Advertentie

‘Scherper onderscheid tussen demonstratie en ordeverstoring’

Minister van Justitie en Veiligheid David van Weel wil scherper onderscheid tussen een demonstratie en een verstoring van de openbare orde.

03 september 2024
David van Weel-ANP-501946870
David van Weel, beoogd minister van Justitie en VeiligheidANP/Jeroen Jumelet

‘We moeten een scherper onderscheid maken tussen vreedzaam demonstreren en ordeverstorende acties’, vindt minister van Justitie en Veiligheid David van Weel. Hij realiseert zich dat dit aankomt op het optreden van politie, openbaar ministerie en burgemeesters.

Senior Technisch Auteur

Yacht
Senior Technisch Auteur

Beleidsmedewerker

Yacht
Beleidsmedewerker

Tussen de menigte

‘En het vergt vooral iets van de politiemensen die tussen de menigte staan’, aldus Van Weel tijdens een speech bij de opening van het onderwijsjaar van de Politieacademie. Van Weel vertelt aan de studenten dat hij nog maar net begonnen is in deze functie, ‘en ik kan jullie verzekeren dat de woorden “demonstratie” en “verstoring van de openbare orde” al vaak zijn gevallen’. De minister geeft voorbeelden van de ‘gekaapte’ pro-Palestina-protesten op de Universiteit van Amsterdam, snelwegblokkades van klimaatactivisten ‘terwijl demonstraties daar niet waren toegestaan’ en boeren die op snelwegen autobanden en hooibalen in de fik staken.

Extra pijnlijk

‘Deze verschillende voorbeelden hebben één ding gemeen: er moesten honderden politieagenten extra worden ingezet’, vervolgt Van Weel. En die hadden zich ook bezig kunnen houden met de aanpak van drugscriminaliteit, recherchewerk of wijksurveillance. ‘Dat vind ik pijnlijk.’ Extra pijnlijk vindt de minister het als mensen dan ook nog eens ‘vanuit een politieke mening’ oordelen over het politieoptreden. ‘Want de politie is bij uitstek neutraal.’ Maar Van Weel ziet het ook als aanleiding om het onderscheid tussen vreedzame demonstraties en ordeverstorende acties scherper te maken. ‘Ik realiseer mij dat dit aankomt op het optreden van politie, openbaar ministerie en burgemeesters.’

Ik maak me zorgen over het groeiend sentiment van mensen die het demonstratierecht in willen perken

Sharon Dijksma, burgemeester Utrecht

Groeiend sentiment

Een van die burgemeesters is Sharon Dijksma van de gemeente Utrecht. Zij hield tijdens de opening van het academisch jaar op de Universiteit Utrecht juist een pleidooi voor het demonstratierecht. Ze maakt zich zorgen over het ‘groeiend sentiment’ van mensen die het demonstratierecht in willen perken. ‘Of zelfs, ik citeer, “het leger er maar op af moeten sturen”.’ Volgens Dijksma is zonder het recht op het laten horen van een tegengeluid geen ‘open, vrije, eerlijke en goed functionerende democratie’ mogelijk. ‘Dit grondrecht moeten we dus koesteren en beschermen.’

Belangenafweging soms 'koorddansact'

Dijksma wijst erop dat een burgemeester voor een demonstratie veel belangen moet afwegen, zoals die van de demonstranten en van de openbare orde en veiligheid. ‘Als burgemeester sta je boven alle partijen, zonder partij te kiezen. Dus mag je de inhoud van een demonstratie niet laten meewegen in jouw oordeel over de demonstratie. Dit onderdeel van het burgemeesterschap voelt soms als een koorddansact’, vindt ze. Maar bij de privileges om te demonstreren horen ook plichten, vervolgt ze. ‘Door samen spelregels te maken, je daaraan te houden, rekening te houden met elkaars belangen, verantwoordelijkheid te durven nemen en verantwoording af te leggen, zorgen we goed voor het demonstratierecht.’

Reacties: 5

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hielco Wiersma
Het standpunt van de minister is juist, maar het begint dan wel met goede en duidelijke wetgeving.
Als bij demonstraties de openbare orde en veiligheid in het geding komt behoeven burgemeesters niet boven alle partijen te staan. Dan moeten zij (kunnen) optreden.
Hielco Wiersma
Je kunt je inderdaad afvragen of het demonstratierecht zo langzamerhand niet beter kan/moet worden georganiseerd voor wat betreft het aantal demonstraties voor hetzelfde doel en het gebruik van geschikte locaties.
Het is absurd om (bijna) dagelijks/wekelijks voor hetzelfde doel te kunnen demonstreren. Verder veroorzaakt het demonstreren op niet geschikte locaties vaak ernstige maatschappelijke schade. En dan hebbben we het nog niet eens over de publieke schade die wordt veroorzaakt door de omvangrijke inzet van politie.
Schade als gevolg van demonstraties behoort te kunnen worden verhaald op demonstranten, die gestelde regels overtreden. Daarop kan veel beter worden gestuurd en bestuurd.
H Boer
Verschillende burgemeesters hebben al aangegeven geen behoefte te hebben aan uitbreiding van bevoegdheden, omdat de huidige bevoegdheden voldoen, en ook geen heil zien in het uithollen van het demonstratierecht. Maar ja, de minister gaat liever voor de bühne stoer doen, om daarna door de rechter terug gefloten te worden.
Het demonstratierecht staat niet voor niets verankerd in de grondwet.
Hielco Wiersma
@H. Boer.
In de toelichting bij artikel 9 van de Grondwet staat de volgende tekst opgenomen:
'In dit artikel is het recht tot betoging en vergadering opgenomen. De wetgever kan dit recht beperken ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer of ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.
Er staat dus nergens in de Grondwet dat er aan het recht op demonstratie geen beperkingen mogen worden opgelegd als het algemeen belang in het geding is (denk bijvoorbeeld aan het opleggen van voorwaarden voor het handhaven van orde en veiligheid en ter bescherming van de ).
Hielco Wiersma
In mijn reactie t.a.v. H. Boer is in de laatste regel het woordje 'volksgezondheid' weg gevallen.
Advertentie