'Er is meer dan mooie bontjasjes'
Vorig jaar werd Lenze L. Bouwers ( 67) aangewezen als de nieuwe stadsdichter van Zwolle. Hij noemt zichzelf woordhouder naast de wethouder, maar heeft niet veel met politiek. 'Ik sta boven de partijen'. Daarnaast werkt hij sinds 1992 fulltime als dichter en schrijver.
Wat doet een stadsdichter?
Ik ben een stadsomroeper, een soort reporter en probeer op een zowel verhalende als beschouwende manier stadsgebeurtenissen poëtisch op te luisteren. Laatst vierde Zwolle dat ze 't kleine Veer overneemt van Hattem. Dat is een persmoment. Dan kom ik met mijn blauwe sjerp met het woord 'poëzie' en de Z van Zwolle erop en dicht over de kleine roeiboot die al eeuwen geleden hier bij laag en hoog water overstak.
Is dat niet moeilijk, dichten in opdracht?
Voor mij is dat niet moeilijk. En daarnaast heb ik gelukkig ook tijd en ruimte voor vrije poëzie. Je moet wel tegen deadlines kunnen. Zeker omdat ik niet alleen voor de gemeente dicht, maar op allerlei plekken te gast ben. Bijvoorbeeld bij Dille en Kamille toen ze hun winkel openden, bij de Rotary om stadsgedichten voor te lezen en bij de landelijke gedichtendag om te jureren. Ik ben er om poëzie te promoten. Gelukkig heeft mijn voorganger Paul Gellings die weg al aardig geplaveid.
Bent u ook een luis in de pels van de gemeente?
Ik hou niet erg van confrontatie en sta boven de partijen. Maar ik sta niet buiten de werkelijkheid en zoek soms wel naar een vorm om mijn geluid te laten horen. Zo heb ik op de nieuwjaarsreceptie van de gemeente een gedicht voorgedragen over de groene groeistad die Zwolle is, waarin ik de stadsbestuurder oproep niet alleen met bouwen bezig te zijn. Vergeet nooit de rivier, dicht ik dan. De Peperbus, de toren van Onze Lieve Vrouwe Basiliek, is toch al hoog genoeg.
Wat heeft u met Zwolle?
Ik ben geboren in de Anna Paulowna-polder in de kop van Noord-Holland, maar heb jarenlang in Zwolle gewerkt als docent aan het Greijdanus College. Nu woon ik in Dalfsen, vlakbij Zwolle. Ik leef graag rustig, maar voor mijn werk zoek ik de beweging op. In Zwolle voel ik me verbonden met de geschiedenis, maar ervaar ik tegelijkertijd ook de energie en ontwikkeling van deze tijd.
Was dat geen vereiste: Zwollenaar zijn?
Nee, ik ben democratisch gekozen. Ik heb gesolliciteerd en een jury van deskundigen vond mij geschikt en liet dat weten aan het college. Maar er zijn wel mensen die zich afvragen waarom iemand uit Dalfsen stadsdichter wordt. Ik zou zeggen lees mijn gedichten. Misschien ben ik nog wel meer Zwollenaar dan een ander, omdat ik me zo heb verdiept in de stad. Voor mij zit Zwolle in mijn hoofd, hart en pen.
Wordt u herkend op straat?
Ik ben geen BZ'er en kan veilig door Zwolle lopen. En dat is prima. Ik hoef niet herkenbaar te zijn, als mensen mijn gedichten maar mooi vinden. Ik zit negentig procent in mijn bundels. Ik probeer poëzie wel toegankelijker te maken voor een groter publiek. Door bijvoorbeeld gedichten in het publieke domein te tonen. Voor café Tagrijn heb ik humoristische wandteksten gemaakt. Nu ben ik bezig om fragmenten van gedichten op straattegels gerealiseerd te krijgen. Je loopt te winkelen en pats! er komt poëzie op je looppad. Ik zie dat als een verrijking. Er is meer dan alleen mooie bontjasjes.
Gaat dat lukken: poëzie op straat?
Het zou een mooie nalatenschap zijn als mijn termijn er eind 2009 opzit. Maar het voorstel moet langs veel mensen. Er moet een potje met geld gevonden worden. Er moet veel vergaderd worden. Kortom: ik moet geduld hebben.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.