'Het rijk laat ons te vaak in de steek'
Na 27 jaar stopt Henk Wessel als wethouder van Elburg. Hij bleef tien keer zolang aan als de gemiddelde wethouder. Hoe deed hij dat?

Van de rijksoverheid moeten wethouders het niet hebben, zegt een van ‘s lands langst zittende wethouders. ‘Den Haag onderkent het belang van de gemeente als eerste overheid onvoldoende’, aldus Henk Wessel uit Elburg. Na 27 jaar zegt hij ‘het mooiste ambt’ vaarwel.
Niet te groot
Hij heeft het lang volgehouden als kopstuk van Algemeen Belang Elburg. Samen met Rien Wijdeveen in Bernheze en Jon Herselman in Kapelle staat Henk Wessel in de top 3 van ‘s lands langstzittende wethouders. Hoe houdt een mens dat 27 jaar vol? Wessel: ‘Elburg is met 24.000 inwoners niet te groot, maar ook niet te klein. Je kent niet iedereen, maar in de goede verhouding wel heel veel mensen.’
Alle portefeuilles
Wessel had bovendien door de jaren heen bijna alle portefeuilles, ‘waardoor ik steeds werd uitgedaagd. Je moet je ook realiseren dat je als wethouder een oliemannetje bent. Je verandert de wereld niet en je deelt niet de lakens uit – je bemiddelt. Natuurlijk vier je de grote successen, de bouw van het woonzorgcentrum in Doornspijk of de uitbreiding van de haven van de vesting Elburg bijvoorbeeld, maar je moet óók de opening van een speeltuin kunnen vieren. Dat moet geen verplichting zijn; je moet het wíllen.’
Leukste baan
Wessels lange wethouderschap valt vooral op omdat wethouders het gemiddeld maar twee jaar en tien maanden volhouden. Wessel mag het tot op de dag vandaag ‘de leukste baan in de wereld’ vinden, 225 (ex)collega’s zagen dat vorig jaar geheel anders en stapten op.
Wij staan het dichtst op de problemen
Heel zorgelijk
‘Dat is echt heel zorgelijk’, zegt Wessel. ‘Ze kunnen in Den Haag roepen wat ze willen, maar wíj zijn de eerste overheid. Wij staan het dichtst op de problemen, en het dichtst op de oplossingen. Wethouders haken om allerlei redenen af, hun gezondheid, een verkeerd verwachtingspatroon, de sociale media, maar de belangrijkste reden is dat Den Haag het belang van de gemeente als eerste overheid en de rol van de wethouder daarin onvoldoende erkent.’
Voorspelbaar
Hij schetst de situatie toen hij als wethouder begon en hij in mei en september een circulaire kreeg waarin de algemene uitkering werd geschetst – in guldens. ‘De bedragen waren behoorlijk voorspelbaar, waardoor je ook een redelijk stabiele begroting kon maken. Door de politieke versplintering en het geharrewar in Den Haag is er tegenwoordig eigenlijk geen soep meer van te koken.’
Zuurstof
De zuurstof voor de wethouder, vindt Henk Wessel, zijn diens agenda en ambities. Zonder die twee wordt ieder wethouderschap een drama. Maar zonder steun en erkenning van Den Haag lopen zelfs de agenda en de ambities in de soep, en draait het wethouderschap te vaak uit op een grote teleurstelling.
Je zult maar ergens wethouder woningbouw zijn
Gek
Wessel: ‘Je zult maar ergens wethouder woningbouw zijn. In je verkiezingsprogramma stond dat er zoveel huizen gebouwd moesten worden, maar de financiën ontbreken en je wordt gek van de toenemende wet- en regelgeving. Na drie jaar moet je de kiezer uitleggen dat je al die jaren met alles en iedereen hebt gesproken over stikstof, dat je daar niets over te vertellen hebt en dat je geen huis hebt gebouwd. Ik spreek wethouders die zeggen: wat voeg ik eigenlijk toe? De rijksoverheid laat ons te vaak in de steek.’
Zwarte specht
De heerschappij van de regeltjes, landelijk en provinciaal, is niet van vandaag of gisteren, weet Wessel. In 2012 werd hij met zijn neus op de feiten gedrukt bij de geplande aanleg van een rondweg om ‘t Harde, samen met Oostendorp, Hoge Enk, Elburg en Doornspijk een van de kernen van de gemeente. Daar stak de provincie Gelderland een stokje voor omdat de bouw in strijd was met de natuurwetgeving. Er waren namelijk twee nesten van zwarte spechten gezien, en de broedende vogels mochten niet worden verstoord.
Persoonlijk
Absurd, vond het toenmalige college van Elburg. ‘Het belang van twee broedende paren van de zwarte specht weegt kennelijk zwaarder dan de belangen van de gemeenschap van ‘t Harde’, zei wethouder Wessel toen. Dit kan echt alleen in Nederland.’ ‘Ik trok het mij persoonlijk aan’, zegt Wessel dertien jaar later. ‘Ik had zoveel kansen voor ‘t Harde in mijn hoofd. Maar ik heb nooit overwogen om op te stappen. Ik heb het stof van mijn kleren geschud en ik heb me herpakt.’
Ik ben verantwoordelijk voor milieu- en natuurbeheer, maar sta met mijn rug tegen de muur
Petitie
Zat de Elburgse wethouder in 2012 met de spechtenparen in zijn maag, nu zijn het de wolven. Wessel: ‘Ik ben verantwoordelijk voor milieu- en natuurbeheer, maar ik sta met mijn rug tegen de muur. Ik heb er vanuit mijn portefeuille aandacht voor gevraagd, ik ben naar Kamerleden geweest en we hebben een petitie aangeboden, maar we zitten zo verstrikt in onze wet- en regelgeving dat we geen kant op kunnen.’
Dode schapen
Hij memoreert de paar honderd dieren die de laatste paar jaar in Elburg zijn gedood. ‘We nemen zoveel mogelijk maatregelen, maar het is lapwerk. Wolfwerende hekken zijn niet zaligmakend. Ik was in februari bij een radeloze schapenhouder in Doornspijk. Het was voor de vierde keer raak. Ik zeg: “Ik snap je probleem, we leggen het weer neer bij de staatssecretaris”, maar wat schiet de schapenhouder daarmee op? Europa gaat over de wolven, commissies over de beschermde status van de wolf, het Europees Parlement moet er wat vinden, vervolgens moet de Habitatrichtlijn worden aangepast en moet bekeken worden of het in het gebiedsbeleid van Europa past. En ik sta naast de dode schapen, hè?’
Lees het hele interview met Henk Wessel deze week in BB07 (inlog).
We zullen ons samen moeten beraden hoe we onszelf en elkaar aan de haren uit het moeras kunnen trekken.
Zoals iedereen weet lukt dat niet in je eentje.
En wachten op het rijk is als wachten op Godot.