Advertentie

Politiek is discriminatie

De protestantse orthodoxie – voor iemand uit het katholieke zuiden altijd een intrigerend fenomeen – heeft een forse juridische dauw gekregen. Het VN-Vrouwenverdrag heeft 'rechtstreekse werking', zo heeft de Hoge Raad beslist en dus mag geen enkele politieke partij vrouwen uitsluiten van politieke functies, ook niet als die namens de partij worden uitgeoefend.

16 april 2010

Burgers kunnen een beroep doen op dat verdrag, ongeacht de specifieke politieke overtuiging of religieuze grondslag van een politieke partij. De staat moet ervoor zorgen dat vrouwen hun passieve kiesrecht via alle in Nederland actieve politieke partijen kunnen realiseren. Desnoods met hulp van de staat moeten vrouwen zich kandidaat kunnen stellen, op de lijst van welke partij dan ook. Religieuze overtuigingen die het politieke ambt willen voorbehouden aan mannen, mogen dus geen rol spelen in de selectie van kandidaten voor politieke ambten.

 

In Nederland is constitutionele toetsing door de rechter niet toegestaan, toch brengt ons hoogste rechtscollege met deze uitspraak een hiërarchie aan in de rechten die de Grondwet aan burgers verleent. Het VN-Vrouwenverdrag fungeert in zekere zin als U-bocht. De facto plaatst de Hoge Raad het recht op gelijke behandeling en het daarmee samenhangende verbod op discriminatie boven de godsdienstvrijheid en het recht tot vereniging.

 

De SGP mag wel haar standpunt uitdragen, maar niet praktiseren. Strikt genomen betekent dit dat in de toekomst de positie van een volksvertegenwoordigster van de SGP in algemene politieke zin legitiem en vanzelfsprekend is, maar volgens haar eigen overtuiging illegitiem, want godslasterlijk moet zijn. Dat kan zelfs een Godswonder niet oplossen. Of wordt van de SGP een soort omgekeerd gedoogbeleid verwacht: aan de achterkant van de partijstatuten mogen vrouwen politieke posities bekleden, maar aan de voorkant van de vertegenwoordiging zien we slechts mannenbroeders?

 

De Hoge Raad heeft dus een zeer ingrijpende uitspraak gedaan. En hoewel de rechter in de trias per definitie gelijk heeft, valt op deze uitspraak heel wat af te dingen. Het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod krijgen zo wel een zeer omvattende betekenis. Immers, als we artikel 1 van de Grondwet goed lezen, zou dan ook onderscheid naar godsdienst, levensovertuiging en politieke gezindheid geen grond mogen zijn voor uitsluiting van politieke functies namens een politieke partij. Dat lijkt me nogal merkwaardig.

 

De kern van de politieke vrijheid is nu juist dat dit onderscheid wel mag worden gemaakt, zeker in de eigen politieke partij. De selectie van politiek personeel is een van de belangrijkste functies van een politieke partij. In de personen die namens de partij optreden moet het gedachtegoed worden belichaamd. De SGP ziet het verschil tussen man en vrouw als door de Heere beschikt. Daaraan tornen zou hoogmoed zijn. De uitspraak van de Hoge Raad impliceert dat vasthouden aan deze opvatting in regel en handelen slechts kan leiden tot een partijverbod. Het zal mij benieuwen welke minister van welke partij die verantwoordelijkheid zou wensen te dragen.

 

Natuurlijk zijn het actief en het passief kiesrecht grondrechten. Maar het zijn grondrechten die gelden tussen staat en burger. Het lijkt mij politiek onaanvaardbaar als deze grondrechten ook burgers onderling in hun politieke of maatschappelijke verbanden binden. Datzelfde geldt voor het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod. Als het aan burgers niet langer is toegestaan onderscheid te maken en dus te discrimineren, betekent dit het einde van veel rechten en vrijheden. Het recht tot vereniging kan slechts betekenisvol zijn, als het uitsluiting mogelijk maakt.

 

Burgers moeten zich kunnen organiseren op grond van verschil, of dat nu geldt voor de school, de Rotary, de voetbalvereniging, de kerk of het vrouwennetwerk. Het is principieel onaanvaardbaar als een politieke representatie van het verschil – de politieke partij – geen onderscheid meer zou mogen maken. Politiek gaat over strijd, over onenigheid, over conflict. De democratie is bedoeld om het oneens te kunnen blijven, onder vreedzame condities. Gelijkschakeling hoort daar niet bij.

 

De rechtsstaat beschermt juist het verschil, zoals het verschil de burger weer beschermt tegen de machtsmonopolies van de staat. In al hun verschillen zijn de burgers gelijk voor staat en recht. Daarom steun ik de SGP in haar politieke recht te discrimineren.

 

Paul Frissen is decaan en bestuursvoorzitter van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur, hoogleraar bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg en lid van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling.

 

Reacties: 8

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

rwindt / machteloze burger
Onrechtmatig onderscheid maken is voor mij in elk geval wanneer op basis van kenmerken waarmee men geboren is (of de omgeving waarin), personen of groepen uitgesloten worden, of bevoordeeld!
Dat zijn m.i. universele waarden, die niet opgeofferd mogen worden aan de grillige bewegingen van democratie. Weliswaar de beste optie die voorhanden is, maar bij lange na niet perfekt, omdat burgers niet perfekt zijn en hun "representatieve" vertegenwoordiging vaak nog minder door partijcultuur, of persoonlijke belangen.

De eerste reactie spreekt mij aan. Het is hoognodig dat er, veel breder liefst nog, een heldere duiding komt t.a.v. onze wetten, nu de samenleving drastisch is veranderd t.o.v. die tot de jaren 60.

Autochtone burgers voelen de samenhang van de wetten hier nog wel aan op zijn minst. Dat ligt anders voor deel nieuwkomers, die neigen naar shoppen daarin.

Wie heeft "in hemelsnaam" het mandaat te oordelen over onbewijsbare aangelegenheden als geloofsovertuigen met alle verschillen m.b.t. interpretaties daarbinnen ook nog eens, welke aspecten binnen die levensovertuigingen een uitzondering zouden moeten vormen t.o.v. de rest? Waar een grondrecht als gelijke behandeling voor opgeofferd wordt.

Als je zoveel ruimte gunt aan een geloofsgemeenschap, kun je meisjesbesnijdenis ook niet verbieden. Of het uithuwelijken, liefst op heel jonge leeftijd. Die kinderen hebben geen keuze. De SGP vrouwen zijn niet verplicht zich kandidaat te stellen.

Waar ligt de grens tussen cultuur en religie? Wie bepaalt dat?

We zijn zover gekomen dat op scholen en in werkkringen slechts een groep zich mag onderscheiden t.a.v. cultuur (men ervaart het zelf als religieus bepaald) via haarbedekking. "Hoofd"zakelijk de meisjes en vrouwen. Een conducteur met een Christelijk symbool aan een ketting mag niet. Al was het teken geborduurd op een rever of mutsje. We blijven daar, breed
genomen, onthutsend ongeinteresseerd over.

Een beschaafde samenleving stelt (universele) normen, waarbinnen veel ruimte mag en moet zijn voor verschillen, maar niet alles wat ieder collectief zou willen. Al helemaal niet in een seculiere en door snelle verandering in korte tijd, broze samenleving, met enorm veel verschillen.
Bernadette Jansen
Geachte heer Frissen,

Er bestaat niet zoiets als een politiek recht tot discrimineren. De wet geldt voor allen. Een politieke partij mag wel pleiten voor de doodstraf, maar deze niet toepassen; ook niet binnen de eigen partij.

Met vriendelijke groet,

Bernadette Jansen
Michiel Jonker / ambtenaar bij een decentrale overheid
@ Bernadette Jansen,

Uw bewering dat er geen politiek recht tot discrimineren bestaat, klopt niet. Met zijn uitspraak heeft de Hoge Raad het politieke recht om te discrimineren in Nederland ingeperkt, maar niet volledig afgeschaft. Het is bijvoorbeeld nog steeds toegestaan om leden van politieke partijen te royeren als ze zich niet conform de fatsoensnormen van de desbetreffende partij gedragen.

Niet alle partijen hebben dezelfde fatsoensnormen. Iemand die geroyeerd wordt omdat hij op een partijbijeenkomst in een privé-pand naaktloopt met een beroep op zijn interpretatie van het Christelijk geloof ("ook Jezus is naakt geboren"), zou bijvoorbeeld kunnen gaan roepen dat hij op grond van zijn religie gediscrimineerd wordt. Zo iemand geef ik weinig kans in een rechtszaak.

Frissen bestrijdt helemaal niet dat de wet voor allen geldt. Hij heeft het over de consequenties van de manier waarop de Hoge Raad de wet interpreteert. In dit geval: hoe de Hoge Raad het verbod op discriminatie interpreteert.

Uw voorbeeld van een partij die pleit voor de doodstraf, maar hem zelf niet mag toepassen, raakt kant nog wal. Want zelfs als de doodstraf wordt ingevoerd, mag die alleen worden voltrokken door de staat, en niet door een politieke partij.

Als we uw voorbeeld sterker maken door het te hebben over een partij die pleit voor de toelaatbaarheid van eigenrichting (opheffing van het geweldsmonopolie van de staat), dan wordt het duidelijk wat het verschil is met de wens van de SGP. De SGP pleit er niet voor rechten over te hevelen van de staat naar de SGP, maar alleen om binnen de eigen partij onderscheid te maken tussen mannen en vrouwen als het gaat om kandidaatstelling voor volksvertegenwoordigende functies. Pas nu, als gevolg van de uitspraak van de Hoge Raad, heet dit voortaan "discriminatie", d.w.z. een ongeoorloofde vorm van onderscheid maken.

Stel dat ik, als man, lid wil worden van een club van vrouwen die ervaringen willen uitwisselen op het gebied van seksualiteit, en ik word geweigerd. Is dat dan discriminatie? Nee. Niets staat mij dan in de weg om zelf een andere club op te richten waarin ik, ofwel met andere mannen, ofwel met mensen van beiderlei kunne, eveneens ervaringen op het gebied van seksualiteit uitwissel.

Het gaat er bij het discriminatieverbod dus om dat er geen exclusief monopolie op bepaalde mogelijkheden ontstaat. Met zijn uitspraak draagt de Hoge Raad bij aan een klimaat waarin we ons allemaal volgens een standaardsjabloon moeten gaan gedragen die door de meerderheid als "goed" bestempeld wordt. Een soort "dictatuur van het proletariaat" volgens 21e eeuwse normen. Dan blijft er van onze vrijheid weinig over. En op den duur ook weinig van onze democratische rechtsstaat.
E. Klokkenluider / ambtenaar
Discriminatie betekent alleen letterlijk "het maken van onderscheid". De betekenis van het woord discriminatie is in maatschappelijk en juridisch opzicht gaan afwijken van die letterlijke betekenis; in die context wordt onder discriminatie verstaan: "het onrechtmatig onderscheid maken tussen mensen of groepen". Bij de vraag of het maken van onderscheid tussen mensen discriminatoir is, is het van belang om na te gaan of gelijke gevallen ook gelijk behandeld worden.
Discriminatie kan men zien als een uiting van onverdraagzaamheid en als het in daden omzetten van vooroordelen. Dit kan als persoonlijke of als geïnstitutionaliseerde discriminatie voorkomen.
Het is dan ook moedig en verstandig om nu eens eindelijk een rangorde aan te brengen in grondrechten. Je mag best geloven en je als partij willen onderscheiden, maar wel binnen de grenzen van de wet. Laat dat helder zijn. Als je vrouwen wil uitsluiten, prima: zet het in je verkiezingsprogramma en als je er een meerderheid voor krijgt wordt het wet. Tot die tijd overtreedt je de wet en kan een rechter ingrijpen. Gelukkig maar!!
Luc
Een artikel met dezelfde strekking: SGP-arrrest blijkt trajaans paard. http://www.stemhok.nl/artikelen/sgp-arrest-blijkt-trojaans-paard
Jofel
Beste Paul, vervang het woord vrouwen nu eens door het woord joden... en wat vindt u dan van uw eigen stukje?
Gerber
SGP -standpunt Paul Frissen
Michiel Jonker / ambtenaar bij een decentrale overheid
@ E. Klokkenluider

1. U pleit voor het aanbrengen van "een rangorde in grondrechten". Door wie? Het kenmerk van grondrechten is nu juist dat ze helemaal aan de top (of beter: de bodem) van een hiërarchie van rechten staan. Ze horen dus bij het domein van dingen die niet op grond van hogere regels kunnen worden afgeleid.

En dat moet vooral zo blijven. Want zodra je het ene grondrecht hiërarchisch boven het andere stelt, verander je daarmee het andere grondrecht in een "gewoon" recht. In dit geval verliest dus het recht op (de vrijheid van) vereniging het karakter van een grondrecht. Dat kan een fatale ontwikkeling worden (denk aan hoe er in ondemocratische landen met de vrijheid van vereniging wordt omgegaan).

Grondrechten moeten niet worden verwijderd uit de ruimte waar vrije, politieke en filosofische oordeelsvorming leidend is.

2. U heeft het over "persoonlijke of institutionele discriminatie". Zoals Frissen echter ook al aangeeft, is het op zichzelf niet onrechtmatig om onderscheid te maken, ook niet op grond van ras, geslacht, religie, seksuele geaardheid etc. etc.

Als ik bijvoorbeeld in de avondschemering over straat loop en ik word een beetje bang omdat enkele zwaargebouwde types mij tegemoet komen, dan mag ik onderscheid maken en een blokje om lopen, ook al is de kans 99,9% dat die jongens geen vlieg kwaad doen. Ook mag ik een club oprichten die alleen toegankelijk is voor mensen met sproeten, of mensen die naar mijn (voor)oordeel iets van vliegtuigbouw afweten, of mensen die ik aardig vind.

Discriminatie wordt het (pardon... werd het?) in juridische zin pas als aan iemand, op grond van een subjectief vooroordeel, een voordeel wordt onthouden waardoor hij/zij geen gelijke kans meer heeft om dit recht of voordeel te genieten.

Het misverstand van de Hoge Raad (en wellicht het VN-vrouwenverdrag) is dat passief kiesrecht en het bekleden van volksvertegenwoordigende functies gelijk moeten worden gesteld aan "voordelen". Alsof een volksvertegenwoordigende functie niet meer behelst dan een gewone baan waarmee je geld wil verdienen.

Maar in een democratie bepaalt het volk door wie het vertegenwoordigd wil worden, niet de rechter. Internationale verdragen zouden dit wezenskenmerk van de democratie niet mogen aantasten, tenzij er sprake is van de aantasting van het recht op leven of op vrijheid van pijn (marteling). Er zijn geen aanwijzingen dat SGP-vrouwen structureel in levensgevaar verkeren of gemarteld worden.

3. Natuurlijk kan het voor een vrouw die in een bepaalde religieuze gemeenschap is opgegroeid, enorm moeilijk zijn zich los te maken van discriminerende gewoonten. Denk bijvoorbeeld aan de geschiedenis van Ayaan Hirsi Ali. Gediscrimineerde vrouwen verdienen dus alle steun. Maar niet ten koste van onze democratie. Want uiteindelijk vormt die één van de essentiële waarborgen van onze open maatschappij, waarin discriminatie niet is toegestaan.
Advertentie