Advertentie

Huidige kiesstelsel minst ‘geografisch evenredig’

Het huidige kiesstelsel scoort van alle doorgerekende stelsels het laagst op geografische evenredigheid, toont onderzoek aan.

24 januari 2025
stemmen verkiezingen

Het is nooit helemaal uit te sluiten dat een kiesstelsel met meervoudige districten en dertig vereffeningszetels minder proportioneel uitpakt dan het huidige kiesstelsel. Dat concluderen onderzoekers van de Universiteit Leiden en de Universiteit Twente na een onderzoek in opdracht van het ministerie van BZK.

Manager Organisatieontwikkeling

Waterschap Rijn en IJssel
Manager Organisatieontwikkeling

Concern communicatieadviseur

Gemeente Altena
Concern communicatieadviseur

Vergelijking kiesstelsels

Onder welke omstandigheden en bij welke varianten van het kiesstelsel wordt de evenredige vertegenwoordiging van de partijvoorkeuren van kiezers gegarandeerd? En bij welke variant worden de verschillende regio’s evenredig(er) vertegenwoordigd? Op die vragen wilde BZK-minister Judith Uitermark antwoord van de universiteiten van Twente, Leiden (en Amsterdam). Die maakten een vergelijking tussen een stelsel met meervoudige districten en vereffeningszetels (het Scandinavische stelsel) enerzijds en het kieskringenstelsel, het stelsel ‘Met één stem meer keus’ en het huidige kiesstelsel anderzijds.

Diverse keuzes

Hun doorrekeningen van de verschillende kiesstelselvarianten laten zien dat er diverse keuzes voor liggen en dat een deel van die keuzes invloed heeft op de partijpolitieke en geografische evenredige vertegenwoordiging. Als het om partijpolitieke evenredigheid gaat, zijn het kieskringenstelsel en het stelsel ‘Met één stem meer keus’ exact even evenredig als het huidige kiesstelsel. De onderzoekers concluderen dat partijpolitieke evenredigheid van een stelsel met meervoudige districten met vereffeningszetels ook dicht bij de huidige situatie kan komen.

Kiesdrempel niet verhogen

Er zijn dan wel een paar voorwaarden: de provincies moeten de kiesdistricten zijn, de kiesdrempel wordt niet verhoogd en er worden 25 tot 30 vereffeningszetels aangewezen. De zetels moeten verdeeld tussen de provincies op basis van grootste gemiddelden en binnen districten op basis van grootste overschotten. Verdeling van vereffeningszetels gebeurt op basis van grootste gemiddelden.

Andere criteria voor het beoordelen van kiesstelsels zijn symbolische representatie, uitvoerbaarheid en begrijpelijkheid

Uit: 'Doorrekening evenredig kiesstelsel met meervoudige districten en vereffeningszetels', Universiteiten Twente, Leiden en Amsterdam

Bestaan overschotzetels

Na een analyse van dit stelsel met hypothetische data sluiten de onderzoekers niet uit dat vijf of meer zetels terechtkomen bij partijen die daar op basis van het huidige stelsel geen recht op hebben (overschotzetels). Het bestaan van overschotzetels komt voort uit het aantal partijen dat meedoet en electorale verschillen tussen provincies. Een partij die nu nét 1 zetel haalt, doet dat in het stelsel met meervoudige districten heel soms niet. Ook kan het gebeuren dat een grote partij drie zetels minder haalt dan in het huidige stelsel, vooral als die partij relatief veel groter is dan de anderen.

Geografische evenredigheid

Als de onderzoekers geografische evenredigheid onder de loep nemen, dan scoort het huidige kiesstelsel het laagst van alle doorgerekende stelsels. Er komen in dat geval dus meer kandidaten uit bepaalde regio’s dan op grond van hun omvang mocht worden verwacht. Die ‘geografische proportionaliteit’ ligt in het stelsel ‘Met één stem meer keus’ iets hoger, maar is gemiddeld genomen het grootst in het kieskringenstelsel. Wel is het daarin mogelijk dat aan een bepaalde kleinere regio helemaal geen regiozetels worden toegekend.

Meer criteria

De onderzoekers wijzen erop dat bovenstaande criteria niet de enige zijn voor het beoordelen van kiesstelsels. Andere zijn: symbolische representatie, uitvoerbaarheid en begrijpelijkheid. Maar deze aspecten zijn niet meegenomen in het onderzoek. In het hoofdlijnenakkoord is geografische representatie belangrijk. Het kabinet wil de optie uitwerken om een kiesstelsel met meervoudige districten en vereffeningszetels in te richten.

Politieke vraag

Of het met het voorgestelde stelsel lukt om te komen tot een evenwichtige representatie van kiezers is hier niet onderzocht. De vraag was of het stelsel evenredig uitpakt. Conclusie is dat je bij dertig vereffeningszetels nooit helemaal kunt uitsluiten dat het stelsel minder proportioneel uitpakt dan het huidige stelsel, maar onder de meeste omstandigheden wel. ‘Of die disproportionaliteit zo groot is dat die ook problematisch wordt gevonden, is een politieke en juridische vraag die we hier niet beantwoorden.’

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

R. D.
Kortom: lekker laten zoals het is.
Advertentie