Al 25 jaar niets opgeschoten met burgerparticipatie
Ambtenaren en bestuurders willen vooral dat inwoners vrijblijvend adviseren zonder dat de grote lijn van het bedachte beleid in gevaar komt.
Een paar weken geleden publiceerde de minister van BZK haar visie op burgerparticipatie. Het kabinet is voornemens burgerparticipatie en burgerinitiatieven op nationaal en decentraal niveau te versterken. Tot zover niets nieuws. De mooie woorden verhullen niet dat er op het gebied van burgerparticipatie al decennialang weinig vooruitgang wordt geboekt.
Al in de jaren negentig werd geëxperimenteerd met ‘interactief bestuur’. Als student-onderzoeker was ik rond de eeuwwisseling betrokken bij onderzoek daarnaar in Nederlandse steden. We zagen vooruitstrevende bestuurders en ambtenaren die werk probeerden te maken van het betrekken van burgers bij beleid. Naast steun ondervonden ze daarbij veel weerstand. Ambtenaren die zelf hun expertise wilden inzetten en bestuurders die als puntje bij paaltje kwam echte zeggenschap uit handen geven toch te spannend vonden en/of hun eigen agenda wilden doorvoeren.
Nu ongeveer 25 jaar later valt op dat dit beeld niet zoveel bijstelling behoeft. Het discours is dominanter geworden. Geen enkele bestuurder, zeker op lokaal niveau, zal beweren dat de rol van inwoners bij bestuur en beleid volstaat met stemmen bij verkiezingen. Daaronder zit echter veel continuïteit. Twee zaken vallen op. Allereerst worden nog steeds veel elementaire fouten gemaakt, zoals het wekken van verkeerde verwachtingen en het beperkt informeren van inwoners voorafgaand aan een activiteit en een slechte terugkoppeling na afloop. Als tweede is dat de nog steeds aanwezige angst en weerstand. Zonder de voorlopers te kort te doen, willen veel bestuurders en ambtenaren toch vooral gecontroleerde burgerparticipatie. Dat betekent inwoners die vrijblijvend adviseren zonder dat de grote lijn van het in het gemeentehuis bedachte beleid in gevaar komt.
Dergelijke vrijblijvende vormen van burgerparticipatie worden door bestuurders gretig omarmd en leveren mooie fotomomenten op. Op sociale media laten ze zien dat ze de inwoners serieus nemen. Het gaat er echter om wat na het fotomoment gebeurt en dat is in veel gevallen teleurstellend. Dat geldt ook voor varianten die als vernieuwend worden gepresenteerd. Of het nu G1000, Right to Challenge of een burgerberaad heet, het blijven doorgaans vrij impactarme varianten. De gemeentelijke agenda raakt er niet door van de wijs. Het zijn eerder de inwoners die ontevreden zijn en afhaken vanwege te weinig invloed of een beperkte terugkoppeling. Het kost daarom steeds meer moeite inwoners te vinden die er nog aan mee willen doen. Ook de diversiteit is doorgaans niet al te groot. Zelfs bij activiteiten waar deelnemers worden geloot, blijven uiteindelijk vooral de usual suspects over.
Als we verder willen komen met burgerparticipatie zullen we anders met onze inwoners om moeten gaan. Geef ze echt de controle over de heraanleg van een winkelplein, verbind je aan de uitkomsten van een eerlijk referendum (of neem de uitkomst in ieder geval serieuzer dan landelijke politici doen), laat inwoners stemmen over wethouderskandidaten. Dat soort initiatieven zou de impasse kunnen doorbreken. Vooral op lokaal niveau is de potentie groot. Laat zien dat inwoners wel degelijk serieus genomen worden. Laat je als bestuurder door argumenten eens overtuigen om het anders te doen, ook al wilde je dat eigenlijk niet. Dat soort bereidheid maakt je geen zwakke bestuurder, maar kenmerkt juist de sterke.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.