Teveel democratie
Friesland, Groningen en Drenthe willen overheidsgeld besparen door taken van het Rijk en de waterschappen over te nemen. Taken op het gebied van ruimtelijke ordening, natuur, milieu, water, mobiliteit en infrastructuur en regionaal economisch beleid. Met de overdracht zouden enkele tientallen miljoenen euro's kunnen worden bespaard. Zo berichtten verschillende media vorige week en ik was ermee verguld.
Achterliggende reden voor dit bericht is natuurlijk dat de noordelijke werkgevers onlangs het voorstel hebben gedaan om Drenthe, Groningen en Friesland samen te voegen tot één Noordelijke provincie. De provinciale staten-leden, gedeputeerden en commissarissen van de koningin zagen de bui al hangen en vreesden voor hun bestaan. Gezamenlijk hebben ze de vlucht naar voren gekozen en zijn in de aanval gegaan: de provincies blijven bestaan, en nemen taken over van de waterschappen en de Rijksoverheid, stellen ze voor.
Ik ben erg voor dit soort samenwerkingsverbanden. Het is efficiënter dan in de huidige situatie en het maakt het mogelijk om bepaalde bestuurslagen op te heffen.
In mijn ogen zijn provincies en waterschappen grote ambtelijke, uitvoerende diensten. Die ongelukkigerwijs een politiek bestuur hebben. Dat politieke bestuur geeft een hoop extra gedoe, brengt veel kosten met zich mee (verkiezingen, auto’s met chauffeurs voor de gedeputeerden, hoge onkostenvergoedingen), die op zich weinig toegevoegde waarde hebben. Want ik heb geen flauw idee wat het verschil in standpunten is tussen de verschillende partijen die het provinciaal bestuur vormen. Sterker nog, ik wil het niet eens weten.
Ik wil dat de waterstand op orde is, dat de provinciale wegen berijdbaar blijven en dat niet ieder natuurgebied wordt volgebouwd met industrieterreinen. Ik kan me niet voorstellen dat er veel Nederlanders zijn die daar heel anders over denken.
Dat leidt tot de conclusie dat de táken die de provincies en de waterschappen uitvoeren, belangrijk zijn, maar dat het politiek bestuur van deze bestuurlagen overbodig is. Wat mij betreft fuseren de ambtelijke organisaties van provincies en waterschappen tot een soort Rijkswaterstaat, en komt de politieke verantwoordelijkheid in Den Haag te liggen, bij de regering.
Ben ik tegen de democratie? Nee, Ik ben tegen tevéél democratie.
Paul Lensink
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Toch is een deel van z'n verhaal per ongeluk juist: waterschappen en provincies kunnen moeiteloos verdwijnen. Dat beetje water rondpompen, ratjes vangen en knoeien met asfalt overlaten aan rijksdiensten en gemeenten. En inderdaad iedere nitwit boven schaal 13 in die kringen moet zonodig een auto-met-chauffeur hebben en vooral veel papier laten vervuilen. Snel opheffen dan komen er ook nog eens handen vrij om echt werk te doen.
En vooral geen regioprovincies. Dat geeft alleen maar nog meer gebakken lucht met een overdaad aan belangrijke ex- of mislukte politici aan het roer en managers op dure stoelen.
M.a.w.: kijk eens wat de inwoners willen. Gewoon toegankelijk, betaalbaar en betrouwbaar bestuur, graag dichtbij.
Dat er bij waterschappen en provincies te veel politici en anderen zitten die weinig relevants doen kan ik mij ook wel voorstellen.
Om de controle naar Den Haag over te hevelen vind ik echter een slecht plan. Of een bedrijventerrein bijvoorbeeld in dorp A of in dorp B uitgebreid moet worden kan niet in Den Haag bepaald worden.
De lokale politiek brengt lokale expertise, en de lokale politiek schept lokaal draagvlak (althans is daarvoor verantwoordelijk).
Omdat lokale politici zich in de media minder profileren dan landelijke politiici zijn opkomsten bij lokale verkiezingen laag. Het idee dat politici rekening houden met lokale omstandigheden zal echter nog veel minder worden als die bestuurslaag weg valt.
Dus niet centraliseren, maar op alle schaalniveaus minder taken en verantwoordleijkheden bij overheden leggen en daardoor tot minder regelgeving komen.