van jewelste en met minder geld dan waarvoor het rijk het eerder deed. Lokale besturen mogen daar trots op zijn en het is goed dat politici van lokale partijen daar de regie weer op proberen te hernemen. Dat kunnen ze best, zo leert de geschiedenis.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie