Gemeenten als medicijn
Weinig mensen bedanken de gemeente voor hun levensverwachting die veel langer is dan vroeger. Collectieve preventie heeft geen gezicht.
Mensen noemen gezondheid standaard in de top drie van belangrijkste zaken om gelukkig te zijn, naast het hebben van werk, relaties en geld. Onze omgeving bepaalt grotendeels onze gezondheid.
Dat was één van de conclusies van de 19e eeuwse arts Rudolf Virchow. Als secretaris van een regeringscommissie deed hij in 1848 onderzoek naar een tyfus epidemie in Opper-Silezië. Hij ging op zoek naar de achterliggende oorzaken. Die vond hij in de hongersnood van de bevolking, die veroorzaakt werd door armoede, wat weer werd veroorzaakt door onderdrukking door de grootgrondbezitters. Dit inzicht bracht dokter Virchow tot het lidmaatschap van de gemeenteraad van Berlijn en van de Reichstag. ‘Politiek is niets anders dan geneeskunde op grote schaal’ was zijn motto.
De gemiddelde levensverwachting voor Nederlandse mannen lag in 1870 bij geboorte rond de 38 jaar en voor vrouwen rond de 40 jaar. Het zijn vooral de gemeenten die voor de stijging van de levensverwachting hebben gezorgd. De sterfte aan infectieziekten zoals cholera, tyfus, pokken en dysenterie daalde razendsnel door de aanleg van riolering en drinkwaternetten. Maar ook door toezicht op de voedselbereiding, betere woningen, voorlichting over persoonlijke hygiëne, zorg voor moeders en zuigelingen en door het beschikbaar stellen van vaccinaties. Met de uitvoering van milieuwetgeving is de bedreigingen voor mens en natuur door verontreiniging van lucht, water en bodem aangepakt. De kans om als gevolg van werk ziek te worden of te overlijden is door verbeterde arbeidsomstandigheden drastisch gereduceerd. Voor mensen die nu geboren worden ligt de gemiddelde levensverwachting rond de 80 jaar voor mannen en rond de 84 jaar voor vrouwen. Een man die inmiddels de leeftijd van 65 heeft bereikt, heeft nog een gemiddelde levensverwachting van rond de 19 jaar, voor een vrouw is dat rond de 21 jaar.
Weinig mensen bedanken de gemeente voor hun levensverwachting die veel langer is dan van hun voorvaderen. Met de feestdagen gaan de bedankjes, kerstkaarten en flesjes wijn naar de dokter. Collectieve preventie en het gemiddelde van de levensverwachting hebben geen gezicht. Dat heeft de dokter wel. Hij/zij is er bij ziekte, een ongeluk en het noodlot. En hij/zij is er ook wanneer we als samenleving en overheid falen.
Het verschil in levensverwachting tussen mensen met de hoogste en de laagste sociaal-economische posities is gemiddeld 6 jaar en 15 jaar in als goed beleefde gezondheid. Teveel mensen lijden aan een ‘shit life syndroom’ waarvoor we nog geen behandeling hebben. Stress door gebrek aan bestaanszekerheden maakt ziek. Het leidt tot ongezonde keuzes in voedsel, gebruik van genotsmiddelen, bewegen en sociaal gedrag. Om de gevolgen te bestrijden biedt de dokter een luisterend oor, een pilletje of een ‘gecombineerde lifestyle interventie’ om van het vet door je slechte eet- en leefgewoonten af te komen.
Wat een dokter niet kan doen is een cursus gezond koken aanbieden in een wijk met veel overgewicht. Of voorzieningen regelen voor kinderen in een buurt met veel kwetsbare thuissituaties. Of activiteiten organiseren voor mensen die vereenzamen. Gemeenten staan aan de lat voor maatschappelijk ondersteuning, jeugdhulp, inkomen, wonen en vele andere beleidsterreinen met impact op welzijn en volksgezondheid. We hebben in ons land met wetgeving een stevige muur gemetseld tussen de semi-private wereld van zorgverzekeraars en zorgaanbieders aan de ene kant en het lokaal bestuur aan de andere kant. Met akkoorden zoals het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) proberen we luikjes te openen. Het zijn politiek-bestuurlijke keuzes die in hoge mate de volksgezondheid bepalen. Dat was in 1848 niet anders dan nu.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.