Uitholling van instituties is grootste dreiging
Geweld uit het anti-institutionele milieu is afgenomen, maar de omvang van dat milieu niet. ‘De democratische rechtsstaat is in het geding.'
Een brede groep in de samenleving heeft te maken met vooral digitale bedreigingen: ministers, politici, bestuurders, journalisten, wetenschappers en opiniemakers. Het aantal bedreigingen neemt in omvang toe en heeft een diverse achtergrond. Maar de bedreigingen worden zelden waargemaakt.
Actuele dreigingen
Dat blijkt uit de Dreigingsmonitor 2022-2023 dat een beeld geeft van actuele dreigingen in Nederland die relevant zijn voor het stelsel bewaken en beveiliging. Dit stelsel bestaat uit de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), de politie, het Openbaar Ministerie en de Koninklijke Marechaussee. Het stelsel is ingericht om aanslagen op personen, objecten en diensten te voorkomen en kan in actie komen bij serieuze levensbedreigende situaties die niet met reguliere politiezorg kunnen worden opgelost. De monitor pretendeert niet een volledig en objectief inzicht in de bedreigingen te geven. Er is gebruik gemaakt van openbare data en veel van deze data is gebaseerd op zelfrapportages en drukten vooral de perceptie van dreiging door bedreigde personen uit.
Anti-institutioneel extremisme
Over de dreiging van anti-institutioneel extremisme concluderen de onderzoekers dat in 2022-2023 een vergelijkbaar dreigingsfenomeen te zien is als eerder in 2021: een amorf, eclectisch ongenoegen, omgedoopt tot ‘anti-institutioneel extremisme’, dat zich verhardt, maar waarvan de dreigingsinschatting ambigue is. Op korte termijn is er een relatief klein risico op geweld tegen personen of objecten, op de langere termijn kan het risico groter worden. ‘Tegelijkertijd is de constatering dat de niet-gewelddadige ondermijning van de democratische rechtsorde op termijn wellicht de grootste dreiging is die van (onder meer) anti-institutioneel extremisme kan uitgaan: de voortdurende delegitimering van de instituties van de democratische rechtsorde.
Precondities van politiek geweld
Een voortdurende en verdergaande delegitimering en ondermijning van de instituties van de democratische rechtsstaat kan begrepen worden als wat de Amerikaanse onderzoeker Martha Crenshaw de ‘precondities’ van politiek geweld heeft genoemd: structurele condities die op zichzelf niet direct tot politiek geweld leiden, maar wel als ‘gunstige voorwaarden’ voor het ontstaan van geweld kunnen worden begrepen. Niet-gewelddadige manifestaties, zoals intimidatie, opruiing of dreigende berichten op mediaplatforms, kunnen worden opgevat als eerste indicatoren van een verhoogd risico op geweld. ‘Dit vraagt om permanente monitoring en analyse van de ontwikkeling van dreigingsfenomenen, ook als er nog geen duidelijke aanwijzingen zijn voor voorbereidings- of uitvoeringshandelingen.’
Het is weinig aantrekkelijk om onder deze omstandigheden nog een publiek ambt te verrichten, wat gevolgen kan hebben voor de kwaliteit van het openbaar bestuur
Ethisch dilemma
De onderzoekers wijzen wel op een rechtstatelijk en ethisch dilemma. Dat doen ze aan de hand van een voorbeeld van de boerenprotesten tegen het stikstofbeleid. Die richten zich niet tegen de democratische rechtsorde als systeem, maar tegen specifiek beleid. Maar een kleine minderheid kan wel naar antidemocratische middelen grijpen die weer een bedreiging tegen gezagsdragers kunnen vormen. Ook kan er binnen de boerenprotesten een kleine tendens ontstaan dat anti-institutionele extremisten zich erbij aansluiten en zich met een kleine kern van radicale boeren tegen de instituties richten. Om die ontwikkelingen te signaleren en analyseren moet de bredere protestbeweging onder de loep worden genomen, maar ‘dit kan onterecht een gemeenschap in een kwaad daglicht zetten en criminaliseren of delegitimeren’. Het risico is dus dat een deel wordt aangezien voor het geheel en allerlei negatieve zaken aan die groep worden toegedicht om het gedrag van enkelen te verklaren of ervoor te waarschuwen.
Groot en indringend effect
Over ondermijning van de democratische rechtsorde schrijven de onderzoekers in de slotconclusie dat het aantal bedreigingen tegen onder meer bestuurders in omvang toeneemt, maar bedreigingen zelden worden waargemaakt. Vaak gaat het om het uiten van grieven en boosheid en voor een groot deel is dat simpelweg het doel. Geweld uit het anti-institutionele milieu is afgenomen, maar de omvang van het anti-institutionele milieu niet. De daadwerkelijke en de gepercipieerde bedreigingen hebben een groot en indringend effect op het persoonlijke welzijn en het professionele werk van de bedreigden. ‘Daarmee is de democratische rechtsstaat in het geding.’
Gevolgen openbaar bestuur
Het is ‘weinig aantrekkelijk’ om onder deze omstandigheden nog een publiek ambt te verrichten, wat gevolgen kan hebben voor de kwaliteit van het openbaar bestuur, aldus de onderzoekers. Omdat vrouwen meer last hebben van de bedreigingen tast dit de representativiteit van politiek en bestuur aan. ‘Het idee dat in Nederland tal van individuen rondlopen die de daad bij het dreigende woord zouden kunnen voegen leidt zo, ook al is de kans dat dat daadwerkelijk gebeurd heel klein, toch tot reële effecten in de praktijk.’ Het vraagt volgens de onderzoekers ‘veel van de professionele kwaliteit en standvastigheid van de stelselpartners om te balanceren tussen de voorspelbaarheid en voorstelbaarheid van dreiging’.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.