Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Van outcasts tot baasjes

Back to the roots In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen belicht Binnenlands Bestuur de regionale wortels van landelijke partijen. En wat daar nog van over is. Deze week: De Nijmeegse ontwikkeling van de SP

27 januari 2017

Niet in Oss maar in Nijmegen ligt de bron van de SP. Van politieke outcasts met wie je niet mocht praten, groeide de partij er uit tot grootste fractie. Twee hoofdrolspelers, vader en zoon Van Hooft, blikken terug. ‘We zaten liever in de stad dan in de raad.’

Een onopvallend hoekpand aan een nog minder opvallend plein – daar zetelt de Nijmeegse SP. Oud-wethouder Hans van Hooft (75) en zijn gelijknamige zoon (47), huidig fractievoorzitter, komen vrijwel gelijktijdig aangereden. Zonder huissleutel, zo blijkt, die snel door een opgepiept nabij wonend partijlid wordt gebracht. Voor de deur stapels folders en A-viertjes. Senior kijkt er eens kritisch naar. ‘Toch niet van ons, hè?’

Met papier begint de geschiedenis van de Nijmeegse SP. Het is oktober 1971, de Rotterdamse haven ligt drie weken plat door stakende arbeiders die meer loon eisen. Van Hooft senior heeft er met sympathisanten van de Kommunistische Eenheidsbeweging Nederland (KEN) een steuncomité opgericht. ‘We hadden in Rotterdam veel papier nodig om onze acties te communiceren. Dat haalden we uit Nijmegen, waar de stencilmachines van de universiteit dag en nacht draaiden.’

De actie lukt, de arbeiders krijgen meer salaris, maar de Rotterdamse KEN klapt vervolgens uit elkaar in een Tilburgs kamp en eentje in Nijmegen. ‘In Tilburg hadden ze communes, dat waren wat wereldvreemde studenten’, herinnert senior zich. ‘Wij gingen dag in, dag uit de volkswijken in.’ De ‘niet zo handige’ partijnaam wordt een jaar na de succesvolle staking door de Nijmegenaren veranderd in Socialistiese Partij.

Klapper
Actie voeren, dat kunnen ze ook aan de Waal. Zeker als het plaatselijke zuiveringschap de bevolking wil laten opdraaien voor de riviervervuiling. Senior: ‘Daar zaten toen allerlei zware metalen in. Als je je hond uit de Waal liet drinken, viel die bij wijze van spreken dood neer. Mensen moesten daarom belasting op ontlasting gaan betalen. Wij vonden dat de vervuilende fabrieken moesten betalen.’

De acceptgirokaarten die door het zuiveringschap onder de bevolking waren verspreid, haalde de Nijmeegse SP bij wijze van protest overal weer op. ‘Hele bakken vol’, weet Van Hooft. ‘Ik geloof dat 80 procent die kaart had ingeleverd. Dat was voor ons een klapper.’

Maar de waterbeheerder liet het er niet bij zitten. ‘Na een paar aanmaningen kwam de deurwaarder bij niet-betalers langs en werd hun boedel verkocht. Bij de eerste twee gevallen hebben wij alles weer opgekocht en aan de bewoners teruggegeven, dat viel financieel niet vol te houden.’ De Nijmeegse SP ging kort na haar oprichting bijna failliet, maar de goodwill die de actie kweekte, leverde de partij bij de raadsverkiezingen van 1974 wel mooi de eerste twee zetels op.

De partij vergaderde in die beginjaren in de gebouwen van de universiteit. ‘Wij waren nog student of werkten in de fabriek’, herinnert Van Hooft zich. ‘Langzaam maar zeker werden we door het bestuur de universiteit uitgewerkt. Toen kwamen we op het idee allemaal duizend gulden in te leggen en zo een eigen pand te kopen.

Sommigen moesten het lenen, bij anderen ging de erfenis eraan.’ Met het verzamelde geld kocht de partij een groot pand in de Nijmeegse Dominicanenstraat. ‘In de kelder een drukkerij, daarboven werken vergaderruimtes en helemaal bovenin huurden vier partijleden een kamer.’ De ambities reikten al snel verder dan Nijmegen. Van Hooft: ‘We waren in die beginjaren een soort uitzendbureau.

Ons kader werd over het land verdeeld en moest in Hengelo, Heerlen of Utrecht ook afdelingen helpen opzetten. De eerste SP-wethouder in Amsterdam-Noord komt uit Nijmegen. Als afdeling hebben we veel bijgedragen aan de landelijke ontwikkeling van de partij.’

Enge communisten
In de Nijmeegse gemeenteraad kreeg de SP intussen amper voet aan de grond: de KVP was in de jaren zeventig oppermachtig. ‘En die mensen mochten niet met ons praten’, zegt Van Hooft. Een raadslid dat wel contact zocht, kreeg volgens hem van hogerhand ‘op zijn kloten’. ‘Ze zeiden hem: “Kijk uit voor die Van Hooft, hij schiet je kapot voordat je het in de gaten hebt.’’ Wij waren in hun ogen enge communisten, hoorden niet thuis in de raad.’

Misschien maakte de partij het er die jaren zelf ook wel enigszins naar, blikt Van Hooft een tikje schuldbewust terug. ‘We zaten liever in de stad dan in de raad, waren bij vergaderingen nog weleens afwezig. Alleen als er iets op de agenda stond waar we echt wat mee konden, dan waren we er – en fanatiek.’

Het Nijmeegse monopolie van de KVP zwakte eind jaren zeventig af, om te worden overgenomen door de PvdA. Van de ruk naar links die de Waalstad in die jaren doormaakte, wist de lokale SP amper te profiteren. ‘De PvdA was in de jaren tachtig dominant, met soms wel 40 procent van de stemmen en vier van de zes wethouders.’

Twee zetels, soms drie, meer zat er voor de Nijmeegse SP in de eerste twintig jaar sinds haar oprichting niet in. Het heilige vuur doofde. Toen Hans junior in 1989 in de partij actief werd, was die volgens hem ‘redelijk ingekakt’. ‘We hadden ook bij de landelijke verkiezingen verloren. Er waren in de afdeling Nijmegen weinig mensen actief, vooral een groepje ouderen.’

Beide Van Hooften namen de boel weer op sleeptouw bij het ‘nationaal volkspetitionnement’ tegen de in Den Haag afgesproken jaarlijkse huurverhoging van 6 procent. Junior: ‘Daar hebben we in 1993 elfduizend handtekeningen tegen opgehaald: de helft van alle Nijmeegse huurders deed mee. Daardoor konden we de stap zetten van een kleine partijtje naar eentje die er steeds meer toe ging doen.’

Nadat de SP bijna dertig jaar in de Nijmeegse raad oppositie had bedreven, kwam in 2002 de omslag. ‘We haalden zes zetels, weet je nog?’, zegt Hans junior tegen zijn vader. ‘Toen zijn we samen met de PvdA gaan kletsen. Zo ontstond het eerste volledig linkse college van Nederland, ja, Havana aan de Waal.’ Van Hooft senior werd de eerste SP-wethouder in een grote gemeente.

Kuilen
‘Dat wethouderschap betekende wel wat’, blikt hij terug. ‘Al was het maar omdat we bij de onderhandelingen de helft van ons programma binnenhaalden. Er was in Nijmegen nooit een wethouder wijken geweest, ik werd de eerste. Er kwam meer groen, meer budget voor buurtactiviteiten. En de bestrating werd eindelijk aangepakt. Ik herinner me nog een bezoek aan onze Russische zusterstad Pskov, met straten vol kuilen. Ik zei: “Het lijkt Nijmegen wel.”’

Bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen van 2014 kwam de SP nipt als grootste uit de bus. Na vier jaar oppositie zit de partij sindsdien opnieuw in het Nijmeegse college. En dat merk je, volgens vader en zoon Van Hooft. ‘Nijmegen is de meest sociale stad van Nederland’, zegt senior. ‘Nergens betalen huurders zo weinig gemeentelijke lasten, namelijk nul euro. Ook huiseigenaren met een huis tot twee ton profiteren daarvan.’

Junior: ‘De bibliotheken in de wijken waren door de vorige coalitie bijna allemaal opgeheven. Van de twaalf filialen bleven er vijf over. Die komen nu, deels als steunpunt in scholen, weer allemaal terug. We hebben de sociale huren op nul gezet. Woningcorporaties profiteren van de lage rente, dat moeten de huurders terugzien in lagere woonlasten.’

De idealen zijn gebleven, maar de wijze van politiek bedrijven is volgens beide Van Hooften binnen de Nijmeegse SP in veertig jaar sterk veranderd. ‘Het was allemaal veel radicalistischer, minder praktisch’, stelt senior. ‘ Je kunt wel weten wat je wilt, maar je moet ook weten hóe je dat moet doen. En waar de centen vandaan moeten komen.’ Junior, lachend: ‘Als je geen positie hebt in de raad, hoef je de vraag over kosten nooit te beantwoorden.’

Na acht jaar wethouderschap deed Van Hooft senior in 2010 een stapje terug. Het was genoeg geweest. Hij zegt: ‘Vroeger ging het werk dag en nacht door, vijf dagen per week de wijken in. Alleen al hier in Nijmegen hadden we zeven afdelingen. Maar die jonge gasten kregen een vrouw, een kind – het was niet langer vol te houden. Het werd gekkenwerk.’

Nu heeft de SP in Nijmegen nog ruim elfhonderd leden, maar de claim die de partij tegenwoordig op hen legt is anders. ‘Als je vroeger geen zin had, dan moest je maar zin maken’, stelt senior. ‘Langzaam maar zeker zijn we omgeschakeld naar een partij van je mót naar je mág meedoen. Nu gaat het erom dat politiek werk ook gezellig is, en leuk.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie