Felle kritiek op Plasterks bestuurlijke visie
De SP gaat dinsdag een Kamerdebat aanvragen over de bestuurlijke visie van minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken, PvdA). Met de SP hebben ook CDA en D66 felle kritiek op de visie, omdat deze onder meer een duidelijk stappenplan ontbeert.
Politiek Den Haag is uitermate kritisch èn teleurgesteld over de bestuurlijke visie van minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken, PvdA). De SP wil snel een Kamerdebat over de ‘visie die geen visie is’, aldus SP-Kamerlid Ronald van Raak.
Tegenstrijdig
Tegenstrijdig, dun, onsamenhangend, niet het stuk waarop we hadden gehoopt; zo maar een greep uit de eerste reacties op de nota ‘Bestuur in samenhang. De bestuurlijke organisatie in Nederland’ van minister Plasterk. De minister heeft de nota donderdagavond laat naar de Tweede Kamer gestuurd. Plasterk stelt dat hij met zijn nota tegemoet komt aan de motie-Kox. Daarin heeft de Eerste Kamer op initiatief van SP-Kamerlid Tiny Kox de minister eind vorig jaar opgedragen de kabinetsplannen rondom onder meer opschaling van gemeenten en provincies (landsdelen) te onderbouwen met een integrale visie op de modernisering van de bestuurlijke organisatie.
‘Herindelingsdruk valt weg’
Het CDA en SP vegen de vloer aan met het stuk. Ook D66 is uitermate sceptisch. ‘Het hele feest is begonnen met de landsdelen, maar ik zie in deze visie geen einddatum meer en geen land- en routekaart’, aldus Gerard Schouw (D66). Onduidelijk is en blijft welke provincies op welke wijze in de overige vier landsdelen opgaan. Schouw krijgt bovendien stellig de indruk dat Plasterk zijn herindelingsambitie heeft losgelaten. ‘De visie is nogal dunnetjes’, vindt Schouw. ‘Dit is de eerste helft, de tweede helft moet nog worden geschreven. Zolang de minister geen concrete plannen presenteert, valt de druk voor gemeentelijke- en provinciale herindelingen weg. Ik roep de minister dan ook op zijn plannen snel concreet te maken.’
Meer bestuurlijke drukte
‘Het stuk is rommelig, tegenstrijdig, kent geen heldere lijn en is een miskenning van wat er in bestuurlijk Nederland gaande is. Plasterk moet ophouden met deze gekkigheid’, fulmineert CDA-Kamerlid Madeleine van Toorenburg. ‘Het kabinet moet zich richten op het bestrijden van de economische crisis in plaats van bestuurlijk Nederland op zijn kop te zetten, zodat gemeenten zich op de decentralisaties sociaal domein kunnen concentreren.’ Met deze visie – en de ruimte daarin voor wijk- en dorpsraden, samenwerkingsverbanden, grote gemeenten, provincies, landsdelen en het rijk − verrommelt Nederland. De bestuurlijke drukte wordt eerder meer dan minder, stelt Van Toorenburg. Ook zij mist een duidelijk stappenplan.
Prestigeproject
‘Schokkerend. Het is geen visie, maar een opsomming van beleidsmaatregelen’, constateert Van Raak. ‘Het wordt helemaal niet duidelijk welke problemen het kabinet wil oplossen. De enige reden is bezuinigen, maar schaalvergroting kost geld, in plaats van dat het geld oplevert. Plasterk maakt er een prestigeproject van, maar deze minister heeft geen enkele gevoel voor bestuur.’ Van Raak gaat dinsdag een Kamerdebat aanvragen.
Gemiste kans
Ook SP-senator Kox vindt de visienota inhoudelijk aan de magere kant: `We hebben er vier maanden op moeten wachten. Dan mag je toch verwachten dat de regering ook iets doet met de vele maatschappelijke reacties, die bijna zonder uitzondering vraagtekens zetten bij de effectiviteit en het democratische draagvlak voor de voorstellen uit het regeerakkoord. Dat is echter niet het geval: de regering zet in deze visienota haar lijn zonder wezenlijke aanpassing door. Een gemiste kans', aldus Kox.
'Ik zie op het eerste gezicht weinig feitelijke onderbouwing van de plannen en ook weinig zicht op meetbare resultaten. Het is nu aan het parlement om te toetsen of deze visie inhoudelijk voldragen is en politiek gedragen wordt.' De Eerste Kamer buigt zich op 9 april over de nieuwe visienota van de regering.
2. Als men hecht aan de provincie, maak er dan van onderop een intergemeentelijke regeling van, zo niet dan opheffen.
3. Bepaal een lagere inwonergrens van ca 60.000 inwoners voor zelfstandige gemeenten.