Advertentie

Opnieuw schriftelijke vragen over schriftelijke vragen

De GroenLinks-fractie in Noordwijk kan er niet bij dat antwoorden op simpele vragen lang op zich laten wachten en wil concrete maatregelen.

23 oktober 2024
noordwijk_shutterstock_2302758221.jpg
NoordwijkShutterstock

De teleurstellende antwoorden op schriftelijke vragen van de Noordwijkse GroenLinks-fractie over de (te) lange beantwoordingstermijn op schriftelijke vragen en over de kwaliteit van de beantwoording waren aanleiding voor een gesprek van de fractie met de burgemeester en de gemeentesecretaris. Maar nu stelt de fractie opnieuw schriftelijke vragen over de schriftelijke vragen.

Beleidsmedewerker Ruimtelijke Ordening (32-36 uur)

Gemeente Scherpenzeel
Beleidsmedewerker Ruimtelijke Ordening (32-36 uur)

Teamleider ruimtelijke ordening beleid en grondzaken

Gemeente Het Hoge Land
Teamleider ruimtelijke ordening beleid en grondzaken

Constructief gesprek

In het volgens de fractie ‘constructieve gesprek’ met de burgemeester, in de rol van raadsvoorzitter, en de gemeentesecretaris zijn heldere afspraken gemaakt, maar kort daarna ging het alweer mis. Niet alleen waren de antwoorden op verschillende technische/feitelijke vragen van partijen precies hetzelfde, maar ook bleven de antwoorden weer lang uit. ‘Na veel aandringen per mail leverde het antwoord van de ambtelijke organisatie op dat de antwoorden ter goedkeuring bij de wethouder lagen. Aanleiding voor ons om weer schriftelijke vragen te stellen over de schriftelijke vragen’, aldus GroenLinks-fractievoorzitter Louis Koppel.

Maar u had een constructief gesprek. Uw vragen over de schriftelijke vragen waren beantwoord, al was dat volgens u teleurstellend. Wat was de aanleiding voor het gesprek?

‘Dat was wel naar aanleiding van onze vragen, maar ook vanwege andere lopende zaken waarin het niet lekker liep. Raadsleden hebben een moeilijkere ingang bij de ambtelijke organisatie, daar zit griffie tussen. Nee, die was er niet bij. Maar we zijn erkentelijk dat de burgemeester de partijen bij elkaar heeft gebracht. We hebben ons ongenoegen kunnen uitspreken. Er zijn vragen over gesteld en er is beterschap beloofd. Ik kon eerdere vragen opnieuw toezenden, maar wacht toch nog steeds op antwoord.’

Er zijn toen wel heldere afspraken gemaakt, volgens u. Welke dan?

‘Het gesprek was vertrouwelijk, dus ik kan er niet teveel over zeggen, maar wel dat de zaken beter zouden gaan en dat men wel zou voldoen aan de beantwoordingstermijn. Alle vragen worden nu ook gevolgd door de griffie, waardoor we inzage hebben in de gemiddelde doorlooptijd.’

Maar nu moet u concluderen dat de afspraken niet worden nagekomen?

‘Ik heb gevraagd om de formele opdracht aan een onderzoeksbureau en daar wacht ik al drie weken op. En bij een commissievergadering hadden wij en de Partij voor de Inwoners enkele verschillende technische vragen. Formeel was het wellicht juist, maar we kregen hetzelfde antwoord op de vraag. Het lijkt op standaardantwoord en ik moest er dus meerdere keren naar informeren via mailverkeer. Toen bleek dat de wethouder nog fiat moest geven. Maar waarom zou die goedkeuring moeten geven op een technische vraag? Dat lijkt dan toch politiek gekleurd.’

We moeten besluiten nemen op basis van volledige en juiste informatie en ik maak me daar zorgen over

Louis Koppel, fractievoorzitter GroenLinks Noordwijk

Hoe lang duurde de beantwoording deze keer?

‘Bij die laatste commissievergadering vond ik de ambtenaren er verkrampt bij zitten. Ik had de indruk dat ze instructies hadden gekregen. De beantwoording op de technische vragen gingen op zich vrij snel, maar waarom nog via de wethouder en waarom hetzelfde antwoord op twee vragen. En op een andere dossier heb ik nog steeds geen antwoord.’

U heeft nu dus opnieuw schriftelijke vragen gesteld over de schriftelijke vragen. Is dat dan niet wat snel?

‘Het is heel simpel: ik vraag om een brief of rapport, hoe moeilijk is het dan om die te verstrekken? Of zeg: excuus, we zijn onderbezet, het antwoord komt later. Maar als ik zelf zo zou werken, dan zou ik een functioneringsgesprek krijgen.’

Heeft u al medestanders in de raad?

‘We hebben een lekenbestuur: van bankdirecteur tot metselaar. In Noordwijk zijn elf partijen en er wordt partijpolitiek bedreven. Soms lijkt dat wel belangrijker dan het eigenlijke besluit. We moeten besluiten nemen op basis van volledige en juiste informatie en ik maak me daar zorgen over. Ik geef u een voorbeeld: een motie was ruim aangenomen. Het ging om een tijdelijke uitzondering voor een eenmalige subsidie voor een ouderenvereniging. De wethouder was tegen en gaf drie argumenten. De motie werd toch aangenomen. Dan vervallen de argumenten. Maar dan krijgen we een brief van de wethouder: we gaan het niet doen, we gaan het gesprek niet aan en dezelfde argumenten. Dat vind ik een schoffering van de raad. Ik heb toen een motie van afkeuring ingediend en daar kreeg ik dan weer over op mijn donder, omdat ik geen mensen zou moeten aanspreken. Maar het ging om de wethouder, en wel één van de vier. De raad keurde het af, want het was niet zo’n belangrijke motie. Maar wat betekent dat dan voor andere moties? Als zij dit blijkbaar al goed vinden, dan is een van de sterkste raadsinstrumenten toch een papieren tijger geworden? Ik verbaas me er soms echt over.’

Wat verwacht u nu van de antwoorden op uw nieuwe schriftelijke vragen?

‘In het Leidsch Dagblad stond twee weken geleden een artikel over de gemeente Katwijk. Daar is de ambtelijke organisatie overbelast door de vele schriftelijke vragen. Als ons college nou zou zeggen: wij hebben een probleem, we kunnen het niet aan, dan kunnen we afspraken maken. Niemand heeft belang bij het dichtslibben van de ambtelijke organisatie. Maar voer dan open communicatie naar de raad. Het is ook ons probleem. Ik mis die uitgestoken hand. Ik ga door tot de hand wordt uitgestoken en ik beroep me daarbij op de Gemeentewet.’

Koppel wijst tot slot nog op de doelstelling van de fusie tussen Noordwijk en Noordwijkerhout: de kwaliteit van de ambtelijke organisatie moest omhoog. ‘Het kabinet zendt taken naar gemeenten en men ging daarbij uit van gemeenten van 100.000 inwoners. Met die strategie en de complexiteit van de opgaven kun je je afvragen of een ambtelijke organisatie van een gemeente met 45.000 inwoners wel goed is gelieerd. De goede medewerkers gaan naar de grotere gemeenten, want daar krijgen ze meer salaris. Is dit een bepaalde druk vanuit de rijksoverheid om op deze manier nader te fuseren?’

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hielco Wiersma
Het lijkt mij dat de Griffier van de gemeenteraad hier ook een actieve rol kan spelen. Verder moeten raadsleden rechtstreeks contact kunnen hebben met het management en/of aangewezen sr. beleidsmedewerkers op de afdelingen. Dat voorkomt veel (overbodige) vragenstelling en bureaucratie.
Advertentie