Advertentie

Nijpels: ‘Stadsregio’s democratisch’

Het democratisch gehalte van de acht stadsregio’s krijgt een voldoende. Ze hebben oplossingen gevonden voor hun democratische legitimiteit, vindt de commissie-Nijpels.

12 juni 2009

Voor de beïnvloedingsmogelijkheden door de gemeenteraden en voor de verantwoordingsplicht zijn in alle acht stadsregio’s oplossingen gevonden waarmee de lokale besturen in de praktijk goed kunnen werken. Naast de inzet van reguliere communicatiemiddelen, zoals (elektronische) nieuwsbrieven en websites, is het de commissie-Nijpels opgevallen dat er veel direct contact plaatsvindt tussen de stadsregio’s en de gemeenteraden.

 

Er zijn in alle regio’s (Amsterdam, Rotterdam, Haaglanden, Utrecht, Eindhoven, Arnhem-Nijmegen, Twente en Parkstad Limburg) informatiebijeenkomsten, ‘kennisateliers’ en ‘expertmeetings’ met raadsleden.

 

In alle regio’s wordt de gang van zaken structureel geagendeerd in afzonderlijke raadscommissies of de plenaire raadsvergadering. Er worden in nauw overleg met de gemeenteraden ‘regionale agenda’s’ opgesteld. En in alle regio’s hebben gemeenteraadsleden zitting in het algemeen bestuur, zo concludeert de commissie-Nijpels in haar afgelopen woensdag op het VNG-congres in Almere gepresenteerde rapport De stille kracht; over de noodzaak van stadsregio’s.

 

De algemene besturen van de stadsregio’s worden echter niet gekozen door de bevolking, maar samengesteld uit afvaardigingen van de bij de regio aangesloten gemeente. Wanneer raadsleden zich toch overvallen of verrast voelen door de besluiten van de stadsregio is het volgens Nijpels veel te gemakkelijk dit te wijten aan een vermeende gebrekkige democratische besluitvorming.

 

‘Een eenvoudige administratieve procedure om iedereen op tijd van de juiste informatie te voorzien lost het probleem al voor een groot gedeelte op’, concludeert de commissie. Volgens Nijpels zijn de betrokken gemeentebesturen de eerst aangewezenen om te oordelen over de democratische legitimatie van de stadsregio.

 

Moratorium Nijpels noemt de stadsregio volgens de huidige wettelijke structuur van de Wgr-plus (Wet gemeenschappelijke regeling met extra’s) ‘de enige geschikte en beschikbare bestuurlijke vorm voor een samenwerking in stadsregionaal verband’. Herindeling tot stadsgemeenten van 750 duizend inwoners, bijvoorbeeld rondom Amsterdam en Rotterdam, acht de commissie irreëel omdat het kabinet ‘voor veranderingen in de bestuurlijke inrichting van Nederland de facto een moratorium heeft ingesteld.’

 

De stadsregio’s boeken volgens Nijpels ‘onmiskenbaar en onomstreden maatschappelijke successen’. De stadsregio’s moeten daarom worden uitgebouwd en versterkt. Zij functioneren adequaat omdat er sprake is van een wettelijk verankerde ‘niet-vrijblijvende’ samenwerking, gebaseerd op meerderheidsbesluiten. Door dat nietvrijblijvende karakter kunnen regio’s hun samenwerking naar eigen inzichten inrichten.

 

Volgens Nijpels is de pluriformiteit die daaruit voortvloeit een goede zaak. De commissie keert zich daarom ‘tegen de door sommigen nagestreefde dwangmatige eenvormigheid’. Ruimtelijke ordening Eén punt van kritiek heeft Nijpels op het schrappen van de voorgenomen bevoegdheden van de stadsregio’s in de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro). Dat was ‘onvoldoende doordacht en daarmee onverstandig’. Nijpels roept Rijk en provincies op hiervoor praktische oplossingen te vinden in plaats van wetswijziging.

 

De commissie-Nijpels werd door de VNG vorig jaar ingesteld vanwege de discussie over de rol van de stadsregio’s op het terrein van de ruimtelijke ordening én vanwege de binnenkort uit te voeren evaluatie van de Wet gemeenschappelijke regeling-plus die als basis dient voor het functioneren van de samenwerking van de deelnemende gemeenten in de acht stadsregio’s.

 

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie