Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Verwoest paradijs

Zes jaar lang streed oud- ambtenaar Roel de Ruiter tegen de sloop van drie bouwsels bij zijn zomerhuisje. Hij heeft schadevergoeding gekregen, maar zit met een kater. ‘Die zaak blijft de hele dag door mijn hoofd spoken.’

28 augustus 2009

Boze burgers

 

Bijna 25 jaar lang zat hij aan de andere kant van de tafel. Als ambtenaar juridische zaken maakte Roel de Ruiter diverse keren van nabij mee hoe belangen van individuele burgers om drogredenen ondergeschikt werden gemaakt aan het overheidsbelang. Van binnenuit ging hij de discussie keer op keer aan. ‘Ik ben een non-conformist, daar waren ze niet altijd even blij mee. Maar zonder dwarsliggers kan de trein niet rijden.’

 

De nu 67-jarige De Ruiter werkte tot 2002, toen hij met vervroegd pensioen ging, bij de provincie Overijssel. Een jaar na zijn uittreden raakte hij als burger verwikkeld in een hoogoplopend conflict met de gemeente Hof van Twente. Uiteindelijk paste de gemeente bestuursdwang toe; onder toezicht van de politie werden drie bouwsels bij zijn zomerhuisje verwijderd. Voor Roel de Ruiter was het niet veel minder dan een traumatische ervaring.

 

Tijdens de jarenlange strijd die volgde, werd zijn toch al niet rooskleurige beeld van de overheid alleen maar somberder. ‘Er is sprake van bureaucratische verloedering. En het zelfreinigend vermogen is nul, want de ego’s van bestuurders en ambtenaren mogen niet worden aangetast’, klinkt het bitter.

 

Maar als hij diep in zijn hart kijkt, wist Roel de Ruiter wel dat de strijd die hij in 2003 aanging, een ongelijke was. Hij had het althans kúnnen weten. Als provincieambtenaar was hij jarenlang belast met de afwikkeling van aansprakelijkheids- en verzekeringskwesties. De dingen die hij daarbij soms tegenkwam, moeten hem later als burger weinig hoop hebben gegeven op een goede afloop.

 

Beroering

 

Met enige aarzeling vertelt hij een verhaal over het gedwongen samengaan van de toenmalige gemeente Diepenveen met de veel grotere buurgemeente Deventer, in1999. In het tienduizend zielen tellende Diepenveen ontstond grote beroering, en tijdens een door de provincie Overijssel belegde informatieavond namen de bewoners geen blad voor de mond.

 

De Ruiter: ‘Een van de vragen die op deze avond werd gesteld, was of de ozb na de fusie omhoog zou gaan. De gedeputeerde zei van niet. Toen de ozb later toch omhoog ging, stelde een burger de provincie hiervoor aansprakelijk. De brief kwam op mijn bureau terecht. Ik zocht het verslag van die avond erbij, en zei tegen de gedeputeerde dat we er volgens mij niet aan ontkwamen om aansprakelijkheid te erkennen. Daar wilde hij niets van weten. Ik schreef toch een brief van die strekking, maar de gedeputeerde - ik zal zijn naam niet noemen - weigerde zijn handtekening te zetten. Hij werd enorm boos en gaf mij opdracht om een nieuwe brief te schrijven. Hierin moest komen te staan dat zijn uitspraak over de ozb badinerend was bedoeld.’

 

De Ruiter slaat de ogen een moment neer, en geeft toe:‘ Ik heb die nieuwe brief geschreven. Slap hè? Maar wat moest ik anders? Als ik het niet had gedaan, was het werkweigering geweest en had het mij m’n baan kunnen kosten.’

 

Hier valt een parallel te trekken met zijn strijd als eenzame burger. Ook hierin heeft hij zijn gevoel uiteindelijk opzij moeten zetten. De Ruiter ging akkoord met een schadevergoeding die naar zijn stellige overtuiging veel te laag was. ‘Maar ik kón niet meer. Die hele affaire had me gesloopt, en ging ten koste van mijn gezondheid. De overheid beschikt over onbeperkte budgetten en kan je helemaal kapot procederen. Ik buig niet zo snel, maar ook voor mij houdt het een keer op.’

 

Bijzonder

 

De kiem voor zijn conflict met de gemeente Hof van Twente wordt gelegd in de tijd dat hij nog werkzaam is als ambtenaar. Begin 2000 - twee jaar voor zijn vervroegde pensionering en ongeveer een jaar voor het ontstaan van de fusiegemeente Hof van Twente - koopt Roel de Ruiter een perceel grond met een stacaravan in de buurtschap Zeldam, een overwegend agrarische enclave, even buiten het dorp Goor. Hij is vastbesloten om er iets bijzonders van te maken.

 

Het stuk grond en de stacaravan hebben een beladen voorgeschiedenis. De gemeente heeft enkele jaren eerder tevergeefs geprobeerd om de caravan, die er dan al zo’n vijftien jaar staat, te laten verwijderen. De toenmalige eigenaresse wordt door de Raad van State in het gelijk gesteld: de caravan mag blijven staan, ook al heeft de grond een agrarische bestemming. De Ruiter denkt een veilige koop te doen.

 

‘Enige tijd later’, vertelt De Ruiter, ‘kon ik een huisje kopen dat in Leusden op een asielzoekerscentrum had gestaan. Omdat dit in mijn ogen mooi dienst kon doen als recreatiewoning, heb ik de gemeente gebeld. Dat was toen nog de gemeente Ambt Delden.’

 

Een ambtenaar geeft De Ruiter telefonisch toestemming om de asielzoekerswoning neer te zetten op de plek van de oude stacaravan. Hierover zal later discussie ontstaan. De onenigheid gaat echter vooral over drie bijgebouwen op het terrein: een kippenhok, een blokhut en een schuurtje dat oorspronkelijk bij de asielzoekerswoning hoort. Het kippenhok staat er al langer, het schuurtje en de blokhut worden door De Ruiter geplaatst. Volgens zijn berekening beslaan de drie bouwsels samen 24 vierkante meter.

 

De Ruiter beweert dat hem in hetzelfde telefoongesprek door de ambtenaar is uitgelegd dat bijgebouwtjes bij recreatiewoningen binnen redelijke marges zijn toegestaan: ‘En dat was ook de gangbare praktijk. In de omgeving zag je bij alle zomerhuisjes één of meer bijgebouwtjes staan.’ Begin 2001 krijgt De Ruiter mensen op bezoek voor een ozb-taxatie: ‘De omschrijving van de opstallen werd aangepast, en ik kreeg een fors hogere ozb-aanslag.’ De eigenaar van het zomerhuisje gaat ervan uit dat planologische legalisatie een kwestie van tijd is.

 

Moeilijkheden

 

Nog eens twee jaar later, in het voorjaar van 2003, gaat het mis. De gemeente Hof van Twente ontvangt een anonieme brief die De Ruiter in grote moeilijkheden brengt. De tot op de dag van vandaag onbekend gebleven briefschrijver veronderstelt dat de asielzoekerswoning illegaal is geplaatst. ‘Geen gelijke monniken, gelijke kappen?’, vraagt de anonymus.

 

In november 2003 valt bij De Ruiter een gemeentelijke aanschrijving in de bus: hij moet alles afbreken. Hij dient een bezwaarschrift in, en weet voor elkaar te krijgen dat de gemeente hem voor het zomerhuisje planologische vrijstelling in het vooruitzicht stelt. Maar voor de drie bijgebouwtjes trekt hij aan het kortste eind: die moeten hoe dan ook worden verwijderd.

 

Als de discussie met de gemeente gaande is, ontvangt Roel de Ruiter op zijn beurt een anonieme brief. Het schrijven, gedateerd 26 februari 2004 en op briefpapier van de gemeente Hof van Twente (zie pagina 26), is verstuurd naar zijn woonadres. De inhoud prikkelt hem tot het uiterste. De briefschrijver stelt dat ‘de drijfveren van de behandelend ambtenaar zijn ingegeven door rancunes en persoonlijke ambitie’.

 

‘Toen kreeg ik zoiets van: deze strijd ga ik aan, dit laat ik niet gebeuren’, zegt De Ruiter. ‘Misschien dat ik me anders nog wel zou hebben neergelegd bij het afbreken van die drie bijgebouwtjes. Maar na die anonieme brief kreeg ik sterk het gevoel dat me een kunstje werd geflikt. Dat accepteer ik niet, en daarom heb ik toen een advocaat in de arm genomen.’

 

De Ruiter en de gemeente Hof van Twente treffen elkaar korte tijd later voor de bestuursrechter in Almelo. Na een schorsing komen partijen tot een vergelijk: De Ruiter belooft alsnog de drie bijgebouwtjes af te breken, en de gemeente zegt definitief toe de recreatiewoning te legaliseren met gebruikmaking van artikel 19 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Dit is op dat moment de zwaarste procedure voor vrijstelling van een bestemmingsplan, er is instemming nodig van Gedeputeerde Staten (GS) en de Inspecteur Ruimtelijke Ordening. De gemeenteraad is bevoegd gezag.

 

Korte tijd later blijkt dat de gemeente vrijstelling wil verlenen op grond van artikel 19 lid 2. Dit is een lichtere procedure, waaraan de provincie en de inspecteur niet meer specifiek te pas komen, en waarvoor B en W het bevoegd gezag zijn. Gevallen die voor toepassing van artikel 19 lid 2 in aanmerking komen, moeten zijn terug te vinden op een algemene vrijstellingslijst die eerder al door GS en de inspectie is vastgesteld.

 

Gezeur

 

De Ruiter vertrouwt het niet. ‘In mijn concrete zaak kón helemaal geen gebruik worden gemaakt van dat tweede lid. De bestuursrechter had daar tijdens de zitting ook al op gewezen, maar de gemeente hield er later toch aan vast. Ik was bang dat ik in een later stadium gezeur met de provincie zou kunnen krijgen. Na het verlenen van de vrijstelling, zou bij de eerstvolgende aanpassing van het bestemmingsplan de grond positief bestemd moeten worden voor recreatiedoeleinden. Ik zag de bui al hangen: dan zou ik de strijd opnieuw moeten aangaan, maar dan met de provincie. Daar paste ik voor. Bovendien: afspraak is afspraak. En daar hield de gemeente zich niet aan. Waarom zou ik dat dan wel doen?’ Na overleg met zijn advocaat, besluit De Ruiter zijn kop in de wind te gooien. Hij weigert de bijgebouwtjes af te breken. Dwangsommen die de gemeente hem oplegt, kunnen hem niet op andere gedachten brengen, net zo min als een aanzegging tot toepassing van bestuursdwang.

 

Wel voert De Ruiter nog een gesprek met de verantwoordelijk wethouder. Hierin vraagt hij om mediation. Hoewel de wethouder zegt dat het al dan niet aanstellen van een bemiddelaar ‘een voor beroep vatbare beslissing’ zal zijn, wijst het college het verzoek uiteindelijk af zonder dat De Ruiter ertegen in beroep kan gaan. De wethouder biedt hiervoor later, tijdens een zitting van de gemeentelijke ombudsman, zijn excuses aan, maar benadrukt dat van ‘kwade opzet’ bij hem ‘geen sprake’ is geweest.

 

Verwoest

 

Het kan allemaal niet voorkomen dat de gemeente een sloopbedrijf inhuurt, en de drie gebouwtjes bij De Ruiters recreatiewoning op een zonnige zomerdag in juli 2005 onder toezicht van de politie laat afbreken. De Ruiter is er zelf niet bij. ‘Dat kon ik niet opbrengen. Ik had daar mijn eigen paradijsje gecreëerd, en dat zou nu worden verwoest.’

 

Als hij de schade later gaat opnemen, is hij diep geraakt. ‘Ik ben gigantisch emotioneel geworden. Eerst heb ik een paar keer gvd gezegd, en misschien heb ik ook wel gejankt. Ik moest terugdenken aan een brief die ik de gemeente eerder had gestuurd. Daarin had ik ze bestuursfascisme verweten. Een ander woord wilde me op dat moment niet te binnen schieten. Bestuursfascisme. En direct daarna kreeg ik iets van: dit kan ik niet over mijn kant laten gaan, dit moet gevolgen hebben.’

 

De Ruiter erkent dat hij ingrijpen door de gemeente had kunnen voorkomen als hij de gebouwtjes zelf zou hebben afgebroken. Het was toch zijn vrije keuze om geen gehoor te geven aan de diverse sommaties? ‘Het was een keuze, ja. Het is ook een keuze om tijdens de oorlog in het verzet te gaan. Een broer, neef en nicht van mijn vader hebben dat gedaan. Ze zijn later gefusilleerd. Hadden zij dan niet in het verzet moeten gaan? Moet niemand dan meer in het verzet gaan? Bij mijn zomerhuisje had de gemeente zich niet aan de afspraken gehouden. Dan hoef ik dat ook niet te doen.’

 

Dwangsommen

 

Nadat de drie gebouwtjes bij de voormalige asielzoekerswoning zijn verwijderd, wordt de strijd in volle hevigheid voortgezet. De Ruiter moet de sloopkosten betalen (bijna 8.000 euro) en daarnaast dient hij 10.000 euro aan dwangsommen naar de gemeente over te maken. De Ruiter weigert te betalen en spant nieuwe procedures aan.

 

De gemeentelijke ombudsman probeert partijen bij elkaar te brengen, maar enige tijd later ontvangt De Ruiter een brief van het college van B en W dat de bemiddelingspoging is ‘beëindigd’. Op dezelfde dag wordt een betrokken raadslid schriftelijk geïnformeerd dat de bemiddeling is ‘mislukt’.

 

Aan de twee brieven is een ruzie tussen De Ruiter en een ambtenaar voorafgegaan. De Ruiter heeft hierop ook een klacht tegen de vrouw ingediend. ‘Maar de ombudsman was stomverbaasd toen hij hoorde dat het college brieven had verstuurd met de boodschap dat zijn bemiddelingspoging was beëindigd, respectievelijk mislukt. Hij zei tegen mij: “Ik weet helemaal nergens van, ik moet nog rapporteren”. Het behoorde natuurlijk ook helemaal niet tot de competentie van het college om te beslissen dat de bemiddeling door de ombudsman was afgerond.’

 

Intussen vindt de verantwoordelijk wethouder dat de gemeente de wijste moet zijn, en het conflict ‘om pragmatische redenen’ moet beëindigen. Hij verwoordt dit in een ‘beleidsnotitie’. Volgens een raadslid dat het dossier heeft ingezien, zou hierop ambtelijk zijn gereageerd met de mededeling dat de gemeente het zich niet kan permitteren om de strijd te staken, omdat dit ‘gezichtsverlies’ zou betekenen.

 

Als het raadslid het dossier samen met De Ruiter nogmaals gaat inzien, zijn de twee stukken uit het dossier verdwenen. Ook met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) heeft De Ruiter ze nooit boven water kunnen krijgen. Wel beschikt hij over een schriftelijke verklaring van het raadslid, waarin ook staat dat toenmalig burgemeester Ank Bijleveld (de huidige staatssecretaris van Binnenlandse Zaken) de politicus ‘ten onrechte ter verantwoording heeft geroepen omdat hij de inhoud van de notitie bekend had gemaakt aan de heer R. de Ruiter’.

 

Uiteindelijk zijn het raadsleden en waarnemend burgemeester Wim Burgering (CDA) die zorgen voor een doorbraak. Er komt een intern onderzoek, later gevolgd door de oprichting van een onafhankelijke adviescommissie. De Ruiter krijgt 10.000 euro schadevergoeding en de gemeentelijke rekening van 18.000 euro wordt kwijtgescholden. Bij het zomerhuisje mag één nieuw bijgebouw ter grootte van 24 vierkante meter worden teruggeplaatst. De Ruiter krijgt een excuusbrief van de gemeente, en bij de eerstvolgende bestemmingsplanwijziging krijgt zijn grond de bestemming ‘recreatieve doeleinden’.

 

Toch zit De Ruiter naar eigen zeggen met een kater. ‘Ik heb veel meer schade geleden dan die 10.000 euro. Maar wat nog erger is: die zaak blijft de hele dag maar door mijn hoofd spoken. Mijn omgeving zegt dat ik het moet loslaten, maar dat kan ik niet. Het heeft allemaal zo’n enorme impact op me gehad.’

 

Energie

 

Na de sloop van de bijgebouwtjes heeft hij het terrein met het zomerhuisje jarenlang links laten liggen. Wat nu rest, is één grote puinhoop. ‘Ik heb al mijn energie in de procedures gestoken. Dat zuigt je leeg; dan houd je niet zoveel energie meer over. En ik ging ook aan escapisme lijden. Ik kon die plek niet meer zien.’ Inmiddels is een voorzichtig begin gemaakt met het herstellen van de schade. Onlangs is een nieuwe blokhut geplaatst. ‘Ik ben van plan om alles komende tijd te gaan opknappen. Het moet weer het paradijsje worden dat het vroeger is geweest.’

 

Maar de strijd is voor De Ruiter nog niet helemaal gestreden. Zo stuurde hij minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken onlangs een brief met het verzoek staatssecretaris Bijleveld ter verantwoording te roepen voor haar, volgens hem, dubieuze optreden in de zaak toen zij burgemeester van Hof van Twente was.

 

Hoewel boos over zijn ervaringen met de overheid als tegenspeler, is De Ruiter niet alleen maar negatief. Hij is lovend over tijdelijk burgemeester Burgering, en uitgesproken positief over diens opvolger Hans Kok (PvdA). Ook diverse ambtenaren van de gemeente Hof van Twente heeft hij hoog zitten. Een van hen ontving onlangs een drieënhalf kantjes tellende bedankbrief. Hierin geeft De Ruiter ook het ‘loketpersoneel’ een compliment: ‘Bekwaam, voorkomend en zeer dienstverleningsgericht!’

 

De Ruiter zegt het stuitend te vinden dat de goeden in de beeldvorming moeten lijden onder de kwaden. ‘Die ambtelijke en bestuurlijke ego’s verpesten het voor de rest. Daarom probeer ik maar steeds voor ogen te houden dat er ook veel goedwillenden zijn. Je kunt niet iedereen over één kam scheren. Gelukkig maar, anders had ik nu nog veel dieper in de ellende gezeten.’

 

Wat blijft, is zijn verontwaardiging over het optreden van de overheid. ‘Als ik alle papieren op een stapel leg, is mijn dossier meer dan twee meter hoog. In totaal 141 personen hebben zich in de loop der jaren met mijn zaak beziggehouden; personeel van de rechtbank, de Raad van State, bezwaarcommissies, raadsleden, ambtenaren, B en W, noem maar op. Dat is toch niet in proportie? De overheid procedeert altijd maar door, met haar onbeperkte budget. Dat gaat ten koste van de burger, die blijft zitten met de kater en met de schade. Je schiet er helemaal niets mee op. Als burger niet, maar als overheid ook niet.’

 

Een onafhankelijke commissie publiceerde in april dit jaar een door beide partijen geaccepteerd advies over het conflict tussen Roel de Ruiter en de gemeente Hof van Twente. Enkele bevindingen van deze commissie:
• De commissie ‘heeft begrip’ voor de gevoelens van De Ruiter.
• De gemeente had ‘geen beleidskeuzevrijheid’ om te kiezen voor toepassing van artikel 19 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening, dan wel artikel 19 lid 2. ‘Deze keuze wordt bepaald door de omstandigheden van het geval en de daarop van toepassing zijnde vrijstellingsprocedure.’
• Toepassing van artikel 19 lid 2 ‘leidt in materiële zin niet tot andere uitkomsten’ dan toepassing van artikel 19 lid 1.
• De gemeente ‘was niet gehouden tot planologische medewerking aan een positieve bestemming’.
• De waardestijging die voortvloeit uit de positieve bestemmingswijziging, beschouwt de commissie als ‘compensatie voor de immateriële schade’ van De Ruiter.
• Eén van de drie bijgebouwen had ‘redelijkerwijs’ niet hoeven te worden gesloopt.
• Het conflict had niet zo hoeven te escaleren ‘als de gemeente eerder had willen besluiten tot legalisering van het recreatieve gebruik van het perceel over te gaan’.
• ‘Zo terug redenerend, zou het toepassen van bestuursdwang niet nodig zijn geweest.’

 

Boze burgers
De tijd dat overheden relatief ongestoord besluiten konden doordrukken, is voorbij. Burgers weten tegenwoordig heel goed waar en hoe ze hun recht kunnen halen. Sommigen verzetten zich net zo lang totdat ze de strijd hebben gewonnen of alle juridische middelen zijn uitgeput. Over hen gaat deze serie ‘Boze burgers’. Wie zijn die doorzetters, wat drijft ze en hoe gaan ze te werk?

 

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

B. Mets
Gefeliciteerd Roel met je overwinning!
Advertentie