'We zijn het land van kleindenkende kruideniers'
Participatie, transparantie en integriteit verlammen het openbaar bestuur, vindt oud-cdk van Zuid-Holland Jaap Smit.
Participatie, transparantie en integriteit zorgen allerminst voor vertrouwen in bestuurders. ‘Alleen leiders met ruggengraat doen dat’, stelt de oud-commissaris van Zuid-Holland Jaap Smit. Hij wijdde er een boek aan. De drie heilige huisjes die het bestuur dichter bij de bevolking moeten brengen en het vertrouwen in bestuur en politiek moeten herstellen – participatie, transparantie en integriteit – krijgen er danig van langs in Zonder kompas geen koers.
Bang
‘Die heilige huisjes komen voort uit de grote verlegenheid en angst van volksvertegenwoordigers om belangrijke besluiten te nemen en hun rug recht te houden. We zijn bang om de gunst van het volk te verliezen’, zegt de oud-commissaris van de koning van Zuid-Holland. Smit: ‘Ik geloof sterk in representatieve democratie. Je moet als bestuurder heel goed weten wat er leeft op straat, maar je moet óók afstand durven bewaren. Je moet rechtop staan. Je bent geen allemansvriend en je moet niet vanaf je hurken besturen. Daarmee ondermijn je de representatieve democratie.’
Flauwekul
Bij ieder beleidsonderwerp hoort tegenwoordig een participatieparagraaf, ziet Smit. ‘Wat een flauwekul, en je houdt mensen er ook mee voor de gek. Mij werd eens als commissaris gevraagd om 75.000 brieven te versturen omdat de Staten hadden besloten tot een burgerraad. Ik vind: de 55 Statenleden, zij zijn het ultieme burgerberaad.’
Ondermijning
Dat burgerberaad kwam er toch, leidde tot 113 voorstellen en negen leden van dat beraad zaten tijdens het debat hierover op de publieke tribune. Smit: ‘Ze werden door een aantal fractieleiders aangesproken als ware verzetshelden. “U bent het volk! U bepaalt wat hier gebeurt!” Ik vind dat een ondermijning van de eigen positie van de gekozen Staten.’
Als een moedige beslissing genomen moet worden, dan moet je daar even geen pottenkijkers bij hebben
Afgod
Nog zo’n toverwoord: transparantie. ‘Daarmee trekken we aan het verkeerde eind van het touw. Het is een afgod geworden’, reageert Smit. ‘Ik wil met alle liefde uitleggen hoe ik tot een besluit ben gekomen, maar ik hoef niet bij elk overleg een microfoon of een camera in de buurt te hebben. Als een afgewogen en moedige beslissing genomen moet worden, dan moet je daar even geen pottenkijkers bij hebben.’
Wantrouwen
Natuurlijk is transparantie volgens Smit belangrijk als het gaat om financiering van politieke partijen, om mogelijke belangenverstrengeling en cliëntelisme, maar geef de bestuurder de discretionaire ruimte om lastige afwegingen te maken. ‘Daar hoort vertrouwen bij. Weet je wat er gebeurt als je de gordijnen opentrekt? Dan zoeken bestuurders plekken waar niemand ze ziet. Stuur geen appjes meer, we spreken af in de kroeg. We moeten niet navolgbaar zijn. Bestuurders zijn bang geworden en praten met meel in hun mond. Er is meer schijnbare openheid gekomen, maar het wantrouwen is alleen maar groter geworden.’
Integriteit is een politiek wapen geworden
Politiek wapen
Jaap Smits laatste (grote) ergernis: het gedweep met integriteit. ‘Je bent als commissaris, en ook als burgemeester, hoeder van de integriteit, maar de manier waarop wij met dat begrip omgaan is bezopen. Ik heb mij er als commissaris echt kapot aan geërgerd. Integriteit is een politiek wapen geworden’, zegt Smit.
Socials
‘De manier waarop wij het hanteren doet me denken aan het oude geloof, dat velen van ons hebben afgezworen. De mens deugt niet, hij is niet te vertrouwen. Regels en codes moeten hem in bedwang houden. Bestuurders zijn angstig en voorzichtig geworden om maar geen gedoe te krijgen. De boze god heeft plaatsgemaakt voor de boze publieke opinie, voor de socials. Liever een ongeschonden blazoen dan juiste en krachtdadige leiding.’
Gedragscodes, ook zoiets. Smit: ‘Ik stelde voor om ze op één A4-tje zetten. Zeven punten. U kunt ervan op aan dat ik …. Dat werden vuistdikke boeken met soms absurde regels. We zoeken de veiligheid in nauwe teksten en het ontslaat ons ervan om na te denken: is dat nou handig om te doen?’
Ik heb de afschaffing van de dienstplicht altijd betreurd
Predikant
Jaap Smit verloochent zijn afkomst in Zonder kompas geen koers niet. De onderkop is dan ook: De theoloog als bestuurder in een zoekende samenleving (zeg maar gerust dolende samenleving). Smit studeerde theologie en was in zijn jonge jaren predikant in Ellecom en De Steeg, in Seedorf bij het 42ste pantserinfanteriebataljon Limburgse Jagers en op het laatst in Heemstede.
Betreurd
Smit: ‘Ik heb de afschaffing van de dienstplicht altijd betreurd. Of je het nou leuk vond of niet: je had rechten, maar ook plichten. Militaire dienst hielp jongeren een koers te vinden en richting te geven aan hun leven. Je moest het zien te rooien met leeftijdgenoten die aan de andere kant van het station waren opgegroeid. Ik kreeg ook te maken met jongens van de andere kant van het station, en dat was voor mij net zo leerzaam.’
Kleine moraal
Als commissaris van de koning stond Smit geregeld in toga op de kansel, en nog steeds, afgelopen weekeinde nog. Niet verwonderlijk dat zijn boek doorspekt is met verwijzingen naar het geloof (‘Zonder de zedenpreker uit te hangen’) Jaap Smit: ‘Ik heb de kerk zien verdwijnen uit de samenleving. Daarvoor is een ongelofelijk kleinburgerlijke moraal in de plaats gekomen. We waren het land van de koopman en de dominee: ruimdenkend, met een grote mond en een dosis moraal van de dominee. We zijn het land van kleindenkende kruideniers geworden. Afwegen tot de gram. Wat zullen de mensen er wel niet van denken? We nemen onze toevlucht in de kleine moraal en nemen elkaar voortdurend de maat over futiliteiten omdat we het gesprek over de grote moraal niet meer durven te voeren.’
Wat vrijheid leek, is gevangenschap geworden
Watersporter
De grote moraal. Jaap Smit is terug bij het begin van Zonder kompas geen koers. Smit: ‘Ik ben een watersporter, dus permitteer mij deze metafoor: je vaart op zee, geen land in zicht. Niets staat je in de weg, je kunt alle kanten op. Maar zonder kompas verdwaal je in de onmetelijke ruimte. Wat vrijheid leek, is gevangenschap geworden. Waar moet ik het zoeken?’
Kompas
Het kompas heeft Smit als theoloog én bestuurder zijn hele leven beziggehouden. ‘We hebben meer dan ooit een kompas nodig om elkaar door de leegte en het oorverdovende geluid op te zoeken en te vinden. We hebben een verhaal nodig dat ons bindt. Ik pleit helemaal niet voor de heropleving van voorbije tijden, maar ik pleit wél voor inspirerende voorgangers met ruggengraat. Vooruit: hoge priesters in een geseculariseerde samenleving. Mensen met denkkracht en verbeelding die verhalen vertellen over hoop en saamhorigheid.’
Zonder kompas geen koers. De theoloog als bestuurder in een zoekende samenleving is verschenen bij uitgeverij Prometheus in Amsterdam.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.