Minder, minder, minder
Wanneer je de ambities van een bestuur niet ziet zitten, moet je vooral wensen dat het aantal ambtenaren daadwerkelijk vermindert.
Het kabinet-Schoof is van plan om het aantal rijksambtenaren te verminderen en de salarissen te bevriezen. Daarmee voegt dit kabinet zich in een traditie die zo oud is als ons koninkrijk. Na de vaststelling van de grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden werd de rijksoverheid in 1815 opnieuw ingericht. De regering bevestigde de meeste benoemingen die eerder onder de Franse heerschappij waren gedaan en benoemde nieuwe ambtenaren.
Reeds drie jaar later vond de regering dat de uitgaven de pan uit waren gerezen. Besloten werd tot een algehele vacaturestop en bevriezing van de salarissen. Dit leidde tijdelijk tot wat minder ambtenaren. De twee erop volgende eeuwen is de rol van de overheid in het maatschappelijk leven flink gegroeid. En daarmee de omvang van het ambtenarencorps.
De salarisontwikkeling heeft ook zo zijn historische wetmatigheden. In de 19e eeuw was de salarisontwikkeling nauwelijks voldoende om de inflatie te compenseren. Politici meenden, zeker wanneer zij in de oppositie zaten, dat de salarissen omlaag konden. Zolang de ambtenaar voornamelijk een heer van stand was die iets te doen wenste te hebben, was de hoogte van het salaris van bescheiden belang. Dat veranderde met de komst van professionele ambtenaren die hun ambt vervulden als broodwinning. In de concurrentie op de arbeidsmarkt begon de overheid het steeds meer af te leggen tegen andere werkgevers.
Met het Bezoldigingsbesluit Rijksambtenaren van 1918 gingen rijksambtenaren voor het eerst in de geschiedenis van het koninkrijk een volwaardig salaris verdienen. Maar in de crisisjaren na de beurskrach op Wall Street werden de salarissen weer verlaagd. Uit een onderzoek in 1938 bleek dat veel ambtenaren nevenwerkzaamheden hadden om hun inkomen wat aan te vullen. De hogere ambtenaren schreven artikelen voor kranten en tijdschriften. Het middenkader gaf bijles en deed op grote schaal in verzekeringen. Onder de beambten waren caféhouders, colporteurs en krantenbezorgers. Toen de economie na de Tweede Wereldoorlog op volle kracht begon te draaien en de arbeidsmarkt krap werd, gingen ook de salarissen weer omhoog.
Wie rijk wil worden heeft bij het rijk en de medeoverheden weinig te zoeken. Uit medewerkersonderzoeken blijkt dat mensen vooral voor de overheid werken vanwege het interessante werk en om maatschappelijk van betekenis te kunnen zijn. Het lijken mij de beste redenen om 's ochtends je bed uit te komen! Op de huidige arbeidsmarkt hebben medewerkers het voor het kiezen. Maatschappelijk van betekenis zijn kun je ook bij andere werkgevers dan de overheid. Je zult als overheidswerkgever dus echt wat te bieden moeten hebben, willen mensen voor je werken. Wanneer je medewerkers wegzet als bezuinigingspost helpt dat niet om ze te boeien en te binden.
Een ambtelijke organisatie is afgeleid van de ambities die je als overheid hebt. Wanneer je een kleinere ambtelijke organisatie wilt hebben, is het meest logisch om de ambities te verminderen. De omgekeerde aanpak zou betekenen dat je eerst het aantal ambtenaren vermindert en vervolgens constateert dat je vanwege gebrek aan menskracht je ambities niet realiseert. Linksom of rechtsom: wanneer je de ambities van een bestuur niet ziet zitten, moet je vooral wensen dat het aantal ambtenaren daadwerkelijk vermindert.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.