Gemeenten krijgen meer oog voor slavernijverleden
Ook buiten de Randstad kijken steeds meer gemeenten naar hun eigen aandeel in de trans-Atlantische slavenhandel. Tijd voor zelfonderzoek, herdenking en een stadsbreed gesprek.
Ook buiten de Randstad kijken steeds meer gemeenten naar hun eigen aandeel in de trans-Atlantische slavenhandel. Tijd voor zelfonderzoek, herdenking en een stadsbreed gesprek. Groningen en Haarlem kondigden onlangs een onderzoek aan naar hun eigen rol in het slavernijverleden, in Amersfoort vond een ‘verzoeningsoptocht’ plaats en tijdens de eerste officiële Arnhemse herdenking van de trans-Atlantische slavernij hield burgemeester Ahmed Marcouch een vlammend betoog tegen ‘de giftige erfenis van slavernij’: racisme.
Hoofdstad slavenhandel
Ook Vlissingen kijkt met een kritische blik naar zijn slavernijverleden. Begin dit jaar besloot de gemeenteraad om zijn rol in de trans-Atlantische slavenhandel te onderzoeken. ‘Zeeland heeft een prominente rol gespeeld in het koloniale en slavernijverleden’, zegt initiatiefnemer en raadslid Angélique Duijndam (Lijst Duijndam). ‘Het is belangrijk dat we dat verleden goed in kaart brengen. Niet om bestraffend met een vingertje te wijzen, maar om kennis te verzamelen en te zorgen dat deze periode niet wordt vergeten.’ Een ‘historiografische verkenning’ laat onder meer zien dat Vlissingen in de tweede helft van de achttiende eeuw de onbetwiste hoofdstad was van de Nederlandse slavenhandel. Tussen 1750 en 1780 vervoerden Vlissingse schepen maar liefst 60.000 tot slaaf gemaakte Afrikanen – zes keer zoveel als de toenmalige stadsbevolking. Duijndam: ‘Dat is een heel schokkend verhaal, dat duidelijk maakt dat onze stad een flink deel van haar rijkdom heeft vergaard door mensen als productiegoederen te gebruiken.’
Rellen
De onderzoeken in Vlissingen, Haarlem en Groningen illustreren de toenemende bereidheid tot zelfreflectie. Ook in Hoorn, vorig jaar prominent in het nieuws vanwege protesten en rellen rond het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen, is zelfreflectie een belangrijk doel. De gemeente startte dit voorjaar een reeks ‘brede stadsgesprekken’ over inclusie, het koloniale en slavernijverleden. ‘De rellen rondom het standbeeld van Coen kwamen natuurlijk niet uit het niets,’ zegt Jan Nieuwenburg, burgemeester van Hoorn. ‘Wereldwijd richtten mensen op veel plaatsen hun agressie af op beelden uit het koloniale verleden. In die context hebben we ons afgevraagd wat er in onze samenleving aan de hand is en hoe we met elkaar een gesprek kunnen voeren over de vraag: hoe voelt iedereen zich thuis in onze stad? Zo is het idee ontstaan voor brede stadsgesprekken met bewoners, belangenorganisaties en buurtorganisaties.’
Discriminatie
De burgemeester is blij dat de gesprekken niet beperkt zijn gebleven tot het koloniale -en slavernijverleden, maar ook actuele thema’s beslaan: discriminatie, racisme en inclusie. Nieuwenburg: ‘We hebben gezegd: alles mag aan tafel en óp tafel komen. Dus niet alleen Coen, maar ook vragen als: heeft iedereen in onze stad evenveel kansen en kan iedereen meedoen? Dat gaat net zo goed over de acceptatie van mensen op de werkvloer, als over de integratie van de 130 verschillende nationaliteiten die in Hoorn samenleven.’
Inclusief Hoorn
Nieuwenburg hoopt dat de uitkomsten van de Hoornse stadsgesprekken een plaats krijgen in het onderwijs en dat de gesprekken de gemeente helpen bij het formuleren van een nieuwe bestuursopdracht. ‘Discriminatie en inclusie zijn natuurlijk al jaren een belangrijk thema, maar achteraf moeten we vaststellen dat het gesprek over deze thema’s enigszins dreigde te verzanden. De stadsgesprekken dwingen ons om opnieuw met alle betrokken organisaties te kijken hoe we vormgeven aan een inclusief Hoorn. En hoe we ervoor zorgen dat mensen zich niet terugtrekken op een eiland, maar met elkaar in gesprek gaan.’
Politiek besluit
Waar Vlissingen en Hoorn zich richten op zelfonderzoek en -reflectie, kiest Tilburg een heel andere manier om stil te staan bij het slavernijverleden: herdenken. Vier jaar geleden kondigde burgemeester Theo Weterings de komst aan van een herdenkingsmonument voor ‘alle nazaten van slaaf gemaakten’. Het monument moet volgend jaar een plaats krijgen aan de noordkant van het station. Het Tilburgse gedenkteken wordt na Amsterdam, Rotterdam en Middelburg het vierde slavernijmonument in Nederland.
Herdenken en excuses
De verschillende initiatieven om stil te staan bij het slavernijverleden, laten zien dat steeds meer gemeenten van hun verleden willen leren. Dat ziet ook slavernij-onderzoeker Karwan Fatah-Black, universitair docent koloniale geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Fatah-Black: ‘Steeds meer gemeenten zijn bereid om hun eigen aandeel in de koloniale geschiedenis of de geschiedenis van de slavernij onder de loep te nemen. Ze gaan er terecht van uit dat je eerst gedegen empirisch onderzoek moet doen, voordat je het politieke besluit neemt om ruimte te maken voor herdenking of excuses. Als je niet goed scherp hebt wát je herdenkt, boet het herdenken zelf ook aan betekenis in.’
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 15 van deze week
Reacties: 10
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Een mensenleven was in die tijd van nul en generlei waarde. Gelukkig is dat in deze tijd volstrekt anders. Laten we daar van genieten.
En dag @Bertus, u hebt uw riedel weer kunnen afsteken.