Advertentie

Van regenteske raadzaal tot overzichtelijke piste

De recent gerenoveerde Arnhemse raadzaal weerspiegelt de duale verhoudingen. De nieuwe opstelling leidt tot minder ‘vliegen afvangen’, oordelen gebruikers.

24 juli 2009

De fysieke omgeving moet bijdragen aan de kwaliteit van het debat en de besluitvorming. En zij moet de rollen en verantwoordelijkheden tijdens raadsvergaderingen inzichtelijk maken. Voor burgers moet het aantrekkelijker zijn die bij te wonen.

 

Die drie doelen stonden de Arnhemse raadsgriffier Etienne Hesen voor ogen toen de monumentale raadzaal in het stadhuis van architect Konijnenberg uit de jaren zestig gerenoveerd moest worden. Hesen koppelde ontwerper Ruud-Jan Kokke en debat- en communicatiedeskundige Maarten Bouwhuis aan elkaar. De uitkomst van de bijzondere samenwerking: een open piste met een lege cirkel in het midden, verdeeld in zeven ‘taartpunten’.

 

De 39 raadsleden zitten in twee ringen. Het College en de voorzitter maken deel uit van de cirkelopstelling. Het publiek zit dichtbij en kan de beraadslagingen op de voet volgen. En: de interruptiemicrofoons zijn tijdens de meeste vergaderingen van tafel. Raadsleden die wat willen zeggen, moeten opstaan en naar de voor hen gereserveerde interruptiemicrofoons lopen. Betrokkenen en gebruikers lichten de nieuwe raadszaal vanuit verschillend perspectief toe.

 

Griffier Etienne Hesen:

 

‘Toen wij de raadzaal en de commissiekamers wilden renoveren, vonden we het belangrijk dat in het nieuwe interieur het nieuwe vergadermodel ruimtelijk en fysiek tot uiting zou komen. In Arnhem werken we met een drieslagmodel van informatieve, meningsvormende en besluitvormende fasen. De nieuwe indeling van de raadzaal kent geen onder- en bovengeschiktheid. College en raadsleden zitten op dezelfde vloer. Het publiek ook.’

 

‘De raadzaal uit de jaren zestig was bedoeld om te imponeren en weerspiegelde de monistische verhoudingen. Het college van B en W zat op een verhoging. Die verhoging oogde als een aanlokkend podium, een altaar bijna. De raadsleden zaten in een grote rechthoek. Had je als wethouder je fractie goed in de hand, dan was je verzekerd van draagvlak. We deden alsof we één bestuur waren, terwijl de feitelijke macht meestal bij het college van B en W lag. De relatie met de burger was in de oude zaal afstandelijk. Het was, bekeken vanuit de politiek, “wij van het algemeen belang” tegenover al die anderen van het particuliere belang.’

 

Ontwerper Ruud-Jan Kokke:

 

‘Er wordt over mijn ontwerp wel gesproken als over een arena, maar dat vind ik een fout woord. Een arena is de plek voor een gevecht, een knokpartij. Ik geef de voorkeur aan piste. Daar vindt in de ideale situatie een goed geregisseerde voorstelling plaats, waarin de rollen duidelijk zijn verdeeld en afgebakend.’

 

‘De nogal regenteske raadzaal uit de jaren zestig benadrukte de ondergeschikte rol van de gemeenteraad. De publieke tribune was op een hoog balkon, waardoor burgers de raadsleden niet konden zien en slechts konden gissen wie er aan het woord was. Heel afstandelijk. Sommige partijen moesten ver omlopen naar het katheder. Dat pendelen ging soms van de spreektijd af. Voor ik begon met ontwerpen, heb ik met Maarten Bouwhuis (debatdeskundige, zie volgende spreker, red.) de ergonomie van het vergaderen geanalyseerd door een aantal sessies bij te wonen. We kwamen al gauw tot de conclusie dat de rechthoek moest wijken voor een cirkel.’

 

Debatdeskundige Maarten Bouwhuis:

 

‘In het dualisme zoals geïntroduceerd in 2002 lag het accent sterk op het debat tussen de fracties en het college. Ook in Arnhem: discussies gingen vooral tussen individuele raadsleden en het college. Daar komt men nu wat van terug. De nieuwe opstelling stimuleert debat tussen de fracties onderling. In de oude situatie - de rechthoek - was verder even overleggen binnen de fractie vrijwel onmogelijk. Door de dubbele ring hoeven fractieleden zich nu slechts om te draaien om even wat uit te wisselen.’

 

‘In elke raadzaal staan de microfoons op tafel. Dat werkt korte, snelle en vaak onnodige interrupties in de hand. Daar wilden we vanaf. Nu zijn ze tijdens de meeste vergaderingen verdwenen. Raadsleden spreken vanaf het katheder en ze interrumperen met microfoons in het midden van de piste. Ze moeten daarvoor opstaan en zullen minder geneigd zijn dat voor ieder wissewasje te doen. Het college beschikt over een eigen katheder, net zoals in de Tweede Kamer. Dat hebben we bewust gedaan, want het schept duidelijkheid voor de burger.’

 

‘Elk type vergadering - informatieavond, overlegvergadering, meningsvormende debatavond - verdient z’n vergaderzaal. De opstelling is in hoge mate flexibel en kan aangepast worden aan het doel van de vergadering. Zonde als zo’n zaal maar eens in de week of soms zelfs eens in de paar weken wordt gebruikt. Nu is er behalve voor de politiek ook ruimte voor een receptie, een seminar.’

 

Gerrie Elfrink, fractievoorzitter van de SP:

 

‘Ik had geen moeite met de oude zaal. Als wij vragen wilden stellen, was het wel een eind lopen naar het spreekgestoelte. Daar zat ik niet zo mee: je weet toch al wanneer je gaat spreken. Aan het eind van het betoog van je voorganger liep je al richting katheder. Het scheelt wel dat de interruptiemicrofoons niet meer op de tafels staan. Er wordt nu minder uitgeflapt en raadsleden proberen elkaar minder vliegen af te vangen. Het verdwijnen van de microfoons gaat wel ten koste van de humor. Sommigen trekken zich er trouwens niks van aan en roepen maar wat vanaf hun plek.’

 

‘Wij hebben zes zetels. In de oude situatie, met een rij, was het moeilijk om even met een fractielid even verderop te overleggen. Dat is nu gemakkelijker. Of er door de inrichting van de zaal betere besluiten worden genomen? Mwah…’

 

Pauline Krikke (VVD), burgemeester van Arnhem:

 

‘Even de debatten van de afgelopen tijd nalopend: ik kan niet zeggen dat de kwaliteit van de argumenten echt verbeterd is doordat we een nieuwe raadzaal hebben. Wel komt de ronde opstelling de levendigheid van het debat ten goede. Doordat de raadsleden in een ronde opstelling zitten, hebben ze meer oogcontact en reageren ze meer op elkaar. Ze zijn meer betrokken op elkaar. Ook als het niet hún onderwerp betreft, nemen ze vaker dan voorheen de moeite om naar elkaar te luisteren. Wat zorg had ik wel over het feit dat de fractieleden in de binnenste ring met de rug naar die in de buitenste zitten. Maar het is me honderd procent meegevallen hoe dat uitpakt.’

 

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Ramon Barends / partijvoorzitter Onafhankelijke Nijmeegse Partij ONP
Het is inderdaad een mooie en functionele zaal geworden. Ook het stemmen is transparant. Je kan zien wie voor of tegen heeft gestemd. In Nijmegen is dat vaak niet zichtbaar.
Advertentie