Inspreken in raad geen recht, wel ‘politiek kapitaal’
Amsterdam wil vanwege de werkdruk het inspreekrecht beperken. Geen uitzonderlijk voorstel, al zijn de verschillen tussen gemeenten groot.
‘Een slecht teken’, noemde de fanatieke inspreker Jan Schrijver het. Het Amsterdamse college wil, om de werkdruk bij raadsleden te verminderen, het spreekrecht van burgers bij commissievergaderingen inperken. Zo zouden burgers als het voorstel wordt aangenomen nog maar eens per halfjaar mogen inspreken. Schrijver is niet de enige verontruste burger. Ook Cliëntenbelang Amsterdam, dat opkomt voor mensen met een kwetsbaarheid of beperking, vertelde AT5 te vrezen dat “de verhalen van de Amsterdammers niet meer goed verteld kunnen worden”. De stemming over het voorstel, die voor afgelopen woensdag op de agenda van de gemeenteraad stond, is uitgesteld.
Minder radicaal
Het Amsterdamse voorstel is minder radicaal dan de commotie doet vermoeden. In tegenstelling tot wat diverse media meldden, is inspreken in raadsvergaderingen in Amsterdam op dit moment ook al niet mogelijk. Burgers kunnen alleen inspreken bij commissievergaderingen, waarin over specifieke thema’s wordt gesproken, of op speciale inspreekavonden. Ook in een aantal andere grote gemeenten, zoals Rotterdam, kunnen burgers niet inspreken bij raadsvergaderingen. Van de 15 grootste gemeenten is het in totaal bij zes daarvan wél mogelijk om de gemeenteraad in plenaire vergaderingen toe te spreken. De gemeente Haarlemmermeer is stellig: “U heeft altijd het recht om de raad toe te spreken”. Ook Den Haag, Groningen, Almere en Apeldoorn laten burgers inspreken in de raadsvergadering, al zit er wel een tijdslimiet aan. In Nijmegen kunnen burgers in een speciale raadsvergadering, de ‘Politieke Avond’, zelfs met raadsleden in gesprek over hun inbreng.
Geen herhaling
Andere gemeenten bieden minder ruimte aan insprekers. In Arnhem is het in theorie mogelijk om in de raadsvergadering toe te spreken als burger, maar dit gaat niet vanzelf. Inspreken kan alleen ‘op verzoek’. Dit verzoek wordt vervolgens ‘beoordeeld’, en vervolgens ‘kunnen’ insprekers worden uitgenodigd. Meermaals inspreken over hetzelfde onderwerp, is niet mogelijk. In Haarlem zijn insprekers alleen welkom bij commissievergaderingen, waarbij zij net als in Arnhem niet in herhaling mogen vallen.
Inspraakverordening
Maar wat zijn nu de precieze rechten van een burger als het gaat om inspraak? De Gemeentewet zegt wel iets over inspraak, maar niet veel. Gemeenteraden moeten een inspraakverordening vaststellen, waarin regels worden gesteld over hoe burgers bij de voorbereiding van beleid worden betrokken. Daaruit volgt geen recht om in de plenaire raad te mogen inspreken, zegt hoogleraar decentrale overheden Geerten Boogaard. Wel kunnen burgers zich schriftelijk tot de raadsleden wenden, het zogeheten ‘petitierecht’.
Emotionele boodschappen
Als er veel insprekers zijn in een vergadering, kan hierdoor de tijd om daadwerkelijk te vergaderen, in de knel komen. Tegelijkertijd hebben insprekers er een groot belang bij om gehoord te worden. Als je het goed doet, kan inspreken in de raadsvergadering effectiever zijn dan een schriftelijke bijdrage. Inspreken in de raadsvergadering is ‘politiek kapitaal’, zegt Boogaard. Hij haalt een recent voorbeeld aan uit Den Haag. Daar sprak de partner van een Extinction Rebellion-demonstrant in over de angst die zij en haar jonge kinderen ervaren hadden toen om zeven uur ’s ochtends twee agenten op de stoep stonden, met een huiszoekingsbevel en een arrestatiebevel voor haar man. Emotioneel geladen boodschappen zijn nu eenmaal beter verbaal over te brengen, dan via een brief.
Politieke hoofdprijs
Volgens Boogaard is het belangrijk dat gemeenten een middenweg vinden. Raadsleden hebben de opdracht om te debatteren over plannen voor hun gemeente. Inspraak door burgers zorgt ervoor dat voor die opdracht minder tijd overblijft. In een grote stad als Amsterdam is het niet gek om te proberen om de tijd voor inspreken, toch de ‘politieke hoofdprijs’, op een neutrale manier eerlijk te verdelen, vindt Boogaard.
Misschien moeten we naar een 2 partijenstelsel, immers een meerderheidscoalitie maakt per definitie de dienst uit en stemt altijd als 1 blok tegen de oppositie. En zo krijgt men dan weer meer tijd en ruimte voor de verongelijkte burger die de gebrekkige kennis van raadsleden kan bijspijkeren.