Wat merkt de burger van de fusies?
Zuid-Holland onderzoekt de effecten van de herindelingen sinds 1991. In twaalf fusiegemeenten wordt speciaal gekeken naar de gevolgen voor de burger.
Het evaluatieonderzoek naar de effecten van de gemeentelijke herindelingen vindt plaats op aandringen van de SP. Een motie van die partij kreeg eind vorig jaar een meerderheid in Provinciale Staten. Voor de zomer moet het overzicht van successen faalfactoren van de Zuid-Hollandse herindelingen in de periode 1991-2007 klaar zijn. De Provinciale Staten hechten aan die snelheid met het oog op de handen zijnde herindelingen in de Zuidplaspolder en de Rijnstreek en de oriëntatie van meer Zuid-Hollandse gemeenten op hun bestuurlijke toekomst.
Een onderzoeksteam van adviesbureau Berenschot en bestuurskundige Michel Herweijer van de Rijksuniversiteit Groningen neemt de klus voor rekening. Speciale aandacht hebben de onderzoekers voor de gevolgen van een herindeling voor burgers. Om daar een uitspraak over te kunnen doen, vergelijken ze enkele objectiveerbare indicatoren van voor en na de herindeling, zoals de lastendruk, de dienstverlening en het publieke voorzieningenniveau. Verder wil de provincie van elke herindeling het doel achterhalen en dan nagaan in hoeverre dat doel is gerealiseerd. Zo kunnen gebrekkige financiën de aanleiding zijn geweest voor een fusie, danwel het creëren van ruimte voor noodzakelijke woningbouw of het stimuleren van economische bedrijvigheid.
Toevlucht
Ook ziet de provincie dat relatief kleinere gemeenten hun toevlucht tot elkaar zoeken als een nabij gelegen centrumgemeente haar oog op buurgemeenten laat vallen. Om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden, zullen de provincie en de fusiegemeenten de archieven in moeten om nota's, rapporten en onderzoeken op te duiken. Aan de hand daarvan willen de onderzoekers een beknopt feitenrelaas opstellen, waaruit zowel het doel als het proces duidelijk wordt.
Daarnaast gaan de onderzoekers de raadsleden, bestuurders, het ambtelijk management en de leden van de ondernemingsraad van de nieuwe gemeente en - in enkele gevallen ook - deze functionarissen uit de voormalige gemeenten bevragen. Het onderzoek wordt uitgevoerd in Rijnwoude, Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp, Zwijndrecht, Westland, Midden-Delfland, Teylingen en Katwijk. De in 2007 gevormde gemeenten Binnenmaas, Nieuwkoop en Lansingerland valt een lichtere vorm van onderzoek ten deel, omdat ze nog maar zo kort bestaan.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.