Privacyridders zijn selectief boos
Privacyridders zullen mij cynisch vinden, maar ik vind de huidige verontwaardiging over SyRI grotendeels naïef en selectief. De echte vraag lijkt mij of cliënten die alles moeten ondergaan wat denkbaar is om elke onrechtmatigheid uit te sluiten, nog wakker liggen van het verschil tussen een handhavingsonderzoek vanwege een datamijnend algoritme in plaats van de gebruikelijke anonieme tipgever. De strijd tegen SyRI gaat volgens mij primair over de constitutionele gemoedsrust van mensen die nog nooit zelf een uitkering hebben aangevraagd.
Daags na mijn afstuderen vroeg ik een bijstandsuitkering aan. Ik wilde boeken schrijven en van een uitkering kon ik prima mijn studentenkamer blijven betalen. Problemen verwachtte ik niet. De presterende overheid had voor mij tot dan toe de gedaante gehad van een pinautomaat in Groningen. Over afbetaling van een studieschuld dacht nog niemand na.
De bijstand bleek echter andere koek. Ik kreeg een map met weinig vleiende vacatures onder mijn neus en moest stapels bank afschriften inleveren die ik niet had. Ook kreeg ik een preek over eigen verantwoordelijkheid en aan te halen broekriemen. Gij die hier binnentreedt laat alle privacy varen, dacht ik, en ging toch maar solliciteren. Lang voor de ijzige liberale wind van de laatste tien jaar opstak, zat de bijstand al potdicht voor werkschuwe studenten.
Mijn werk bracht mij aan de andere kant van de tafel. Daar heb ik het afgelopen decennium stapels bankafschriften, gedetailleerde medische verklaringen en verslagen van ingrijpende huisbezoeken gelezen van wie zijn aanvraag niet had kunnen afbreken. Geen groter onrecht in deze wereld dan een euro bijstand waar geen recht op blijkt te bestaan. Dat vinden kennelijk veel Nederlanders, want de hoeveelheid anonieme tips over fraude is de afgelopen jaren alleen maar toegenomen. Ik heb het sociaal domein, kortom, niet leren kennen als een broedplaats van privacy. Een aangeboren afkeer van de privésfeer heerst daar duidelijk niet. Veel verontwaardiging over deze keerzijde van doorgedreven rechtmatigheid in de publieke bestaanszekerheid kwam ik in de kranten niet tegen.
Die desinteresse gold ook SyRI, het digitale risicoprofileringsprogramma waarin algoritmes in grote databestanden ‘verwondergevallen’ vinden. Adressen van bijstandsgerechtigden waarop feitelijk geen water wordt verbruikt, bijvoorbeeld. Dat gebeurde allemaal zonder enige maatschappelijke rimpeling, constateerde ook de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid: ‘Het instrument is jarenlang toegepast zonder wettelijke dekking – wel met instemming van de AP – en dat onttrok zich aan de aandacht. SyRI werd pas als voorbeeld van flagrante inbreuk op de privacy beschouwd, nadat ze tot wet was verheven – overigens zonder politiek of maatschappelijk verzet.’
Inmiddels is dat anders. Een groeiende groep belangenorganisaties en verontwaardigde NRC-columnisten heeft zich tegen SyRI gekeerd en begon een rechtszaak tegen de Staat. In die procedure meldde zich zelfs VN-rapporteur Philip Alston. Zijn amicus brief is vooral een aanklacht tegen de in zijn ogen disproportionele hoeveelheid geld en energie die Nederland steekt in het opjagen van bijstandsfraudeurs terwijl de gemeenschap in andere sectoren voor een veelvoud wordt getild. Echt nieuwe juridische argumenten bracht Alston niet in. Maar zijn bemoeienis bezorgde Nederland wel het soort vlek op het internationale blazoen waar juristen gevoelig voor zijn. ‘VN kapittelt Nederland’, moesten zij in hun Nederlands Juristenblad lezen. En dat steekt toch.
Inmiddels ligt er een rechterlijke uitspraak dat het juridisch zelfbeeld van de NRC-lezer weer zal opvijzelen. De Rechtbank Den Haag heeft een streep door de inderdaad wel heel ruime regeling van SyRI gezet. Een streep in het zand, jubelen eisers, maar ik lees in de uitspraak geen bezwaren die de minister niet kan repareren als de verontwaardiging weer zal zijn geluwd. In ruil voor meer openheid over de werkwijze en de redenen waarom iemand verwondering wekt, kan de essentie van het systeem overeind blijven.
Privacyridders zullen mij cynisch vinden, maar ik vind de huidige verontwaardiging over SyRI grotendeels naïef en selectief. De echte vraag lijkt mij of cliënten die alles moeten ondergaan wat denkbaar is om elke onrechtmatigheid uit te sluiten, nog wakker liggen van het verschil tussen een handhavingsonderzoek vanwege een datamijnend algoritme in plaats van de gebruikelijke anonieme tipgever. De strijd tegen SyRI gaat volgens mij primair over de constitutionele gemoedsrust van mensen die nog nooit zelf een uitkering hebben aangevraagd.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.