Nederland is verzot op rituelen
Bestuurders en ondernemers maken van Prinsjesdag een happening in Den Haag. Waarom? ‘Prinsjesdag versterkt je positie’, zegt ritueeldeskundige Thomas Quartier.
Blazend ontdoet Thomas Quartier zich van zijn colbert en gooit het over een stoel. Hij komt net van terug van de opening van het academische jaar. ‘Duurde twee-en-een-half uur’, legt hij uit. Zelfs voor een ritueeldeskundige als hij een hele zit. ‘Alles gaat exact volgens een bepaalde orde. Daar mag niet van worden afgeweken. Zeer traditioneel allemaal. En toch’, zegt de docent rituele studies aan de Radboud Universiteit Nijmegen, ‘toch had ik het niet willen missen. Je kunt op 1 september ook beginnen met een college. Maar pas na zo’n officiële opening krijg je het gevoel dat het jaar echt is begonnen.’
Zo is Prinsjesdag ook een rituele aftrap: de start van het nieuwe parlementaire jaar na de zomerpauze. Dat geeft niet alleen een extra drive, het zet voor iedereen – ook de bevolking – meteen het nieuwe kabinetsbeleid in werking. ‘Prinsjesdag is geen lege ceremonie. De financiële begroting is het uitgangspunt. Ik bedoel, het zou nuchterder kunnen. Je zou de cijfers sec bekend kunnen maken en klaar is Kees. De koningin zou in plaats van met de gouden koets ook met de auto kunnen komen. Niet zij, maar de ministers zouden de troonrede kunnen uitspreken. Toch gebeurt dat niet. Het, wat ik noem, performatieve staat op de voorgrond. Dat geeft extra ervaringswaarde. Het uitspreken van de troonrede door de koningin is een surplus. Het kabinetsbeleid wordt, doordat zij het zegt, in één klap zichtbaar. En wat ze zegt treedt automatisch in werking’, zegt Quartier. Prinsjesdag laat zien dat de kracht van het performatieve levensgroot is en dat de mens meer is dan een rationeel wezen. ‘Alleen het staatshoofd kan het doen.’
Quartier trekt graag een parallel met de religieuze wereld. Zomin als de koningin de troonrede opstelt, schrijft de paus de Urbi et Orbi-zegen of andere door hem uitgesproken formules zelf. ‘Maar doordat de paus het uitspreekt, wordt het effectief’, zegt Quartier. Staten hebben net als religies behoefte aan rituelen.
Zij vormen het cement in gemeenschappen. Nederland telt opvallend veel publieke ceremonies. ‘Voor een Duitser zoals ik, is dat raar. Nederland staat immers te boek als een erg liberaal land, waar geen al te starre regels gelden. En toch, op het gebied van de ceremonies, steekt het het veel traditionelere Duitsland naar de kroon. Kijk naar die toga’s bij de opening van het academische jaar. Dat heb je in Duitsland niet. Daar zijn ook veel minder aan de staat gekoppelde ceremonies. We hebben ze wel gekend tijdens het keizerrijk. Maar de meeste zijn afgeschaft na de Tweede Wereldoorlog, besmet als ze waren door de nationaal socialistische symboliek.’
Symboliek
Nederland is volgens hem het eldorado van het ritueel geworden. Nadat veel wat naar ritueel riekte na de jaren zestig van de vorige eeuw stelselmatig – ‘orde was overbodig’ – werd afgebroken, is sinds de jaren negentig sprake van een revival. Quartier kan dat staven met zijn studie naar uitvaartrituelen, waarop hij vorig jaar promoveerde. ‘Het rationele, de gedachte van een volstrekt maakbare samenleving is tegen de grenzen aangelopen. Wat overbodige ceremonie was geworden, zijn we opnieuw gaan waarderen.’ De ommekeer kon niet opzichtiger in beeld worden gebracht dan door de begrafenis van clubeigenaar Manfred Langer van de It, wiens stoffelijk overschot in 1994 in een roze Chevrolet door de Amsterdamse binnenstad werd gereden.
‘Dat was een symbolische happening, zoals de andere grote uitvaarten en vele stille tochten daarna dat ook waren. De aankleding kan niet net zo goed worden weggelaten. Het gaat niet langer uitsluitend om de feiten van de ramp of de gebeurtenis, maar om de individuele beleving ervan. Het grote verschil met de rituelen uit het verleden is dat er ruimte is massale events op een eigen manier in te vullen. Neem de begrafenis van André Hazes. Wie zaten daar nou? Lang niet allemaal mensen die zijn liedjes geweldig vonden. Nee, er zaten ook mensen die Hazes zagen als volkse jongen – een galjoenfiguur – vanwege het familiegebeuren rondom de protagonist of puur vanwege de tragiek. Ik bedoel, iedereen kon er zijn eigen situatie in terugzien, anders zouden ze zich niet committeren aan zo’n gebeurtenis. Het verwerken bijvoorbeeld van je eigen rouw om je gestorven ouders. Dat maakt de happening tot een individuele gebeurtenis.’
Hoedjes
De zeer strak geregisseerde ceremonie die Prinsjesdag is, kan volgens Quartier net zo goed op verschillende manieren worden ingevuld. ‘Kijk naar die relatief nieuwe traditie met die hoedjes waarmee de vrouwelijke gasten zich tooien: de creativiteit lijkt onbeperkt. Een treffender toonbeeld van meedoen in het collectief maar toch iets individueels doen, is er niet. Het zegt: ‘Ik hoor bij dit geheel en dat beeld ik ook uit.’ Er is behoefte aan saamhorigheid, maar daarbinnen moet je wel je eigen ding kunnen doen en/of kunnen opvallen’, zegt hij. ‘Dat is ook de bredere trend. In veel religies bieden ceremonies het individu tegenwoordig meer ruimte, terwijl ook bedrijven bij het uit dienst treden van personeel meer recht doen aan de persoon zelf door rituelen te voltrekken.’
Een publiek ritueel heeft volgens Quartier nog een andere betekenis dan de persoonlijke beleving ervan. Een ritueel laat je namelijk ook je plek kennen in een gemeenschap. Wie waar zit, is afspiegeling van de verhoudingen, van de structuren. In die zin is het niet alleen belangrijk dat je er zit, maar ook waar je komt te zitten. Dit jaar zat hij bij de opening van het academische jaar in een speciaal vak, omdat een van zijn studenten een scriptieprijs kreeg. Quartier wil er maar mee zeggen dat je de plek die je tijdens zo’n ceremonie krijgt toebedeeld ook als ‘jouw’ plek gaat ervaren. ‘Het is de plaats die je toekomt. Je gaat denken: kennelijk is dit mijn plek. Het verhoogt de identificatie met je functie. Het constitueert tegelijkertijd ook een bepaalde gemeenschap: ik kijk om me heen en denk, ja, wij horen bij degenen in Nederland die de studenten opleiden. In de Ridderzaal, tijdens Prinsjesdag, wordt ongetwijfeld gedacht: ‘wij zijn degenen die het land besturen. Het wordt op dat moment tot uitdrukking gebracht.’
Een van de belangrijkste functies van rituelen, zo leerde de Europese socioloog Emile Durkheim honderd jaar geleden al, is dat ze samenhang tot stand brengen. Groepen mensen gaan zich door rituelen verbonden voelen. Dat was in stammenculturen zo, in de jaren van de verzuiling in Nederland, maar ook heden ten dage nog zorgen rituelen voor cohesie. Bij Prinsjesdag is dat niet anders, ondanks de vele verschillende politieke geledingen die er aan deelnemen. ‘Het verrassende is, dat Tweede Kamerleden niet meer één groep zijn, maar allemaal verschillen. Iedereen weet dat, maar het collectief is nodig om de eigen positie beter te kunnen invullen’, zegt hij. ‘Prinsjesdag construeert en verstevigt je positie, je invloed.’ Het is zoals met alle rituelen: ze zijn conservatief. In het geval van Prinsjesdag zorgt het voor regelmaat in de politiek.
Ontbreken op deze dag is eigenlijk geen optie voor bestuurlijk en ondernemend Nederland. Wegblijvers missen een interessant moment. Meerdere momenten zelfs, want de Derde dinsdag van september is vergeven van de borrels en netwerkbijeenkomsten. ‘Prinsjesdag gaat over bestuur en beleid, het heeft met politiek te maken. Daarom is het ook niet zo’n carnavaleske happening op straat, zoals met Koninginnedag. Dat past niet. De happening heeft invloed op wat er rondom de happening gebeurt: er ontstaat een klimaat om bepaalde dingen te doen. Dat kan alleen als er wat te ensceneren valt. Ik bedoel, je moet wel spelers op het rituele podium hebben. De enscenering tijdens Prinsjesdag is geschikt om bestuurlijke meetings te organiseren. Bestuurders en ondernemers grijpen die gelegenheid aan. Het resultaat is, zoals wij in Duitsland zeggen,grosses Kino.’
Het positieve van het uitbundige vieren van Prinsjesdag is dat het de communicatie tussen economie en politiek bevordert. ‘Het versterkt de cohesie, het inzien van het belang dat ‘wij’ samen verantwoordelijk zijn voor Nederland’, zegt hij. Tegelijkertijd loert er ook het gevaar van een ‘zu grosses Kino.’ ‘Rituelen kunnen ook dwangmatig worden, waardoor de communicatie minder spontaan wordt. De kracht van de ceremonie is ook het risico. Ze kunnen lege ceremonies worden, waarna de vraag opkomt of de vlag de lading nog wel dekt. Kerken liepen op een gegeven moment ook leeg, omdat het ritueel niet meer aansloot bij de ervaring van de mensen. Daarom zijn veel kerkdiensten ook sterk veranderd.
Daarnaast is er het risico van de inflatoire werking: omdat iedereen komt, is het niet meer exclusief genoeg en blijven de echt belangrijke mensen weg’, zegt Quartier. Met zo’n golfbeweging moet volgens de deskundige ernstig rekening worden gehouden. Zekerder nog is hij over het feit dat Prinsjesdag zo’n dip zal overleven. ‘Met de troonrede zit er een ontzettend stabiel element in.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.