Kritiek op te centralistisch coronaherstelplan
De indruk wekken dat er uitgebreid overleg was met gemeenten en provincies over het coronaherstelplan is ‘windowdressing’ van het kabinet.
De Europese Commissie moet lidstaten kunnen dwingen tot overleg met gemeenten en provincies als dat nodig is. Verder moet een gedragscode zorgen voor meer betrokkenheid van lokale en regionale overheden. Dat zijn de conclusies van wethouder Rob Jonkman van Opsterland in een rapport over het functioneren van het coronaherstelplan. Hij presenteerde dat deze week in de Commissie Economische Zaken van het Europees Comité van de Regio´s (CvdR).
Nauwelijks overleg
Het rapport is gemaakt op verzoek van de Europese Commissie. Die wilde weten hoe het staat met de uitvoering van het coronaherstelplan en welke aanbevelingen nog aan de lidstaten moeten worden gedaan. Grote klacht is dat over de nationale herstelplannen geen of nauwelijks overleg is gevoerd met het decentraal bestuur. Dat wil zeggen, op een aantal positieve uitzonderingen na zoals Slovenië, Portugal, Kroatië en Vlaanderen.
Sanctie
Uit verschillende onderzoeken blijkt volgens Jonkman dat slechts één op de tien lokale of regionale overheden volledig (1 procent) of gedeeltelijk (9 procent) betrokken was bij het opstellen van de Nationale Herstel- en veerkrachtplannen. Het eigenaarschap bij de lokale en regionale overheden van de herstelplannen is eveneens zorgwekkend laag, aldus Jonkman.
Warme uitnodiging
In de coronaherstelplanregulering staat dat de lidstaten het lokaal bestuur moesten consulteren, maar dat was slechts een warme uitnodiging, zonder sanctie. En de meeste lidstaten maken er dus niet veel werk van. Ook Nederland niet – de 4,7 miljard euro die ons land krijgt, verdwijnt in coalitieprioriteiten.
Een stevige gedragscode helpt lokale en regionale besturen beter want dat is minder vrijblijvend.
Windowdressing
Jonkman: ‘In een onderhoud met het rijk over het ontwerp en de implementatie van het coronaherstelplan werd door minister Kaag aangegeven dat het wellicht anders en beter had gemoeten. Dat geeft hoop als het om de implementatie van de plannen gaat. Bij de ontwerpfase zijn wij als decentrale overheden echter helemaal niet betrokken. Dat dan vervolgens in het naar de Europese Commissie gestuurde Nederlandse Herstel- en veerkrachtplan de indruk wordt gewekt dat het overleg met stakeholders, waaronder de gemeenten en provincies, uitgebreid heeft plaatsgevonden, is ‘windowdressing’.’
Nut van overleg
Een andere aanbeveling in Jonkman’s dat het Europees Semester, de jaarlijkse beleidsaanbevelingen van de Europese Commissie aan de lidstaten, meer rekening moet houden met lokale en regionale opgaven. Hij wil meer aandacht voor de inbreng van het lokaal en regionaal bestuur in het Semester. Dat gaat nu vooral om macro-economische prestaties, zoals in Nederland de hervorming van de pensioenen en de hoge hypotheekschulden. Maar de link tussen beleidsaanbeveling en uitvoering over het lokale en regionale niveau kan daar beter worden gelegd, meent hij. Want nu kan de Europese Commissie niet meer doen dan lidstaten proberen te overtuigen van het nut van overleg met hun lokale en regionale besturen.
Lokale dimensie
De Europese Commissie hanteert al een lokale en regionale dimensie in het Europees Semester. In het Jaarlijkse Overzicht Duurzame Groei doet de EC beleidsaanbevelingen op nationaal en regionaal niveau. Het aankomende voorjaarspakket van het Europees Semester bevat, net als in 2022, rapporten per land die een overzicht geven van de economische en sociale ontwikkelingen en uitdagingen waarmee lidstaten worden geconfronteerd.
Gedragscode
De Europese Commissie streeft tijdens de cyclus van het Europees Semester naar tijdige betrokkenheid van sociale partners en andere relevante belanghebbenden, zoals lokale en regionale overheden door middel van regelmatige uitwisselingen. Maar Jonkman vindt dat niet genoeg. ‘In theorie klopt het maar een stevige gedragscode helpt lokale en regionale besturen beter want dat is minder vrijblijvend.’ De komende maanden praat hij met onder meer leden van het Europees Parlement over de gebrekkige betrokkenheid van regio’s en steden en te centralistische aanpak en uitvoering van de nationale herstelplannen.
Wat gaat er op het ogenblik niet gebrekkig in Nederland?