Deelname landelijke partijen aan raadsverkiezingen constant
Ondanks het beperkte animo voor een termijn als gemeenteraadslid, doen landelijke partijen aan net zoveel gemeenteraadsverkiezingen mee als vier jaar terug, concludeert Het Parool naar aanleiding van een rondgang.
Ondanks het beperkte animo voor een termijn als gemeenteraadslid, doen landelijke partijen aan net zoveel gemeenteraadsverkiezingen mee als vier jaar terug, concludeert Het Parool naar aanleiding van een rondgang.
CDA, PvdA en VVD van de partij in meeste gemeenten
Volgens de Amsterdamse krant staan CDA, PvdA en VVD aanstaande 21 maart nog altijd in de meeste gemeenten op het stembiljet. Zij zeggen in meer dan 300 gemeenten een gooi naar de raadszetels te gaan doen. D66 is voornemens in 270 gemeenten deel te nemen aan de verkiezingen, gevolgd door GroenLinks (230), de SP (121), en de PVV (30).
Hoge werkdruk
Afgelopen jaar werden onder meer zorgen geuit over de hoge werkdruk en de vergoedingen voor raadsleden, die vooral in kleine gemeenten niet in verhouding zouden staan tot de werklast. Daardoor zou het voor politieke partijen steeds lastiger worden om aan de geschikte en bereidwillige kandidaten te komen. Het Parool meldt ook dat sommige raadsleden niet meer verder willen als gevolg van bedreigingen. Daarnaast kampen veel landelijke partijen met een krimpend ledenbestand. Uit onderzoek van Binnenlands Bestuur en Citisens / Necker van Naem bleek in oktober dat steeds meer raadsleden het werk niet langer dan één termijn volhouden.
Van buiten
De Groningse hoogleraar Gerrit Voerman zegt in Het Parool dat de meevallende resultaten mogelijk het gevolg zijn van de trend dat partijen vaker buiten het ledenbestand op zoek gaan naar kandidaten. Die worden dan vervolgens lid tot gemaakt en op de lijst gezet. Dit was volgens Voermans in aanloop van de raadsverkiezingen in 2014 ook regelmatig het geval. Voermans houdt bij de cijfers wel één slag om de arm; volgens hem moet komende weken nog maar blijken of lokale afdelingen daadwerkelijk genoeg kandidaten kunnen strikken om de voornemens waar te maken. Daarvoor is tot 5 februari de tijd.
De inwoners van de Hoeksche Waard willen een kleinschalige en overzichtelijke samenleving, waarbij bestuurders dichtbij de mensen staan en die ook nog makkelijk aanspreekbaar zijn. Dat blijkt uit de gehouden burgerpeiling. Herindelingen zijn economische modellen, die geen rekening houden met wensen van de inwoners. Die conclusie mag wel getrokken worden uit de discussie op ons eiland. De provincie en enkele pro herindelende lokale politieke partijen, hebben bezorgde inwoners geen reden gegeven om hun voorstel tot herindeling te vertrouwen. Ook de slecht bezochte inloopavonden, op ongunstige tijdstippen georganiseerd want vele mensen stonden toen nog in de files, boden geen soelaas. Vraagt u de presentielijsten maar eens op. De provincie heeft onze inwoners niet weten te verbinden en heeft dus niet het goede voorbeeld gegeven met een politiek die verbindt. Sterker nog: de provincie probeert een herindeling door de strot van de inwoners te duwen. Kortom: dit wetsvoorstel had nooit tot stand mogen komen.
In hoeverre wordt de lokale democratie gerespecteerd?
Door de provincie is afgesproken, dat elke gemeente geheel autonoom mocht zijn in hun beslissing. Dit is expliciet nog in een krantenartikel (Het Kompas van vrijdag 19 augustus 2016, pagina 21) beschreven door een prominent lokaal raadslid, tevens fervent voorstander van herindeling. Ik citeer: “de Stuurgroep OBT had geen enkele bevoegdheid en de vijf gemeenteraden waren bij de beslissing over herindelen of samenwerken autonoom. In die zin heeft de provincie een ondemocratische beslissing genomen. Drie van de vijf gemeenteraden waren tegen herindelen. De provincie heeft de Hoeksche Waard voor de gek gehouden.” Sterker nog, de drie gemeenten hebben amendementen aangenomen om versterkt te gaan samenwerken en hebben daarmee dus een meerderheid verkregen in de Hoeksche Waard. Hieruit kan ik niet anders concluderen dat de provincie niet de hoeder is gebleken van onze democratische rechtsstaat en de vertegenwoordigende lokale democratie aan hun laars heeft gelapt. En dat is zeer zorgelijk, want de provincie is er niet voor besteld om de kloof tussen inwoners en politieke elite te vergroten. De provincie mag zich aanrekenen, dat zij op het terrein van onze Staatsrechtelijke democratie en op de waarden en normen van onze rechtsstaat, die wij in ons land betamelijk achten, hopeloos heeft gefaald. De provincie heeft nut, noodzaak en urgentie van een herindeling onvoldoende kunnen aantonen en heeft haar woord gebroken om autonoom per gemeente te mogen beslissen. Ook wordt er flink samengewerkt in de Hoeksche Waard aangaande regionale vraagstukken. Kortom: de provincie heeft een ondemocratische beslissing genomen. In hoeverre wordt de lokale democratie gerespecteerd door hogere overheden? Ik kan me niet voorstellen dat het gegeven feit van een ondemocratisch genomen beslissing ineens wel democratisch gemaakt kan worden door hogere overheden en in een wet wordt gegoten. Zonder voldoende draagvlak is er geen democratische legitimiteit om te gaan herindelen. Wel is er democratisch draagvlak om versterkt samen te gaan werken. Ik verzoek u dan ook de Arhi procedure zo snel mogelijk te beëindigen. Voor de Hoeksche Waard geldt: verscheidenheid in 5 verschillende gemeenten is onze rijkdom en versterkte samenwerking met doorzettingsmacht voor regionale vraagstukken geeft onze eenheid en daadkracht weer.