Stad & ommeland deel 1: verschillen in sociaal-culturele opvattingen
Stad & ommeland deel 1: verschillen in sociaal-culturele opvattingen
Er bestaan duidelijke verschillen tussen stad en ommeland in opvattingen over sociaal-culturele kwesties. Maar daaronder spelen opleiding en leeftijd een belangrijke rol.
In dit onderzoek in opdracht van Binnenlands Bestuur onderzocht I&O Research binnen een viertal domeinen (sociaal-cultureel, democratie, sociaal en duurzaamheid) of er in zes Nederlandse regio’s verschillen zijn tussen stedelijke en landelijke gebieden, in dit onderzoek ommeland genoemd. In deze eerste publicatie gaan we in op het sociaal-culturele domein, waarbij we kijken naar opvattingen over de EU, tradities, immigratie en asiel.
We zien deze verschillen wel, maar niet in alle domeinen en niet overal even sterk. Bovendien blijkt dat op de meeste issues opleiding en leeftijd de verschillen meer verklaren dan het regionale verschil.
Regionale verschillen en de verkiezingen
In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 onderzoekt I&O Research in opdracht van Binnenlands Bestuur of en hoe kiezers in een zestal Nederlandse regio’s verschillende ervaringen met en opvattingen hebben over thema’s en actuele kwesties. Het betreft kwesties als de Europese Unie, tradities als Zwarte Piet en het afsteken van vuurwerk, immigratie, asiel en integratie, duurzaamheid en infrastructuur, energiebronnen, sociaaleconomische kwesties, opvattingen over democratie, lokale vertegenwoordiging, gezinshulp, hogere straffen en maatschappelijke opvang.
Hiervoor kijken we naar de twee belangrijkste scheidslijnen in het electorale veld. Het politieke spectrum verdeelt politieke partijen op een sociaal-culturele (progressief-conservatieve) as en een sociaaleconomische (links-rechts) as. Zo zijn GroenLinks en D66 progressieve partijen en PVV en FvD meer conservatieve partijen. De SP, PvdA en GroenLinks worden gezien als sociaaleconomisch linkse partijen; VVD, CDA en SGP als rechtse partijen.
De steun voor deze partijen kan ook worden bekeken langs een lijn van regio en stedelijkheid. Vooral in de Randstad stemt men vaker op GroenLinks en D66 dan in landelijke gebieden. Ook zijn deze partijen succesvol in middelgrote steden zoals Nijmegen en Groningen. Steun voor de meer conservatieve of nationalistische partijen is groter in landelijke gebieden. Hier wordt in Nederland relatief vaak op PVV, CDA en kleine christelijke partijen gestemd. De vraag is hoe dit verschil in stemgedrag tussen stad en ommeland moet worden begrepen? Heeft men in het ommeland een andere idee over democratie dan in de stad? Is het een teken van ontevredenheid, een onwenselijke kloof. Of functioneert de democratie en zijn de verschillen een uiting van gezonde en niet-problematische verschillen?
Wetenschappelijke literatuur
Dit rapport is het eerste in een vierdelige serie die de komende maanden wordt gepubliceerd door Binnenlands Bestuur en begint met het sociaal-culturele domein. Hier worden thema’s als Europese Unie, tradities zoals Zwarte Piet en vuurwerk afsteken en opvattingen over asiel, immigratie en het Nederlands verleden behandeld. Uit wetenschappelijke literatuur komt naar voren dat een scheiding tussen stad en ommeland vooral uitgesproken is in sociaal-culturele kwesties.
Uit recent werk van Twan Huijsmans, onderzoeker aan de UvA (2020) komt naar voren dat er in Nederland verschillen bestaan tussen stad en platteland die relevant zijn voor politiek stemgedrag en sociaal-culturele kwesties zoals immigratie en Europese integratie. Hij geeft aan dat ook (en vooral) opleiding een grote rol speelt in het verklaren van de verschillen in opvattingen tussen stedelijke en landelijke gebieden. Hoger opgeleiden wonen en werken vaker in grote steden, vanwege werkgelegenheid, autonomie en de mogelijkheden om nieuwe ervaringen op te doen. In steden komt men dikwijls mensen tegen die andere meningen of opvattingen hebben dan zijzelf en ook is de etnische diversiteit in steden vaak groot. Inwoners van steden ontwikkelen, doordat ze met meerdere diverse groepen in contact komen, een wereldlijke of “kosmopolitische” kijk op de wereld waardoor ze over het algemeen positief staan ten opzichte van sociaal-culturele onderwerpen.
Ons onderzoek gaat hier verder op in en kijkt of deze conclusies ook gelden voor andere domeinen, zoals duurzaamheid, sociaaleconomisch en democratie. Ook worden eventuele verschillen in leeftijd meegenomen. Binnen zes regio’s gaan we bekijken of er sprake is van een verdeeldheid in opvattingen tussen stad en ommeland.
Sociaal-culturele verschillen tussen stad en ommeland
In het I&O-onderzoek zien we een aantal duidelijke verschillen tussen stad en ommeland op sociaal-culture thema’s zoals EU, tradities, immigratie en asiel. Er bestaan (beperkte) verschillen in opvattingen over de invloed en bevoegdheden van de Europese Unie. Binnen de zes regio’s vindt men uit het ommeland vaker dan mensen uit stedelijke gebieden dat de Europese integratie te ver is doorgeschoten en is men ook minder van opvatting dat de Europese Unie meer bevoegdheden moet krijgen.
Naarmate men in een meer plattelandsgebied woont, houdt men vaker vast aan de Zwarte-Piet-traditie dan in de stedelijke gebieden. In alle regio’s, met uitzondering van de regio Zuid-Holland zuid, zien we dit terugkomen. Er is echter geen sprake van onderscheid in standpunten ten aanzien van het afsteken van vuurwerk tussen stedelingen en ommelanders.
Een ander onderscheid tussen stad en ommeland is zichtbaar in opvattingen over immigratie en asiel. Zo vindt men in het ommeland meer dan in de steden dat moslims en mensen met een migratieachtergrond in Nederland zich volledig moeten aanpassen en is men minder voorstander van het opvangen van minderjarige vluchtelingen die nu in Griekse vluchtelingenkampen zitten.
Hoewel Zuid-Holland zuid als gehele regio vergeleken met de andere regio’s relatief genomen het meest behouden is binnen het sociaal-culturele domein, is er binnen deze regio niet overtuigend sprake van een scheiding tussen stad en ommeland. Het sterkst zien we deze verschillen tussen de stad en het ommeland van Groningen.
Scheidslijnen binnen het sociaal-culturele domein
Er blijkt dus daadwerkelijk sprake van verschillen in opvatting tussen stad en ommeland als we kijken naar de Europese Unie, de Sinterklaastraditie met Zwarte Piet, de gewenste assimilatie van mensen met een migratieachtergrond en de opvang van minderjarige vluchtelingen.
Toch dient er een nuance te worden aangebracht, want de verschillen zijn – over het algemeen – niet erg groot en het blijkt dat andere factoren (soms) van grotere invloed zijn op de verschillen in opvattingen bij sociaal culturele thema’s dan de scheiding stad en ommeland.
In onderstaande tabel zien we dat opleiding en leeftijd een groter verschil verklaren en vormen daarom een betere scheidslijn in opvattingen binnen het sociaal-culturele domein dan het wonen in stad of ommeland. Deze bevindingen komen overeen met de resultaten geschetst in het werk van Huijsmans (2020).
Verantwoording
I&O Research voerde van donderdag 26 november tot en met donderdag 3 december 2020 onderzoek uit naar de standpunten en ervaringen van Nederlanders in zes regio’s. 4.615 respondenten vulden de vragenlijst in.
De onderzoeksresultaten zijn gewogen op leeftijd, geslacht en opleidingsniveau naar de totalen van Nederland en voor de zes regio’s voor de verhoudingen in die regio’s. Voor deze achtergrondkenmerken zijn de uitkomsten representatief voor de Nederlandse bevolking dan wel de regio’s.
Er is een scheiding tussen stad en ommeland gemaakt op basis van de vijf categorieën van stedelijkheid volgens de definitie van het CBS. Allereerst hebben we bekeken waar een mogelijke knip gemaakt kon worden (op welk punt waren de verschillen het grootst?) tussen de vijf categorieën van stedelijkheid. Op basis hiervan besloten we de eerste twee niveaus (zeer sterk stedelijk en sterk stedelijk) als stad te markeren en de andere drie categorieën (matig stedelijk, weinig stedelijk en niet stedelijk) als ommeland. Deze splitsing tussen stad en ommeland is vervolgens per regio gemaakt, met dezelfde categorieën van stedelijkheid.
Het volledige rapport
Download hier het volledige rapport.
Contact
Peter Kanne, Senior onderzoeksadviseur
020-308 48 05 / 06-319 43 707 / p.kanne@ioresearch.nl
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.