Advertentie

Vermeer zoekt Verbinding: vijand van het volk

In een serie columns reflecteert Cees Vermeer op het ambtelijke samenspel.

14 oktober 2022
Cees Vermeer
Cees Vermeer

De grote maatschappelijke opgaven waarvoor we als samenleving staan vragen om een slagvaardig optreden van één overheid. Daar is iedereen het wel over eens. Maar zoals altijd staan tussen droom en daad wetten in de weg en praktische bezwaren. En het ambtelijk apparaat? Cees Vermeer werkte als overheidsmanager in beleid, uitvoering en toezicht, zowel binnen de rijksoverheid als bij gemeenten. In een serie columns reflecteert hij op het ambtelijke samenspel.

In het toneelstuk ‘Vijand van het volk’ van Henrik Ibsen (première in 1882) dromen de inwoners van een kleine stad over financiële voorspoed nu er een geneeskrachtige bron is ontdekt. Ze verwachten een toestroom aan gasten in het plaatselijke kuuroord. De arts Thomas Stockman ontdekt door eigen onderzoek dat het heilzame water vervuild is. Er dreigt gevaar voor de volksgezondheid. Thomas eist van het gemeentebestuur sluiting van het kuuroord, aanpassingen van de watervoorziening en het wereldkundig maken van het nieuws. Maar de gemeente is hierop tegen. Sluiting van het kuuroord berooft de inwoners van hun belangrijkste bron van inkomsten. En aanpassingen zijn voor de armlastige gemeente nauwelijks op te brengen.

In de meeste uitvoeringen draait de botsing van de vechtende idealist en zijn omgeving uit op een stadsoorlog tussen het gelijk van de één en het ‘gezond verstand’ van de massa. Thomas eindigt eenzaam en berooid als ‘vijand van het volk’. In sommige producties is Thomas neutraal ‘arts’, in andere producties is hij arts in dienst van de gemeente, en daarmee dus ambtenaar. Dat laatste perspectief vind ik het spannendst.

Wat vinden we van een inspecteur die op eigen initiatief besluit om ergens monsters te nemen, buiten een inspectieprogramma en buiten de prioriteiten van het management? Kennis, ongeacht hoe die is verkregen, leidt altijd tot verantwoordelijkheid. Daarom leren artsen in hun opleiding om alleen de klachten en symptomen te onderzoeken die een patiënt aangeeft. Bij een klacht aan je grote teen gaat hij niet kijken naar je hersenen. Want stel dat een arts ongevraagd zou ontdekken dat je een grote kans hebt om een ongeneselijke ziekte als Alzheimer te krijgen. Wat dan? Is het te verdedigen dat hij het verzwijgt? Maar als hij het jou vertelt, zit jij met een last waar je niet om hebt gevraagd. Als directeur van een onderzoeksinstituut was ik er scherp op dat de onderzoekers binnen de onderzoeksvragen bleven. Want stel dat ze onregelmatigheden buiten het onderzoek vinden? De toevallig verkregen wetenschap negeren kan leiden tot het verwijt dat je een ‘misstand’ in de doofpot stopt. Maar aan de andere kant kan handelen door herprioriteren van onderzoeken en verschuiven van capaciteit lijken op opportunisme, zwalken en incidentenpolitiek.

Thomas deelt niet alleen zijn kennis, maar eist maatregelen en voert daarvoor publiekelijk actie. Hij is aanklager, rechter en beul tegelijkertijd. Zou het kuuroord kunnen openblijven met mondmaskers, 1,5 meter afstand en testen bij klachten? En wat zijn de mogelijkheden om de aanpassingen in scope en tijd te faseren zodat de gemeente ze wel financieel kan dragen? Thomas geeft geen ruimte om bredere afwegingen te maken en andere maatregelen te verkennen.

Los van het doen en laten van Thomas roept het toneelstuk de vraag op welke impact feiten hebben in een samenleving die door politieke en economische belangen wordt gedomineerd. Maar ook welke rol en verantwoordelijkheid je daarbij als overheidsmanager neemt. Alleen een cynische spindoctor zal vinden dat het probleem is opgelost wanneer ‘zijn bestuurder’ in de luwte staat omdat iedereen Thomas als volksvijand ziet. Daarmee is het gevaar voor de volksgezondheid niet weg. Overheidsmanagement gaat over maatschappelijke opgaven en is meer dan focussen op bestuurders. Een overheidsmanager beweegt zich in een speelveld met als randen feitenkennis, het bestuurlijk wenselijke, het praktisch mogelijke en het maatschappelijk belang. Een overheidsmanager staat daarbij voortdurend op een Wii Board te balanceren. Als je te dicht op het bestuur zit, krijg je van de organisatie het verwijt dat je geen ruggengraat hebt omdat je je met elke opdracht het veld in laat sturen. Zit je te dicht op de uitvoering, dan redeneer je volgens het bestuur vanuit de logica van ‘de koekjesfabriek’ en begrijp je de grote en meeslepende bestuurlijke ambities niet. Beroep je je teveel op feitenkennis dan ben je wereldvreemd, autist en/of een bureaucraat. En wanneer je ‘het maatschappelijk belang’ erbij haalt, is het de vraag waar je het lef vandaan haalt om als ongekozen ambtenaar politiek te bedrijven.

Als overheidsmanager ben je niet van het bestuur maar werk je voor het openbaar bestuur. Je hebt een stevig moreel kompas en moed nodig om op het Wii Board te kunnen balanceren. In verschillende publicatie wijst Mark Frequin, oud topambtenaar, op het belang van ‘speaking thruth to power’ en het risico dat we als openbaar bestuur en samenleving lopen wanneer bestuurders voortdurend naar de mond worden gepraat. Dus: als een Thomas zich ooit bij jou meldt met zijn brisante informatie, dan moet je handelen. Ook als een bestuurder daar niet op zit te wachten.

De website van WikiLeaks prijst Thomas Stockman als de eerste klokkenluider in de literatuurgeschiedenis. Daar past een kanttekening bij. Hij is niet alleen een strijder voor een ongemakkelijke waarheid, maar ook een naïeve idealist die om niets anders geeft dan zijn eigen principes. Tegelijkertijd hebben we meer aan deze klokkenluider dan die andere klokkenluider uit de 19e eeuw. Quasimodo is de ‘klokkenluider van de Notre Dame’. Hij komt nooit buiten en kijkt het liefst vanuit zijn veilige hoge toren uit over de stad. Kortom, het verkeerd soort overheidsmanager. Een vijand van het volk.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie