Raadsleden grote steden willen meer geld
Gemeenteraadsleden stoppen meer tijd aan het raadswerk dan voorheen. In gemeenten met meer 375.000 inwoners vinden zeven op de tien raadsleden de vergoeding te laag. Dat blijkt uit het donderdag verschenen Nationaal Raadsledenonderzoek 2019.
Gemeenteraadsleden besteden meer tijd aan het raadswerk dan voorheen, maar hebben daar door de bank genomen geen moeite mee. Ruim vier op de tien raadsleden zijn ontevreden over de vergoeding die zij voor hun raadswerk krijgen. In gemeenten met meer 375.000 inwoners vinden zelfs zeven op de tien raadsleden de vergoeding te laag.
17,2 uur
Dat blijkt uit het donderdag verschenen Nationaal Raadsledenonderzoek 2019 van Daadkracht. In 2019 besteedden lokale volksvertegenwoordigers gemiddeld 17,2 uur per week aan het raadswerk. Dat is ruim een uur meer dan twee jaar geleden. Hoe groter de gemeente, hoe meer tijd raadsleden gemiddeld aan het raadswerk besteden, zo blijkt uit het onderzoek waaraan ruim 1.600 raadsleden hebben meegedaan. Raadsleden in gemeenten met meer dan 150.000 inwoners besteden gemiddeld 24,9 uur per week aan het raadswerk; 1,1 uur meer dan in 2017. In gemeenten tot 15.000 inwoners is de gemiddelde werkbelasting 12,8 uur, een daling van zes minuten.
Fulltime functie
Het merendeel van de raadsleden klaagt niet over de tijd die ze in het raadswerk steken. Ruim 66 procent zegt tevreden te zijn over de werkbelasting. Een op de vijf raadsleden wil meer tijd spenderen aan het raadswerk; een op de zes juist minder. Een meerderheid van de raadsleden uit steden met meer dan 150.000 inwoners vindt dat het raadswerk een fulltime functie zou moeten zijn.
Te laag
Een kleine meerderheid van de raadsleden (54,7 procent) is tevreden over de vergoeding, die gemiddeld op 16,81 euro ligt. 42,5 procent is ontevreden. In gemeente met meer dan 375.000 inwoners vinden zeven op de tien raadsleden dat de vergoeding te laag is. De (gemiddelde) tevredenheid is wel gestegen ten opzichte van 2017. Met terugwerkende kracht per maart 2018 is de vergoeding voor gemeenteraadsleden werkzaam in gemeenten tot 40.000 inwoners (flink) gestegen. Gemiddeld ligt de vergoeding op 16,81 euro.
Bestuurlijke activiteiten
De tijd die raadsleden aan hun volksvertegenwoordigende rol besteden, is ten opzichte van twee jaar geleden licht afgenomen. 31,3 procent van de tijd werd daar in 2019 aan gespendeerd tegen 31,6 procent in 2017. Bestuurlijke activiteiten slokken veruit de meeste tijd op.
Bron: Nationaal Raadsledenonderzoek 2019, Daadkracht
Bron: Nationaal Raadsledenonderzoek 2019, Daadkracht
Juist in de grote gemeenten wordt gesteld dat de vergoeding omhoog moet, maar terwijl een raadslid daar grofweg een 60-80% grotere tijdsbesteding heeft dan in een kleine(re) gemeente ligt de vergoeding er 100-150% hoger dan in die kleine(re) gemeenten. Logica zegt dat dus de vergoeding in klein(re) gemeenten (verder) omhoog moet.
Een ander opvallend punt is de tijdsbesteding. Bij gemeenten onder de 100.000 inwoners loopt die langzaam op naarmate de gemeente groter is, maar boven de 100.000 inwoners en nog veel sterker boven de 150.000 loopt hij veel stijler op. Wat is daar de oorzaak van? Ik kan niet bedenken waarom de tijdsbesteding in een gemeente met 160.000 inwoners bijna een kwart hoger zou moeten liggen dan in een gemeente met 120.000 inwoners. De hoeveelheid werk neemt echt niet 1 op 1 toe met het aantal inwoners.
Daarnaast hebben grote gemeenten meer raadsleden dan kleine zodat het werk beter verdeeld kan worden. Ik zou me heel goed kunnen voorstellen dat een raadslid van een eenmansfractie in een kleine gemeente meer werk heeft dan een raadslid in een grote fractie in een grote gemeente.
Kortom: het onderzoek, of de presentatie, is te grof.