Vaagheid troef
Ha interessant, ontwikkelingssamenwerking. Het nationale aflaatbudget om de schuldgevoelens over onze welvaart af te kopen.
Van een regering waarvan twee van de drie deelnemende politieke partijen serieuze bedenkingen hebben bij het thema, mag je verwachten dat de schop eens diep in dit beleidsterrein wordt gezet. Omploegen en opnieuw beginnen!
En inderdaad, de brief van zo´n vierentwintig kantjes bevat in ieder geval één goede zin: ´Om burgers bij ontwikkelingssamenwerking te betrekken, zijn zichtbare resultaten nodig.’ Dat doet vermoeden dat er nu niet alleen veel geld in dit terrein gestopt gaat worden, maar dat er daadwerkelijk ook gekeken wordt of dat geld resultaat oplevert.
Al gauw blijkt echter niets minder waar te zijn dan dat. Ten eerste is er in de hele brief geen behoorlijke zin te lezen, afgezien dan van die ene die ik hierboven citeerde. Wat te denken van de volgende doelstelling: ´Het vergroten van voedselzekerheid door het stimuleren van duurzame productie, efficiëntere markten, grotere inkomenszekerheid en verbeterde toegang tot gezond voedsel’.
Wat gaat er nu gebeuren, vraag ik mij af, wat is nu het ‘zichtbare resultaat’ van deze doelstelling? De hele brief is doordesemt met dit soort nietszeggend, niet-verplichtend OS-bargoens, dat de basis is om jaarlijks die 0,7 procent van het BNP over de balk te gooien. Waarom schrijft die Knapen niet gewoon: ik zorg ervoor dat alle kinderen in Mali over vier jaar minstens één warme maaltijd per dag krijgen’? of: ‘…minstens twee keer per week naar school gaan’?
Ik weet wel, dat is gevaarlijk, want de kans dat het niet lukt om dit soort doelstellingen te halen, is levensgroot. Maar waarom hebben andere ministers daar dan minder moeite mee? Minister Schultz van Infrastructuur en Milieu zet haar handtekening onder een contract om de snelweg van Almere naar Schiphol te verbreden. Een van de grootste wegaanpassingen die er ooit in Nederland is geweest. Ze formuleert een doel en aan het einde van haar ambtsperiode weten we of ze het heeft gehaald.
De Japanse premier stelde als doel dat aan het einde van het jaar de schade in Japan weer hersteld moet zijn. Toegegeven, dat lijkt wel erg ambitieus, maar er is tenminste een concreet doel, met een concrete planning.
Waarom zijn de ministers en staatssecretarissen van/voor OS toch altijd zo bang om dergelijke ambitieuze doelen te formuleren? Zou het zijn omdat ze weten dat OS- beleid uiteindelijk toch niet werkt? Dat dat OS-budget eigenlijk niet is bedoeld om de positie van bewoners in arme landen te verbeteren? Want zeg nu zelf: de beste manier om de ontwikkeling van arme landen op gang te brengen, is onze (Europese) grenzen open te gooien en de handelsbelemmeringen voor ontwikkelingslanden op te heffen. Dat helpt duizend maal beter dan ‘hulp’ geven.
Maar dat doen we maar niet, want te bedreigend voor onze eigen industrie. In plaats daarvan geven we dat OS-budget weg op basis van vage doelstellingen, wetend dat het een mooi gebaar is. Maar niet meer dan dat.
Paul Lensink
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Ambiteuze doelen zijn leuk voor de buhne, maar uiteindelijk koop je er net zo min wat voor. Liever minder gelul en meer gepoets.
Er zijn in beginsel wel een aantal goede redenen om geld te geven aan projecten in arme landen:
- barmhartigheid (bijvoorbeeld het tegengaan van hongersnood, epidemieën, analfabetisme);
- verlicht eigenbelang (steun aan initiatieven, bijv. op het gebied van onderwijs) die een arm land mogelijkheden en stimulansen verschaffen om zelf op de langere termijn zijn economische en sociale vooruitzichten te verbeteren.
Dat zijn "doelen". In elk Nederlands overheidsproject worden tegenwoordig naast "doelen" ook "meetbare resultaten" genoemd, om inzichtelijk te maken of de managers en uitvoerders van het project hun werk goed doen. Dat zou ook bij ontwikkelingssamenwerking moeten gebeuren, daar heeft Lensink gelijk in.
Maar @ellen heeft ook gelijk: in de praktijk worden mensen die hoog in de overheidshiërarchie zitten, niet of nauwelijks afgerekend op het niet behalen van resultaten. Als er iets mis gaat, wordt er hooguit een onderknuppel afgerekend die er eigenlijk niks aan kon doen maar als zondebok wordt gebruikt.
Binnen de Nederlandse overheid zelf is dus ook nog heel wat ontwikkelingswerk vereist.