Diversiteit bij Buitenlandse Zaken moet beter
Het personeelsbestand van het ministerie van Buitenlandse Zaken moet diverser en inclusiever. Secretaris-generaal Joke Brandt werkt daar hard aan. De uitlatingen van minister Blok voor de zomer hielpen niet echt.
De diversiteit en inclusiviteit moet verbeterd bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. ‘Je beleid wordt er beter van en de organisatie creatiever en innovatiever’, stelt secretaris-generaal Joke Brandt. De uitlatingen van minister Blok voor de zomer hielpen niet echt.
Speerpunt
Sinds het aantreden van Joke Brandt in 2016 zijn diversiteit, inclusiviteit en een veilige werkomgeving meteen tot speerpunt van haar beleid gebombardeerd. ‘Omdat ik zo erg geloof, en dat wordt ook onderschreven door wetenschappers, dat diverse organisaties beter functioneren, betere resultaten laten zien.’ Als Brandt het heeft over diversiteit en inclusiviteit heeft ze het over mannen en vrouwen, oud en jong, mensen met een andere culturele achtergrond, met een handicap en lhtbi’ers.
Veilige werkomgeving
Bij diversiteit en inclusiviteit hoort ook een veilige werkomgeving bij. ‘Je kunt diversiteit niet bereiken zonder een veilige en inclusieve werkomgeving te hebben. Je kunt dan wel heel erg je best doen om mensen binnen te halen om een meer diverse en inclusieve organisatie te worden, maar als mensen zich niet thuis voelen of zich niet veilig voelen, kun je ze toch niet vasthouden.’
#MeToo
Op de vraag of het ministerie een veilige werkomgeving is, antwoordt Brandt resoluut: ‘Wat mij betreft niet veilig genoeg. We hebben geen aanwijzingen om te denken dat het slechter of beter is dan in andere organisaties. Ook hebben we helemaal niet veel formele klachten; 27 in acht jaar tijd. Dan kun je zeggen: ‘ok, allemaal prima, er is niets aan de hand’. Maar, met het oog op de #MeToo discussie, zeggen weinig klachten niet dat er niets in je organisatie aan de hand is. Mensen durven zich misschien niet te melden.’ Brandt probeert er alles aan te doen om de drempel zo laag mogelijk te maken en te benadrukken dat (seksueel) grensoverschrijdend gedrag niet wordt getolereerd.
Flink wat werk
Naast veiliger, moet Buitenlandse Zaken (BZ) ook diverser en inclusiever worden. Er is wat dat betreft nog flink wat werk te verrichten, erkent Brandt meteen. Uit cijfers van de rijksoverheid over 2017 blijkt bijvoorbeeld dat 9,4 procent van de werknemers van Buitenlandse Zaken een niet-westerse achtergrond heeft. Bij de hele rijksoverheid ligt dat percentage op 10,3 procent. Als de lokale medewerkers van BZ worden meegeteld, ligt het BZ-percentage hoger. Het streven is onder meer om het percentage werknemers met een niet-westerse achtergrond bij BZ in Den Haag op te schroeven naar tien procent in 2022.
Brief Blok
Het helpt dan niet echt dat de politieke baas van het ministerie, minister Blok, tijdens een bijeenkomst zegt dat er geen vreedzame multiculturele samenleving bestaat en dat het genetisch is bepaald dat mensen graag opereren in een groep gelijken. Naar aanleiding van die uitspraken net voor de zomer, stuurden tweehonderd ambtenaren van BZ een brief naar Blok. Daarin stelden ze dat het ambtenarenapparaat op het ministerie niet divers genoeg is en dat dat moet veranderen. De ambtenaren wilden daarover met de minister in gesprek, waarbij hem de vraag zou worden gesteld of hij zich aan die ambitie wil committeren.
Onhandig
Brandt: ‘Er hebben inmiddels twee gesprekken plaatsgevonden. Een met een beperkte groep ambtenaren en een keer bij de opening van het parlementaire jaar. Hij realiseert zich dat het niet alleen voor hemzelf, maar ook voor de ambtenaren een onrustige zomer is geweest. De minister betreurt zowel alle ophef over de uitspraken als de uitspraken zelf en heeft deze, buiten en binnen de Kamer, onzorgvuldig en onhandig genoemd.’ In de gesprekken met de ambtenaren heeft hij ook aangegeven dat het diversiteitsbeleid op zijn steun kan rekenen.
Lees het hele interview met Joke Brandt in Binnenlands Bestuur nr. 18 van deze week (inlog)
Uiteraard zijn er wel groepen (van straten) te ontdekken waar men wel goed met elkaar omgaat maar voor het overgrote deel had Stef Blok gewoon gelijk.
Weten ambtenaren van ministeries zeker dat zij onze gehele maatschappij goed op de korrel hebben? Of is op een sunstantieel deel van het beleid het grote wensdenken van toepassing?