Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

'Meer discussie buiten Haagse kringen'

Vorig jaar is Raymond Gradus (46) benoemd tot directeur van het Wetenschappelijk Instituut (WI) voor het CDA. Hij combineert deze baan met een parttime hoogleraarschap aan de Vrije Universiteit in Amsterdam waar hij zich richt op de economie van de publieke sector. Hij wil de uitkomsten van de WIrapporten breder bekend maken. Eerder werkte hij als directeur financieeleconomische zaken op het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

04 juli 2008

Waarom bent u geschikt voor deze functie?
Ik heb me altijd bewogen op het snijvlak van beleid en wetenschap en ik voel me verwant met het gedachtegoed van het CDA. In deze functie komt alles samen.

 

Wat spreekt u aan in dit gedachtegoed?
Een heleboel. Maar het belangrijkste vind ik de gedachte dat de verantwoordelijkheid bij mensen zelf ligt. Ik geloof niet in de mantra van de maakbare samenleving. Oplossingen moeten komen vanuit de samenleving zelf. Tegelijkertijd moet de solidariteit geborgd worden.

 

Hoe gaan wetenschap en christen-democratische visie samen?
Dat kan spanningen opleveren. Toch heb ik er bij het WI nog niet veel van gemerkt. Onafhankelijkheid wordt bij het CDA erg gewaardeerd en het is mijn stellige indruk dat we serieus worden genomen. Wat ik belangrijk vind, is dat onze rapporten van kwalitatief hoog niveau zijn en geworteld in de christendemocratische ideologie. Uitgangspunten als rentmeesterschap, solidariteit en gespreide verantwoordelijkheid geven richting.

 

In een WI-publicatie over marktwerking spreekt u over ideologische vooringenomenheid.
Samen met de andere auteurs pleit ik voor een nuchtere analyse van marktwerking. Onder Paars was de markt heilig en nu wordt de invoering van marktwerking in maatschappelijke sectoren met grote achterdocht bekeken. Op sommige terreinen werkt de markt juist goed. Bij milieubeleid leidt het bijvoorbeeld tot een betere beprijzing. Het CDA denkt in mijn ogen goed na over deze gespreide verantwoordelijkheid.

 

Verdwijnen de rapporten van het WI niet gewoon in de la?
De politiek richt zich vaak op korte termijn problemen. Wij worden geacht over de middellange termijn na te denken. Dan kan het best dat we een wetenschappelijk idee uitwerken dat pas na een tijd door de politiek wordt opgepakt. Ik weet dat onze publicaties goed worden gelezen. Het rapport over het zorgstelsel en het levensloopbeleid heeft zelfs een plek gekregen in het coalitieakkoord. Ik zou er wel voor willen pleiten dat de uitkomsten toegankelijk worden voor een breder publiek.

 

Hoe dan?
Laatst hadden we een avond over het WI-rapport getiteld Naar een Salsa op klompen. Er werd kritisch en constructief gediscussieerd over de staatkundige toekomst van de Antillen. Aan het eind van de avond stond iemand uit Antilliaanse kring op uit het publiek - hij noemde deze bijeenkomst een oase in de wereld van ongenuanceerdheid. Dit soort avonden geeft me energie. Ik wil dat de discussie op basis van onze onderzoeksuitkomsten ook buiten de Haagse kringen plaatsvindt. Meer debatten en symposia.

 

Wat is het verschil met uw baan bij het ministerie?
Dat mijn dagen langer zijn geworden. Ik begin al heel vroeg rond acht uur, half negen en heb ’s avonds nog vaak partijbijeenkomsten of lezingen. Ook de weekenden worden weleens opgesoupeerd. Als ambtenaar was ik bewust minder actief bij het CDA. Dat wilde ik gescheiden houden. Nu loopt vrijwillige en professionele inzet meer door elkaar. Dus ik denk dat ik wel tot een andere dagindeling over moet gaan.

 

Wat voor een soort bestuurder bent u?
Zo een die met het vaandel voorop loopt. Maar daar ben ik me bewuster van dan vroeger. Ik heb geleerd om achterom te kijken.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie